• zaterdag 04 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Veehoudersbond ziet afwezigheid veemarkt als belangrijk gemis

| dagblad suriname | Door: Redactie

De Veehoudersbond Suriname (VHB) ziet het niet bestaan van een veemarkt in Suriname als een belangrijk gemis voor de stimulering van de veeteeltsector. Op zo een veemarkt kunnen veehouders hun vee en veeproducten rechtstreeks en zonder tussenkomst van opkopers aan de consument of de slager verkopen. Hierdoor kunnen ze niet alleen een veel eerlijker prijs voor hun vee bedingen, maar ook voor de consument kan de prijs van eindproducten voordeliger uitvallen. 

Mukesh Ramlagan, voorzitter van de Veehoudersbond, zegt dat zoals het er nu aan toegaat bij de verkoop van vee, zij in belangrijke mate afhankelijk zijn van veeopkopers. Die maken behoorlijke

winsten bij het doorverkopen van het geslachte vee aan slagers. Tussen de prijs die de veeboer van de opkoper krijgt voor hun vee en de uiteindelijke consumentenprijzen van vlees en vleesproducten bij de slager zit volgens Ramlagan een verschil van bijna 40 procent. De veeboer die de meeste inspanningen pleegt om het slachtvee te fokken, krijgt de minste winst. 

Het bestaan van veemarkten in de diverse gebieden in het land waar vee wordt gehouden, zou in dit opzicht een heel goede uitkomst bieden voor de veeboer en stimulerend werken voor de veeteeltsector.

Groeiende vraag naar vlees

De Veehoudersbond-voorzitter zegt dat voor de slachtveesector

het afgelopen jaar een goede is geweest. Dit voor zowel boeren van kleine herkauwers, zoals schapen en geiten, als voor boeren die slachtrunderen houden. De vraag naar rundvlees en vlees van kleine herkauwers is goed en is groeiende. Wat volgens Ramlagan beter geregeld moet worden is de manier waarop slachtvee wordt verkocht. Het is vaak zoeken naar opkopers om het slachtvee te verkopen.

De grote afhankelijkheid van opkopers is voor de veeboer niet ideaal. Afhankelijk van het geschatte slachtgewicht en de gesteldheid van het vee wordt op locatie een prijs overeengekomen met de opkoper. Gemiddeld ligt de verkoopprijs rond de SRD 150 per kilogram. Afhankelijk van het ras levert een rund een gemideld slachtgewicht op van 200 tot 300 kilogram. De grotere Zebu’s leveren rond de 400 kilogram slachtgewicht op. Een gemiddeld slachtrund van 300 kilogram brengt de veeboer dus circa SRD 45.000 op. Daarvoor heeft hij het beest 3 jaar lang gefokt.  

Met het bestaan van een veemarkt zouden bijvoorbeeld slagers rechtstreeks met de veeboer kunnen “dealen” over verkoopprijzen. Nu nemen ze het geslachte vee af van de opkoper die in hun verkoopprijs hun winstmarges calculeren.

Slachtbeperking vrouwelijke runderen

Met een veemarkt zou de controle van de Wet Beperking Slachting Vrouwelijke Runderen ook beter gecontroleerd worden. Deze wet die vorig jaar door het parlement is goedgekeurd, is  bedoeld ter bescherming van de rundveestapel in het land. In de voorbije jaren is er veel ingeslacht op de veestapel om te kunnen voldoen aan de toegenomen vraag naar rundvlees. Bij de slachting is er sprake van een verhoogd aantal gevallen van het slachten van drachtige runderen. Hierdoor kan de veestapel in het land minder snel groeien. Dit heeft een negatief effect op de tijdige voorziening van de bevolking met vlees afkomstig van rund. 

Zoals het er nu in de praktijk aan toe gaat bij de verkoop van runderen voor de slachting, kan de veeboer niet weten of het vrouwelijke rund drachtig is. Dat kan alleen blijken wanneer de opkoper het dier bij het slachthuis aanbiedt ter slachting. Daar wordt gecontroleerd of het dier drachtig is. Drachtige runderen worden niet aangenomen voor slachting door het slachthuis. Wat met die drachtige runderen verder gebeurt is niet bekend. Er bestaat niet zoiets als een nacontrole. Voor de veeboer die het dier reeds heeft verkocht, betekent dit een groot verlies. Indien hij kon hebben geweten dat zijn dier drachtig was, zou hij niet tot verkoop zijn overgegaan en daarmee zijn veestapel hebben kunnen vergroten.

Op een veemarkt kunnen de dieren eerst door een veearts worden gecontroleerd alvorens kan worden overgegaan tot verkoop voor slachting. Daardoor is er meer zekerheid dat drachtige vrouwelijke runderen niet worden verkocht en dus bij de veestapel van de boer blijven. Zoals het er nu aan toe gaat kan niet worden nagegaan wat met de verkochte drachtige runderen precies gebeurt na verkoop door de veeboer.

SS

| dagblad suriname | Door: Redactie