• zondag 05 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Reactie op de leugens van Bouterse over een invasie in 1982 en de decembermoorden

| waterkant | Door: Redactie

[INGEZONDEN] – In het radioprogramma Bakana Tori op LIM FM, heeft de verdachte D. Bouterse diverse uitspraken gedaan met betrekking tot het 8 december strafproces en de vermeende dreiging van een Amerikaanse invasie in december 1982. Sunil Oemrawsingh, voorzitter van de Surinaamse Stichting 8 december 1982 zegt in een reactie op de leugens van Bouterse het volgende:

Bouterse stelt dat “het Surinaamse Openbaar Ministerie en de procureur-generaal geen verstand hebben van de zaak in hoger beroep en dat het proces complex is”. Echter, het is belangrijk om te benadrukken dat het rechtssysteem in de rechtstaat Suriname is opgezet om complexe

zaken te behandelen en te beoordelen op basis van bewijs en getuigenverklaringen.

De verdachte Bouterse beweert “dat het toenmalig militair gezag geen andere keus had dan de slachtoffers van de 8 decembermoorden aan te pakken vanwege een vermeende dreiging van een Amerikaanse invasie”. Het is opmerkelijk dat hij, ondanks beweringen van een dreigende invasie, rustig bleef in Fort Zeelandia, dat volgens zijn eigen redenering het eerste doelwit zou zijn van een Amerikaanse aanval.

Het is belangrijk om op te merken dat zijn verhaal over een Amerikaanse invasie niet is ondersteund door feitelijk bewijs. De verdachte had alle gelegenheid om deze beweringen te

staven in de rechtszaal door die te presenteren, maar koos ervoor om gebruik te maken van zijn zwijgrecht.

Daarnaast is het belangrijk om te benadrukken dat de rechtszaak tegen de verdachte, om het uitvoeren draait van een moordplan en niet om vermeende internationale politieke dreigingen. Dat andere dictators onderduiken tijdens een (dreigende) invasie is begrijpelijk , omdat zij de veiligheid van zichzelf en hun families proberen te waarborgen. Het is opmerkelijk dat de Surinaamse dictator ervoor koos om op zijn militaire commandopost, Fort Zeelandia, te blijven, ondanks zijn beweringen van een dreigende invasie.

Een ander Surinaams voorbeeld is dat tijdens de Rambocus coup de militair Lachmon met een pantserwagen naar fort Zeelandia gereden was en de militairen die zich daar verschanst hadden allemaal in de Suriname rivier gesprongen. Een ander voorbeeld is en dat op 8 december 1982, militairen in het kamp naar porno keken -zoals oud-militair Iwan Mahadew in zijn boek ‘De Tweesprong’ heeft aangegeven- en niet in paraatheid waren gebracht vanwege de invasie.

“Voor een pantserwagen rent men weg, en voor een Amerikaanse invasie blijft men gewoon in het fort”. Het hele invasie sprookje is onzin.

Het 8 december strafproces draait om gerechtigheid voor de slachtoffers en het vaststellen van de waarheid achter de gebeurtenissen van die dag. Het is van groot belang dat het proces onafhankelijk en eerlijk wordt uitgevoerd, waarbij alle bewijsmateriaal en getuigenverklaringen zorgvuldig worden geëvalueerd. Het is niet productief om af te wijken van de kern van de zaak door ongegronde beweringen te doen over een vermeende dreiging van een Amerikaanse invasie.

Naast zijn militair technische onzin, is er ook uit het strafrechtelijk onderzoek vastgesteld dat de verdachte Bouterse met voorbedachten rade de 15 slachtoffers van het 8 december 1982 heeft vermoord. Het is vastgesteld in het onderzoek ter terechtzitting, waar waarheidsvinding plaatsvindt, dat hij voldoende tijd en ruimte had om een weloverwogen beslissing te nemen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte Bouterse, met kalm beraad en overleg heeft gehandeld. Dit wordt ondersteund door de verklaring van de heer Fred Derby. Het is duidelijk dat alle overgebleven verdachten zich moeten verantwoorden voor de rechter omdat er genoeg getuigenverklaringen zijn afgelegd waaruit blijkt dat allen part en deel zijn geweest van het moordplan.

Onder andere heeft de verdachte Bouterse zelf een deel van de uitvoeringswerkzaamheden op zich genomen, omdat de 15 mannen eerst aan hem werden “voorgeleid”. Bovendien is er beeldmateriaal waaruit blijkt dat hij de heer Andre Kamperveen onder druk heeft gezet om een leugenachtige verklaring af te leggen over een aanstaande invasie.

Deze feiten en andere bewijsstukken versterken het beeld dat Bouterse een leidende rol had in het plannen en uitvoeren van de moorden op de 15 mannen.

De conclusie is dat 40 jaar terug, de militairen geweld en moord als een instrument voor ontwikkeling zagen. Het volk heeft met bloed, armoede en brain drain de prijs van Bouterse betaald. Zijn ontwikkeling is nooit gekomen.

Niet alleen de 8 december slachtoffers hebben de prijs betaald, maar het hele Surinaamse volk. Velen beseffen niet dat het koersprobleem dat we tot vandaag hebben, in fort zeelandia is begonnen met de moorden en daarmee ook de armoede. Terwijl juist de quasi revolutionairen en de hun gelieerden in weelde leven vandaag.

Sunil OemrawsinghVoorzitter Stichting 8 december 1982

| waterkant | Door: Redactie