ELEKTRICITEITSSECTOR PLAN (ESP) ESSENTIEEL VOOR ONTWIKKELING ENERGIESECTOR

Suriname heeft nog geen energiesector plan of beter gezegd geen elektriciteitssector plan die voldoet aan de huidige omstandigheden.

Met de aanname van de elektriciteitswet (E-wet) in 2016, heeft de wetgevende macht (DNA) meteen de voorziening getroffen dat de regering (uitvoerende macht) met name het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen (NH) met haar werkarmen een meerjaren elektriciteitsplan moet maken, die ook goedgekeurd moet worden.

De artikelen 8 en 9 van de nieuwe E-wet geven het kader aan waaraan het ESP moet voldoen, voorts wordt aangegeven dat de Energie Autoriteit Suriname (EAS) belast is met de voorbereidingen van het ESP.  Om de 5 jaar zal

een nieuw ESP moeten worden goedgekeurd.

In 2017 en 2018 heeft het Ministerie van NH met ondersteuning van de IDB een consultant aangetrokken om het ESP te ontwikkelen. De ‘building blocks’ van het ESP zijn ontwikkeld, echter was dit een ‘consultant driven’ traject en waren de vondsten van offshore olie-industrie en diens impact op de elektriciteitssector niet meegenomen omdat zij ook nog niet zichtbaar waren.

Het belang van een ESP voor Suriname.

Artikel 8 lid 2 van de E-wet geeft het volgende aan: het ESP legt het strategisch plan voor de elektriciteitssector met een tijdshorizon van tenminste twintig jaar vast en geeft richting

aan van overheidswege te nemen beslissingen betreffende de eerstvolgende vijf jaar in verband met het op betrouwbare, doelmatige, duurzame en milieuhygiënisch verantwoorde wijze uitvoeren van de elektriciteitsvoorziening.

Simpel gezegd, het ESP is onze richtingwijzer en leidraad hoe op verantwoorde wijze de elektriciteitssector duurzaam ontwikkeld kan worden.  M.a.w. zonder dit plan is het onduidelijk waar we naar toegaan en kan er dus wildgroei ontstaan.

Stagnaties en voortgang.

Volgens Dave Abeleven, die per 1 Augustus 2020 als eerste directeur is aangesteld van de EAS, is de organisatie  in november 2021 gestart om de belangrijke en meest relevante stakeholders in de sector bij elkaar te brengen en het traject van het opstellen van de ESP op te starten.

Verder geeft hij aan dat in 2022 na afstemming met de CREEE (Caribbean Renewable Energy & Energy Efficiency), een werkarm van de Caricom, een traject gestart is om de IRRP (Integrated Resource en Resilience Plannings) als essentieel onderdeel van de ESP te ontwikkelen.

De EAS heeft samen met de stakeholders (EBS, Staatsolie, NH, ADEK) een traject gestart om deze IRRP te ontwikkelen. Gebleken is dat er heel veel data opgesloten zat bij verschillende stakeholders zodoende  duurde het even om dit boven water te halen. Het is namelijk van eminent belang om eerst wat voorwerk te doen in plaats van in het luchtledige te beginnen volgens de directeur van EAS.

Voorts is het van belang om rekening te houden met internationale vereisten m.b.t. klimaatverandering. Het ESP moet door belanghebbenden in de sector gedragen worden en nie slechts ‘consultant driven’.

Procedure IDB

Voorts is ook als onderdeel van de IDB-lening gestart met het regulatorisch deel van de ESP.  Dit betreft onder meer de regulators accounting rules en overige regulatorische onderdelen van het ESP waartoe al een ROI is geweest en een aantal nationale en internationale bedrijven en consultants hebben gereageerd. Volgens Dave Abeleven is ook het juridische deel bijna bij contractfase. Echter ondervindt deze fase stagnatie vanwege gebrek aan capaciteitsuitbreiding bij het ministerie van NH.

ESP belangrijk voor ontwikkelen belangrijke, potentiële energiebronnen.

Suriname zal in het kader van een gebalanceerde energiegroei belangrijke besluiten moeten nemen waarbij economische groei moet worden afgewogen tegenover zaken als klimaatverandering en Co2 uitstoot.

Het Kabalebo project met een potentieel van 550 megawatt behoort tot één van deze besluiten. De goedkoopste energieopwekkingsbron wereldwijd is hydro energie. Een deel van de opgewekte energie te Kabalebo zal volgens deskundigen gebruikt kunnen worden om ‘green hydrogen’ te kunnen produceren voor de export van  groene energie naar de regio.

De energie mix van Suriname bestaat voor bijkans 50% uit hydro energie vanuit onze Afobakadam.  Het overschakelen naar gasturbines ter voorbereiding op de eventuele ‘Gas to shore’ projecten zijn allemaal zaken die opgenomen moeten worden in zo een ESP.

ESP belangrijk voor economische ontwikkeling.

Economische ontwikkeling en ontwikkeling binnen de elektriciteitssector gaan hand in hand: naarmate de economie groeit, neemt de vraag naar elektriciteit toe.  Met de geprojecteerde Final Investment Decision (FID) in 2024 is het onvermijdelijk dat de Surinaamse economie in de eerstkomende 5 tot 10 jaar een enorme groei zal meemaken en metterdaad de vraag naar elektriciteit zal toenemen.

Nationale energievisie leidraad voor ESP.

Het wordt tijd dat wij in Suriname een nationale energievisie ontwikkellen inhoudende: 1) Oil & Gas, 2) De elektriciteitssector waaronder hernieuwbare energie alsook 3) de op handen zijnde ontwikkelingen m.b.t. elektrische auto`s. Om te komen tot een nationale visie is het van belang dat zowel de publieke alsook de private sector in conclave gaan en samen werken om de richting aan te geven.

Hoewel onze ESP vanuit de wetgever bedoeld was om de elektriciteitssector te ordenen en te reguleren, zal het ESP een reflectie moeten zijn van een nationaal gedragen visie over de brede ontwikkeling van energie in Suriname.    Elke ESP zal derhalve bijkans het logische gevolg moeten zijn van de nationale visie die ons de richting aanwijst.

Suriname heeft in elk geval alle ingrediënten om nationaal, regionaal en zelfs ook internationaal de juiste trend te zetten, maar dat begint allemaal met een duidelijke visie die uitmondt in  planning, beleid ,regulering en doelgerichte acties binnen de energiesector. Hiervan is het ontwikkelen van een ESP dat voldoet aan de huidige omstandigheden één van de belangrijke stappen voorwaarts.

PERSBERICHT|Orlando Olmberg, President Suriname Energy Chamber.

GERELATEERD AAN: OPTIMALE INTEGRATIE VAN HERNIEUWBARE ENERGIE IN SURINAME ONDER POTENTIËLE KLIMAATSVERANDERING