• vrijdag 17 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Zaak beslag 19,5 miljoen euro uit Suriname moet opnieuw worden behandeld

| waterkant | Door: Redactie

De beslissing van het gerechtshof Amsterdam van 10 januari 2023 tot opheffing van het (strafvorderlijk) beslag op een geldtransport vanuit Suriname van 19,5 miljoen euro blijft niet in stand. Dat heeft de Hoge Raad vandaag geoordeeld. De zaak wordt verwezen naar het gerechtshof Den Haag om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld. De raadsman van de Centrale Bank van Suriname, Aroon Gonesh, heeft tegenover de redactie van Waterkant bevestigd dat de Hoge Raad dit zojuist heeft beslist.

Op 17 april 2018 heeft de Fiscale Inlichtingen en Opsporingsdienst (FIOD) een geldzending van bijna 19,5 miljoen euro inbeslaggenomen wegens verdenking van witwassen. Het

geld is eigendom van drie Surinaamse banken (hierna: de handelsbanken). De Centrale Bank van Suriname was de ‘shipper’ van het geld.

Het Amsterdamse hof verklaarde (nadat de Hoge Raad een eerdere rechterlijke beslissing tot teruggave van het beslag had vernietigd) het beklag van de drie handelsbanken opnieuw gegrond, omdat ruim vierenhalf jaar na de inbeslagneming de interstatelijke samenwerking tussen Suriname en Nederland volledig tot stilstand is gekomen en niet aannemelijk is dat de Surinaamse autoriteiten alsnog uitvoering zullen geven aan het rechtshulpverzoek van het OM aan Suriname. Ook ontbreekt volgens het hof concrete informatie voor het antwoord op de vraag of

en wanneer er strafzaken zullen worden aangebracht tegen de handelsbanken of andere verdachten. Het hof gelastte daarom teruggave van het geld aan deze drie banken. Het OM stelde opnieuw beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.

De Hoge Raad oordeelt dat het hof zijn beslissing onvoldoende heeft gemotiveerd. Het hof is namelijk niet ingegaan op de stelling van het OM bij de behandeling van het klaagschrift dat, gelet op de al verkregen resultaten van het strafrechtelijke onderzoek en het daarbij gerezen vermoeden van witwassen, de uitvoering van de gevraagde rechtshulp door de Surinaamse autoriteiten geen noodzakelijke voorwaarde is voor het daadwerkelijk voor de rechter brengen van de handelsbanken of andere verdachten.

De Hoge Raad vernietigt daarom de beslissing van het hof en verwijst de zaak naar het gerechtshof Den Haag om opnieuw te worden behandeld en beoordeeld.

In een eerste reactie zegt de advocaat van de Centrale Bank van Suriname Aroon Gonesh dat ‘de uitspraak teleurstellend is’, maar zegt hij in een adem ‘wij zijn standvastig en duidelijk en gaan door’. Het zal in the end uitkomen dat het beslag geheel ten onrechte is gelegd en onrechtmatig is. Advocaat Gonesh legt uit ‘ dat volgens de raadslieden van de banken uit de overwegingen van het Hof blijkt dat het voor het Hof niet vaststaat dat er een vervolging zal komen en die vervolging tot een veroordeling leiden zal, laat staan tot een bijkomende straf inhoudende de verbeurdverklaring van de in beslag genomen geldzending.

Dat oordeel is volgens de raadsman niet onbegrijpelijk in het licht van het ter raadkamer op 6 december 2022 verhandelde, met inbegrip van de over en weer uitgewisselde ‘conclusies’ en de ter raadkamer overgelegde schriftelijke aantekeningen van de advocaten van de banken en het OM’. Dat is door de raadslieden van de banken ook in cassatie aan de orde gesteld. De Hoge Raad ziet dit echter anders. Wij zullen over een aantal maanden zien wat het Hof Den Haag ervan vindt, aldus Gonesh.

| waterkant | Door: Redactie