• zondag 24 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Uitvoering vonnis 8 december strafproces opgeschort

| starnieuws | Door: Redactie

De  uitvoering van het vonnis in het 8 december strafproces gedurende 8 dagen van rechtswege opgeschort. Dit bevestigt het Openbaar Ministerie (OM) tegenover Starnieuws. Advocaat Irvin Kanhai heeft schriftelijk het voornemen tot indienen van een gratieverzoek meegedeeld aan het OM.

De veroordeelden hebben het voornemen tot indiening van een verzoek tot gratie kenbaar gemaakt aan het OM. Dit uitdrukkelijke voornemen

heeft tot gevolg dat de ten uitvoerlegging gedurende de 8 dagen waarbinnen het gratie verzoek kan worden gedaan, wordt opgeschort. 

Nadat het gratieverzoek formeel is ingediend blijft de ten uitvoerlegging opgeschort zolang op het verzoek niet is beschikt.

De opschorting vindt plaats op basis van de artikelen 486 en 487 van het Wetboek van Strafvordering.

Artikel 486Voor zover betreft veroordelende vonnissen, blijft ook nadat zij in kracht van gewijsde zijn gegaan, indien de veroordeelde dit uitdrukkelijk verlangt, de tenuitvoerlegging opgeschort gedurende de volgende acht dagen.

Artikel 487

1. Binnen de in het voorgaande artikel bepaalde termijn kan de veroordeelde

een verzoekschrift om gratie ongesloten inleveren of doen inleveren bij de griffier van het gerecht dat het vonnis heeft uitgesproken of, in de gevallen bij staatsbesluit genoemd, ook bij de ambtenaar of zijn vervanger, bij dat besluit aangewezen.

2. De ambtenaar of zijn vervanger, bij dat besluit aangewezen, tekent van elke inlevering die bij hem heeft plaatsgevonden in een daartoe bestemd register de dag aan, waarop zij is geschied, en geeft van die inlevering onverwijld op de snelst mogelijke wijze kennis aan de griffier van het gerecht, in het voorgaande lid bedoeld en aan het openbaar ministerie; hij doet voorts het verzoekschrift onverwijld op de snelst mogelijke wijze aan de griffier toekomen.

3. De griffier tekent van elke inlevering, die bij hem heeft plaatsgevonden of waarvan hij ingevolge het voorgaande lid in kennis is gesteld, in een daartoe bestemd register de dag aan, waarop zij is geschied, en geeft van die inlevering onverwijld schriftelijk kennis aan het openbaar ministerie. Hij verzendt het bij hem ingeleverde of ingevolge het voorgaande lid aan hem toegezonden verzoekschrift onmiddellijk aan de Minister van Justitie en Politie.

4. Door de inlevering blijft de tenuitvoerlegging opgeschort zolang op het verzoek niet is beschikt.

| starnieuws | Door: Redactie