Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking.
Suriname staat pal recht achter buurland Guyana als het gaat om het grensgeschil met Venezuela over het olierijke gebied Essequibo. Minister Albert Ramdin van Buitenlandse Zaken, International Business en Internationale Samenwerking is ingenomen met de wijze waarop wat rust in de tent is gekomen tussen de twee landen. De commotie rond het conflict had nogal een grimmige ondertoon. Ramdin geeft aan dat geen enkel partij gebaat is bij een 'oorlog'. Hij is het niet eens met de kritiek op het buitenlands beleid. De bewindsman vindt dat Suriname juist positief wordt uitgedragen. Ramdin zwaait ook veel lof toe aan Caricom die zich ook heeft beijverd dat zaken niet verder zijn geëscaleerd. President Irfaan Ali van Guyana en Nicolas Maduro van Venezuela hebben na hun ontmoeting op 15 december 2023, in St. Vincent and the Grenadines aangegeven dat elke escalatie van het conflict vermeden zal worden. De leiders zullen binnenkort in
Brazilië het gesprek voortzetten. Essequibo behelst twee derde deel van Guyana. Sinds 1899 had een internationale arbitragecommissie aangegeven dat het gebied de westerburen toebehoort, maar Venezuela persisteert. Suriname is de mening toegedaan dat het gebied van Guyana is op basis van de uitspraak in 1899. De minister haast zich meteen om aan te geven dat het betwiste gebied Tigri op een strategische en weloverwogen manier wordt aangepakt. “Emotionele en sentimentele handelingen zijn negers voor nodig. Het ministerie weet wat te doen en het belang van Suriname staat voorop," geeft Ramdin resoluut aan.
Suriname weer positief op de kaart gezetTijdens het gesprek met Starnieuws stond de bewindsman stil bij het buitenlands beleid. Er wordt veel kritiek geleverd op het beleid, maar Suriname wordt volgens hem weer positief uitgedragen. Hij verwijst naar de periode mei 2020. Het was zo erg gesteld dat buitenlandse partners geen vertrouwen meer hadden in de toenmalige regering, meent Ramdin. Samen met de toenmalige minister Gillmore Hoefdraad van Financiën heeft hij ruimschoots vóór de de regeringsoverdracht plaatsvond moeten onderhandelen met internationale financiële partners.
“Nu is dat niet meer het geval,” zegt Ramdin. Volgens hem heeft deze regering heel veel goede zaken gedaan, maar door een of andere reden komt dit niet duidelijk naar voren. Hij denkt dat dit mogelijk komt door de naweeën van de Covid pandemie. “ Mensen zijn onzeker geworden,” benadrukt hij.
Buitenlands beleid bedruipt zichzelfDe kritiek is dat de minister meer in het buitenland vertoeft en te veel diplomatieke vertegenwoordiging heeft, terwijl Suriname in een crisis verkeert. Volgens Ramdin heeft het buitenlands beleid meer dan US$ 110 miljoen binnengebracht door schenkingsmiddelen, waarbij jaarlijks vanuit de staatsbegroting US$ 12 miljoen wordt besteed aan het ministerie en de 17 buitenposten. De bewindsman legt uit dat het buitenlands beleid van Suriname erop is gericht om zo veel als mogelijk aanwezig te zijn tijdens de internationale meetings, hetzij online of fysiek.