
Het vertrouwensbeginsel!
| starnieuws | Door: Redactie
Onder Hoofdstuk XIII, het bekendmaken van de uitslag der verkiezingen de artikelen 132 tot en met 137 van de Kiesregeling wordt door de wetgever bepaald, hoe te handelen in voorkomende gevallen. In het onderhavige geval m.b.t. de overledene, de heer Belfort, geeft artikel 137 lid 2 aan “dat gelijke kennisgeving geschiedt wanneer een kandidaat voor de stemming komt te overlijden”.
In het actuele geval van de heer Belfort is het de jure zowel de facto af te handelen volgens de bepaling van artikel 137 lid 3 juncto artikel 53 lid 1, namelijk “Ter voorziening in de vacatures bedoeld in het vorige lid treden in de plaats, indien het De Nationale Assemblee betreft, de in de volgorde hoogst geplaatste niet – gekozen kandidaten van de lijst waarop de plaats is opengevallen”.
Na vandaag zal het niet meer op deze wijze mogelijk zijn met andere woorden, komt een kandidaat na vaststelling van de verzamellijst ingevolge artikel 53 lid 1 van de Kiesregeling te overlijden, dan kan de toepassing van artikel 137 lid 3 niet meer voor het gewenste resultaat zorgen. Dus de kandidaat kan niet zonder meer van het stembiljet worden geschrapt, hoewel betrokkene ook vóór de stemming is komen te overlijden.
De oplossing zal ook op een andere wijze binnen de Kiesregeling of de taakomschrijving van het ministerie belast met de organisatie van de verkiezingen moeten plaatsvinden. Het kan nimmer de bedoeling zijn al de bijkans 600.000 vervaardigde stembiljetten te gaan vervangen. When we close the bridge we will cross the river!
In voorkomende gevallen kunnen de politieke partijen die zich niet kunnen verenigen met de beslissing van de president krachtens de Kiesregeling niet meer bij hem in beroep treden en kunnen in principe alleen nog de onafhankelijke rechter adiëren. Wanneer de gedachte postvat dat het democratisch rechtsstatelijke gehalte niet aanwezig is bij degenen die binnen de uitvoerende macht moeten beslissen, dan is het leiden in last.
We krijgen dan de opmerkingen als van de heer Robert Vishnudatt, voorzitter Volkspartij Leefbaar Suriname “dat de beroepsmogelijkheid bij de president op voorhand al discutabel is omdat het staatshoofd een duidelijk belang heeft bij het uitsluiten van kandidaten van andere politieke partijen”. En juist hier moet de executieve voor waken.
Een verzoek tot waarborging van de integriteit en transparantie van het verkiezingsproces is het zelfde als te biecht gaan bij de duivel, want het is de president als beroepsinstantie die al deze onvolkomenheden, voor zover juist, in beroep zouden kunnen corrigeren. We moeten oppassen dat door naïviteit de organisatie van de verkiezingen in gevaar wordt gebracht.
Eugène van der San
| starnieuws | Door: Redactie