• woensdag 30 July 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Column: Twee scheve schaatsen

Column: Twee scheve schaatsen

| starnieuws | Door: Redactie

Hans Breeveld

Ooit formuleerde de bestuurssocioloog drs. August Boldewijn ‘politiek’ als een “stoelendans rond het eigen belang”. Een gelegenheidsformulering voor de politiek waar ik bij de recente regeringswisseling aan moest denken. Eerst

zagen wij de scheidende ploeg zichzelf zegenen met staatsonderscheidingen. Deze extra – in veel gevallen niet verdiende – beloning aan scheidende bewindslieden is vanaf dag één een steen des aanstoots geweest. 

Staatsonderscheidingen zijn primair bedoeld als waardering aan personen voor bijzondere werkzaamheden verricht ten behoeve van de natie, naast hun reguliere baan. Dat geldt ook voor ministers. Wat ook steekt is dat ministers die ver onder het gemiddelde gepresteerd hebben, ook gezegend werden met zo’n onderscheiding. Gewone burgers komen pas na jarenlange plichtsgetrouwe arbeid voor de gemeenschap daarvoor in aanmerking.

Het is te hopen dat dit jaar de laatste keer was dat
wij deze vertoning moesten aanzien. De kans is anders groot dat mensen die daadwerkelijk voor zo’n onderscheiding in aanmerking komen, in het vervolg steeds vaker zullen bedanken voor deze ‘eer’.Het aantreden van de nieuwe regering, waarvan de president beloofd had een sober beleid te zullen voeren, werd vergezeld door ten minste één wanklank. Veel politici praten voor en tijdens de verkiezingen over de noodzaak van een kleinere regering. Het aantal ministeries zien wij echter na de verkiezingen eerder toe- dan afnemen. Als het aantal ministeries niet toeneemt, dan neemt het aantal bewindslieden toe. En als het zou gaan om het bevorderen van behoorlijk bestuur, dan zou daar nog wat voor te zeggen zijn. Maar steeds krijgen wij de indruk dat het uitdijen van de regering plaatsvindt om partijprominenten, die nog net de boot zouden missen, aan boord te trekken. En wie betaalt de rekening? Juist ja, het volk! Het moet toch wat kosten om zoveel partijen rijk te zijn.Wij kunnen hier niet voldoende tegen waarschuwen. Politici zouden – in een super 'accommodeerdrift' – ons ooit kunnen opschepen met enkele onderpresidenten en ondervicepresidenten, met als argument dat het werk te veel is geworden voor één president. Maar geven bepaalde ministers zichzelf geen brevet van ongeschiktheid als de job die gemakkelijk door één persoon verricht kan worden, nu door twee personen verricht wordt? Met het oog op 2028 had ik verwacht dat bewindslieden het volk zouden voorgaan in het bevorderen van de arbeidsproductiviteit. Of imiteren enkele ministers de schoonmaakploegen van de overheid? Hoe vaak zie ik niet dat op plekken waar gerust één persoon bezig zou kunnen zijn met het schoonmaken, vier personen rondlopen: één om schoon te maken, één om op te ruimen en twee om toe te kijken.Maar ook op andere plekken van de overheid waar er twee ambtenaren nodig zijn, zien we er drie of vier rondlopen. Mensen die weinig of niets te doen hebben, kunnen anderen weleens tot last zijn. Nog altijd denk ik met genoegen aan de volgende tekst die hing in de werkruimte van mijn broer Borger: “Als je niets te doen hebt, doe het dan niet hier!”.Maar de ministers staan er niet bij stil dat het groot aantal bewindslieden ook als zelfdesavouering kan worden beschouwd. Als je voor een functie die door één persoon kan worden geklaard daar twee personen aanstelt, kan de legitieme vraag gesteld worden: “Hoe competent is deze minister?”In onze kleinschalige gemeenschap zou het geen probleem moeten zijn dat één persoon twee ministeries beheert. Zelf kreeg ik in het overgangskabinet-Kraag in 1991 het beheer over de ministeries van Binnenlandse Zaken en van Regionale Ontwikkeling. Bij Binnenlandse Zaken zorgde ik voor de coördinatie van de verkiezingen, terwijl ik wat Regionale Ontwikkeling betreft regelmatig met president Kraag voor besprekingen en overleg naar het binnenland moest. Het besturen van de twee ministeries ging middels regelmatig en intensief overleg met de betreffende directeuren. Soms ook met de onderdirecteuren of afdelingshoofden. Maar daarnaast had ik voldoende tijd om mijn colleges op de universiteit te verzorgen.Drs. Soewarto Moestadja staat op eenzame hoogte wat betreft het beheer van het aantal ministeries door één persoon. Niet minder dan vier ministeries werden ooit door hem tegelijk beheerd, terwijl hij op magistrale wijze het beleid dat gevoerd werd op deze ministeries in De Nationale Assemblee wist te verdedigen. Niet iedereen bezit de bestuursbekwaamheid van Moestadja of is zo onderlegd als hij, maar één persoon per ministerie moet toch wel kunnen? Het is te hopen dat wij weer eens een foto van een regeerploeg zullen zien waarop naast de president en de vicepresident maximaal twaalf ministers staan.De grondwet voorziet in het aanstellen van onderministers, maar aangezien onze ervaring met dit soort bewindvoerders tot nu toe niet zo gunstig is geweest, waarom weer grijpen naar deze geldverspillende staatsrechtelijke figuur? Overigens, niet alles wat je mag, moet je in moeilijke tijden ook doen. In die tijden geldt de regel: “Probeer minder te doen dan je mag doen, en meer dan je moet doen.”Hans Breeveld

| starnieuws | Door: Redactie