• zondag 05 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

SANDEW HIRA: VONNIS DECEMBERMOORDEN ACCEPTEREN EN RESPECTEREN

| united news | Door: Redactie

Foto: Sandew Hira, pseudoniem voor Dew Baboeram en Desi Bouterse in één van de afleveringen van de getuigenis van Desi Bouterse.

De veroordeling van ex-legerleider Desi Bouterse en vier medeverdacht tot langdurige gevangenisstraffen voor de geruchtmakende Decembermoorden dien gerespecteerd en geaccepteerd te worden.

Dat zegt Sandew Hira, pseudoniem voor Dew Baboeram, één van de nabestaanden van de slachtoffers van de Decembermoorden. Zijn broer, John Baboeram, werd op 8 december 1982 samen met veertien andere critici van het toenmalig militair bewind dat geleid werd door toenmalig legerbevelhebber Bouterse, standrechtelijk geëxecuteerd.

Bouterse kreeg een gevangenisstraf van 20 jaar en de vier anderen elk 15 jaar.

“We moeten de uitspraak van de rechtbank accepteren en respecteren, ook al ben je het er niet mee eens. Er zijn genoeg vreedzame middelen om je mening te laten horen, inclusief een stem bij verkiezingen”, zegt Hira. Met veroordeling van ex-legerleider Desi Bouterse en vier medeverdachten woensdag is, aldus de nabestaande, “een einde gekomen aan een lang juridisch proces en de afsluiting van een historische fase in de geschiedenis van Suriname”.

Hij hoopt dat deze afsluiting op een vreedzame wijze zal gebeuren en niet zal leiden tot nieuw politiek geweld. De Surinaamse gemeenschap kan en mag niet opnieuw met politiek geweld

geconfronteerd worden, vindt Hira, die aanvoert dat de Decembermoorden een diepe breuk hebben veroorzaakt in de Surinaamse samenleving. Ze hebben de samenleving verscheurd en verdeeld. Een ander keerpunt is de Binnenlandse Oorlog, stelt hij.

Hira was tussen 2015 en 2018 toen Bouterse president was van Suriname intensief betrokken bij een proces om via waarheidsvinding, dialoog en verzoening problemen die te maken hadden met de Decembermoorden en de Binnenlandse Oorlog op te lossen. Volgens hem zou een traditioneel strafproces zoals dat in 2007 was ingezet niet resulteren in waarheidsvinding.

Het verzoeningsinitiatief stuitte echter op weerstand van de nabestaanden van de slachtoffers van de Decembermoorden. Zij gaven voorrang aan een regulier strafproces waarbij de verdachten gebruik konden maken van alle rechtsmiddelen die beschikbaar zijn in de rechtsstaat Suriname. Het recht moest zijn beloop hebben. Zo mochten zij die schuldig worden bevonden hun straf niet ontlopen, was de opvatting van deze nabestaanden.

Tussen 1980 en 1991 zijn circa 450 mensen gedood in Suriname als gevolg van politiek geweld, van wie 15 op 8 december 1982 en 35 op 29 november 1986 in Moiwana in Oost-Suriname.

Hira zegt “verschrikkelijke verhalen” te hebben verzameld van nabestaanden van slachtoffers van de Binnenlandse Oorlog, “een oorlog die mede tot stand is gekomen door steun van Nederland en de nabestaanden van 8 December”. Volgens hem is in Suriname een hiërarchie ontstaan in menselijk leed. “Sommige leed mag erkend worden, ander leed moet ontkend blijven”, zegt de nabestaande.

Politici, opiniemakers, kerkelijke leiders en juristen hanteren volgens hem nadrukkelijk deze hiërarchie. “Ik wilde als één van de nabestaanden van 8 December een handreiking doen aan die andere nabestaanden vanuit de gedachte dat er geen hiërarchie in menselijk leed mag bestaan”.

De dood van een familielid als gevolg van politiek geweld is voor nabestaanden heel moeilijk te accepteren, meent Hira. Er ontstaan volgens hem “begrijpelijke gevoelens van wraak” wat geldt voor alle 450 slachtoffers van politiek geweld in Suriname. Zijn initiatief zou daardoor maar gedeeltelijk zijn geslaagd. Het heeft, aldus Hira, een stem gegeven aan nabestaanden die nooit een stem hebben gehad.

Hira: “Maar het heeft niet geleid tot een dialoog tussen nabestaanden van alle slachtoffers van politiek geweld in Suriname. Sterker nog, ik heb een hoge prijs moeten betalen voor dat initiatief. Maar als ik vooraf geweten had wat me te wachten stond, zou ik niet aarzelen om het opnieuw te doen. Het heeft me moreel sterker gemaakt in de wetenschap dat ik een bijdrage heb geleverd om de hiërarchie van menselijk leed te doorbreken”.

De uitspraak van de rechtbank zou voor politici, opiniemakers, kerkelijke leiders en juristen een aanleiding moeten zijn, meent hij, om te laten zien dat ze moreel aan de juiste kant van de geschiedenis staan door eindelijk het leed van de nabestaanden van de overige 400 slachtoffers te erkennen, bijvoorbeeld door initiatieven te nemen op het gebied van waarheidsvinding, dialoog en verzoening.

UNITEDNEWS

| united news | Door: Redactie