• zaterdag 23 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Rechtsstatelijk denken en handelen in Pan American case

| de ware tijd | Door: Redactie

INGEZONDEN

Nu wij het standpunt en de inzichten van de minister van Openbare Werken (OW) publiekelijk hebben kunnen aanhoren tijdens zijn radio praatje bij ‘Bakana Tori’  in de kwestie van Pan American Real Estate, is het voor ons duidelijk dat de bewindsman nog niet goed door heeft hoe de vigerende regels, binnen het openbaar bestuur werken. De feitelijke informatie, de bewijsstukken en mede de indringende toelichting van Marcel Oostburg, iemand die op dit gebied zeer bekwaam is, geven een duidelijk beeld wat de stand van zaken is van deze kwestie in juridische zin.

Juist het optreden van de minister van OW, met

name zijn standpunten en stellingname ter verdediging van ronduit gezegd dit schandaal, levert de juridische bewijzen en grondslagen voor een diepgaand (strafrechtelijk) onderzoek. Public Private Partnership als beleidsuitgangspunt biedt in deze geen juridische basis noch juridische grondslag aan de staat om een bestaande overeenkomst open te breken en vervolgens als overheid, zonder in achtneming van de vigerende regels -onder andere- comptabele, nieuwe besluiten te nemen.

Door al deze staatsrechtelijke capriolen van de minister en zijn staf is gebleken dat de toegekende bedragen, bijkans 8.000.000 US dollar niet door morele afwegingen tot stand zijn gekomen, maar puur op basis van nieuwe afspraken

en harde onderhandse toezeggingen.

De bestaande overeenkomst verplicht tot naleving en strekt tot een verbintenis “een rechtsband tussen twee of meer partijen, welke tot gevolg heeft dat één partij verplicht is om te presteren (de debiteur) en de ander tot deze prestatie gerechtigd is (de crediteur).” Hier hebben wij te doen met een verbintenis ontstaan uit een overeenkomst. Derhalve kon OW zijnde een overheidsdienst geen afwijkende rechts- of feitelijke handelingen binnen deze context plegen.

Gelet op de inhoud van de overeenkomst in het kader van het beleid met betrekking tot de  woningbouwprojecten kon er aanleiding zijn morele plicht te erkennen zijdens de overheid. Met name OW aangezien de projectontwikkelaar, bijkans 90 procent van de overeenkomst al had nageleefd, in stede van 20 woningen 562 opgeleverd en verkocht, en uit hoofde daarvan aan de projectontwikkelaar op grond van de opgeleverde prestaties betalingen van de hoogte, zoals het nu in geding is verlenen.

Dan was voldaan aan ‘een natuurlijke verbintenis’ namelijk het doen van een betaling waartoe men zich moreel verplicht voelt. De minister was dan niet in opspraak geraakt althans als te goeder trouw was gehandeld, dan zou hij met recht zijn stopzin ‘jullie hoeven niet mee eens te zijn maar het is ons beleid’ kunnen gebruiken.

Geen verplichting

Door al deze staatsrechtelijke capriolen van de minister en zijn staf is gebleken dat de toegekende bedragen, bijkans 8.000.000 US dollar niet door morele afwegingen tot stand zijn gekomen, maar puur op basis van nieuwe afspraken en harde onderhandse toezeggingen, aangezien de staat op geen enkele manier een verplichting had jegens Pan American Real Estate op basis van de overeenkomst.

Helaas is het zo minister dat in uw drang om dit naar uw inzicht goed uitgedacht plan, om wat voor reden dan ook, in uitvoering te brengen de juridische balancering tussen strafrechtelijke en bestuursrechtelijke vergrijpen door arrogantie gebaseerd op uw kennis u de das kan om doen. Hoewel wij in Suriname niet beschikken over de Algemene Wet Bestuursrecht worden de geschreven en ongeschreven rechtsnormen in de praktijk binnen onze rechtsstaatgedachte wel gehanteerd. 

Ten slotte, te uwer informatie een missive heeft het karakter van een interne instructie en moet nog in een bestuursbesluit worden vervat, hetzij een resolutie, een beschikking of zelfs een staatsbesluit voordat het rechtens kan worden gebruikt (S.B.1996 no. 54, Vormgeving Wettelijke Regelingen, Staats-en Bestuursbesluiten). Zo functioneert het legaliteitsbeginsel.

Eugène van der San

De redactie van de Ware Tijd stelt lezers in de gelegenheid stukken in te zenden ter publicatie. In principe worden alle ingezonden artikelen opgenomen, tenzij de inhoud schadelijk, kwetsend of beledigend is voor derden. Stukken die worden geplaatst komen niet noodzakelijkerwijs overeen met de mening van de Ware Tijd. De redactie behoudt zich het recht voor om stukken niet te plaatsen, of in te korten of te redigeren zonder dat die uit hun context worden gehaald.

| de ware tijd | Door: Redactie