• zaterdag 08 February 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

SURINAME MIST KANS OP DE LUCRATIEVE VOEDSELMARKT

| united news | Door: Redactie

Auteur: Armand Snijders.

Suriname moet dé voedselschuur van de regio worden, roepen opeenvolgende regeringen al jaren. Maar in werkelijkheid is het al jaren kommer en kwel en loopt daardoor heel veel geld mis.

Dat concludeerde ook de Rekenkamer van Suriname onlangs in een rapport. Vooral door gebrek aan een duidelijk beleid rommelen de meeste ondernemers in de agrarische sector maar wat aan en produceren nauwelijks genoeg voor de lokale markt – die nog altijd wordt overspoeld door verse import. Daardoor blijft de voedselschuur leeg en slaan andere landen, zoals buurland Guyana, hun slag. Dat is een gemiste kans op een lucratieve markt.

Het

was jaren geleden vooral – inmiddels wijlen – president Desi Bouterse die de term ‘voedselschuur’ vaak in zijn mond nam en een grootse en welvarende agrarische toekomst van Suriname voor zich zag. Ook de huidige regering droomt ervan om vanuit het land de gehele Caribische regio te voeden met wat er in het vruchtbare Suriname groeit, zeker tegen het licht dat de Caricom in 2030 25 procent minder dure importen vanuit de rest van de wereld wil halen.

Overal in de regio wordt beloofd dat ons land daar een belangrijke bijdrage aan kan leveren. Er zijn zelfs overeenkomsten getekend met eilanden

als Barbados, Aruba en Curaçao om daar Surinaamse producten – zoals manja, sopropo en boulanger – Dat die daar kunnen worden af te zetten.

Maar tot nu toe is het vooral bij overeenkomsten en mooie woorden en beloftes gebleven. En wordt nog altijd heel weinig geëxporteerd naar de regio en wat er wel het land verlaat wordt gedaan op initiatief van lokale ondernemers die dat al jaren doen. Van enige bevordering – laat staan stimulatie – vanuit de overheid om de hoeveelheden op te krikken, is nauwelijks sprake.

En zo gaat het al tientallen jaren, zo concludeert ook de Rekenkamer van Suriname in haar rapport. Daaruit blijkt dat de pogingen van verschillende ministers van Landbouw, Veeteelt en Visserij (LVV) om Suriname tot de voedselschuur van het Caribisch gebied te maken, geen succes hebben gehad. Van de elf export-bevorderende maatregelen die sinds 2010 zijn genomen, hebben zeven geen merkbare toename in de export veroorzaakt.

Zoals het ten tijde van de regering-Bouterse bij het bouwen van de cassaveverwerkingsfabriek bij Zanderij, wat op een fiasco uit is gelopen, waardoor de boeren met een overschot aan cassave bleven zitten en financieel enorm het schip in gingen. Het was verspilde moeite en dus weggegooid geld.

Een ander opvallende flop in die periode was een hypermoderne productiefaciliteit die op de voormalige Staatsboerderij opgezet zou worden. De Israëlische LR Group zou daar volgens toenmalig LVV-minister Rabin Parmessar voor miljoenen dollars investeren en jaarlijks 4,2 miljoen liters melk, 2.000 ton kippenvlees en vijf miljoen eieren voor de lokale markt leveren en exporteren. Maar het ging nooit door, mede omdat er een luchtje van rotte eieren aan de hele overeenkomst hing.

Andere maatregelen zoals het verstrekken van leningen en schenkingen aan landbouwers, hebben wel potentieel, maar het effect daarvan op de langere termijn is nog niet duidelijk. De Rekenkamer stelt verder dat de export van landbouwproducten naar het Caribisch gebied sinds 2010 is gedaald. De totale exportwaarde was in 2022 zelfs lager dan in voorgaande jaren. En dat terwijl ook deze regering veel zegt te doen om de afzet van producten te bevorderen. Maar het lukt maar niet om dit van de grond te krijgen, terwijl buurland Guyana continue agrarische successen boekt.

Waarom dat hier niet lukt, is eigenlijk al een generatie lang kraakhelder: boeren, opkopers, handelaren en politici weigeren over het algemeen de handen ineen te slaan en geven elkaar beurtelings de schuld van mislukte oogsten, te lage prijzen voor de export (van vooral rijst) en te hoge prijzen voor de lokale consumenten.

Dat de agrarische sector een enorme potentie heeft en de staatskas vele tientallen miljoenen dollars per jaar zou kunnen opleveren, wordt al jaren door tal van deskundigen geroepen. Maar het lijkt erop dat de regering er niet echt het belang van wil inzien. Liever staart men zich blind om de oliedollars die over een paar jaar mogelijk ontvangen worden.

De olie raakt echter op een gegeven moment op en de winning daarvan brengt behoorlijke schade toe een het milieu. De agrarische industrie daarentegen is veel duurzamer en zal ook over vele decennia Suriname nog veel geld opleveren.

Deze regering heeft, aldus de Rekenkamer, echter de gelden die voor de sector bestemd waren vooral ingezet om het bacoveproducent Food and Agriculture Industries (FAI) draaiende te houden, wat betekende dat minder middelen beschikbaar waren voor andere exportmaatregelen.

Sinds de Belgische eigenaar Univé in 2021 het bedrijf berooid en met een schuld van 21 miljoen dollar had achtergelaten heeft de regering daar vele miljoenen in gepompt. De FAI is nog steeds zeer noodlijdend en de Rekenkamer concludeert dat het geld beter had kunnen worden geïnvesteerd in andere zaken in de agrarische sector.

Ondertussen blijft het behelpen voor boeren en verwerkende bedrijven. Er worden vanuit de overheid wel kleine initiatieven ontplooid die echter weinig zoden aan de dijk zetten ten aanzien van de export, ook al omdat de politiek zich daar mede mee bemoeit. Van ogenschijnlijk onduidelijke projecten, zoals de bouw van een Chinees landbouwcentrum in Saramacca en het kassenteeltproject in Nickerie, is het maar de vraag of heel Suriname daar baat bij heeft, of dat alleen een select groepje hier vruchten van plukt.

Hetzelfde geldt voor de bouw van een particuliere rijstverwerkingsfaciliteit voor het bedrijf Jai Kisaan in de Prins Bernhardpolder te Nickerie, waar de regering het lieve sommetje van zes miljoen dollar voor uittrekt. Volgens president Chandrikapersad Santokhi zal deze investering helpen om de bevolkingslandbouw te ondersteunen en zal het de landbouwers van Nickerie helpen om hun opbrengsten efficiënter te verwerken. Of dat werkelijk zo is, zal nog moeten blijken.

Het lijken in ieder geval ad-hoc initiatieven, die geen onderdeel uitmaken van een weloverwogen beleidsplan om de potentiële goudmijn die de agrarische sector is, daadwerkelijk te gelde te maken. En dus blijft de voedselschuur voorlopig leeg.

ANALYSE

| united news | Door: Redactie