Bieden mondkapjes bescherming of creëren ze schijnveiligheid? Dit zegt de wetenschap
| NRC | Door: Nienke Beintema
Tegelijk met het coronavirus laait de discussie over mondkapjes op. Is het wel of niet verstandig dat iedereen zo’n kapje draagt? Na Italië, Spanje en Duitsland zijn nu ook al België, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk overstag: daar zijn mondkapjes sinds deze week niet alleen verplicht in het ov, maar ook in openbare gebouwen. Een belangrijk verschil. Met alleen verplichting in het ov wordt Nederland steeds meer een kapjesloos eiland, net zo tegendraads als Scandinavië.
Het kabinet gaat nu het Outbreak Management Team vragen zo’n uitgebreidere mondkapjesplicht te onderzoeken, zo werd vrijdag bekend. De burgemeesters van Amsterdam en Rotterdam, Femke Halsema
In het wetenschappelijke debat over een algehele mondkapjesplicht zijn twee vragen van belang. Hoeveel bescherming biedt een stoffen mondkapje aan omstanders en aan de drager? En werken kapjes misschien juist averechts, omdat ze schijnveiligheid creëren en mensen ze verkeerd gebruiken?
Kapjesdragers zijn niet roekeloos
Eerst de schijnveiligheid. Daarnaar verwijzen zowel de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) als het Europese Centre for Disease Prevention and Control (ECDC). „Het gebruik van mondkapjes
Maar is dat ook zo? Gedragswetenschappers van het RIVM deden al in mei literatuuronderzoek. Hun conclusie is dat er weinig bewijs is voor die schijnveiligheid. Zo stellen Amerikaanse en Britse onderzoekers in een nog ongepubliceerd artikel dat er „geen gerapporteerde cases zijn waarin iemand besmet is geraakt door een geïnfecteerd masker. Aangezien al miljoenen mensen maskers dragen, zou je hier wel bewijs over verwachten, als deze cases er waren.”
Ook voor het idee dat mensen zich minder goed aan andere regels gaan houden als zij een mondkapje dragen is geen enkel bewijs, concludeert het RIVM uit de literatuur. De auteurs verwijzen onder meer naar een studie in The Lancet uit april. Ook bij andere vormen van bescherming, zoals autogordels en motorhelmen, is lang gedacht dat mensen daarmee roekelozer worden. Maar die ‘risicocompensatietheorie’ is inmiddels achterhaald, citeert het RIVM.
Matig bewijs voor bescherming
Dan de beschermende werking. Het bewijs ervoor is niet eenduidig. Ook na een half jaar pandemie zijn studies schaars en onderling ook slecht vergelijkbaar. Het meeste onderzoek gaat over chirurgische maskers, niet over stoffen mondkapjes. En vaak is het uitgevoerd onder weinig proefpersonen, of onder keurige lab-omstandigheden, niet in de rommelige realiteit van alledag. In een artikel in het tijdschrift Nature trokken onderzoekers eind mei de conclusie dat chirurgische maskers weliswaar aerosolen (piepkleine druppeltjes) met coronavirus tegenhouden, maar bij grotere druppeltjes was het effect niet significant. WHO-onderzoekers concludeerden begin juli in The Lancet, op basis van 172 verschillende studies, dat „mondkapjes zouden kunnen leiden tot een grote reductie in het infectierisico”. Maar stoffen kapjes kwamen daarin niet voor.
Recente onderzoeken die wél naar stoffen kapjes kijken, leveren een licht positief beeld op. De Britse Royal Society meldde eind juni op basis van drie Chinese studies : „Stoffen gezichtsbedekking is effectief in het verminderen van overdracht van virussen vanuit een bron, dat wil zeggen uitwendige bescherming van anderen, wanneer materiaal en constructie optimaal zijn (hoogwaardig katoen, hybride en meerlagig) en correct zijn aangebracht, en voor bescherming van de drager.” De bescherming zou dus twee kanten op werken: voor omstanders én voor de drager zelf. Maar lang niet ieder zelfgemaakt kapje voldoet aan die strenge eisen.
Er zijn belangrijke voorstanders, zoals Robert Redfield, directeur van de Amerikaanse Centers for Disease Control and Prevention (CDC). Hij pleitte half juli in het Journal of the American Medical Association (JAMA) voor een algemene mondkapjesplicht. „The time is now”, stond boven zijn artikel. Hij verwees daarin naar de effectiviteit van chirurgische mondkapjes in de gezondheidszorg, maar ook naar een kleinschalige labstudie naar stoffen mondkapjes. Tegen JAMA zei hij half juli in een online vergadering: „Als iedereen vanaf nu een mondkapje zou dragen, denk ik echt dat we deze epidemie binnen vier, zes, acht weken onder controle zouden kunnen hebben.”
Maar toch, onomstreden bewijs dat stoffen mondkapjes op groepsniveau bescherming bieden, ontbreekt vooralsnog. Er is alleen anekdotisch bewijs. Het Amerikaanse CDC beschrijft bijvoorbeeld een geval van twee medewerksters van één kapsalon in Missouri die bleven doorwerken nadat zij symptomen van Covid-19 vertoonden. Zowel zijzelf als hun klanten droegen mondkapjes. Alle 139 klanten die de dames knipten voordat zij zich ziek meldden, bleven onbesmet; de helft van hen had een stoffen mondkapje gedragen.
RIVM houdt richtlijn vast
Samenvattend: hoogstwaarschijnlijk géén extra veiligheidsrisico en een paar aanwijzingen voor enige bescherming. Wetenschappelijk gezien bestaan er geen grote bezwaren tegen een algehele mondkapjesplicht. Maar ook geen doorslaggevende indicaties ervoor. „Wij zien nog steeds geen wetenschappelijke aanleiding om onze richtlijnen aan te passen”, reageert Coen Berends, woordvoerder van het RIVM. „Het allerbelangrijkst blijven de bekende maatregelen, zoals anderhalve meter afstand houden en vaak je handen wassen. Een mondkapje biedt daarvoor geen alternatief.” Dat zegt ook de WHO.
Kan hij zich een situatie voorstellen waarin het RIVM een algehele mondkapjesplicht toch verstandig gaat vinden? „Op basis van de huidige stand van zaken niet”, antwoordt hij. „Maar zoals altijd met Covid-19: er is nog veel wat we niet weten, en er is steeds sprake van voortschrijdend inzicht.”
Blijft over de koppigheid van de Nederlanders. „Feestjes zijn nu niet de plek waar we verwachten dat mensen snel een mondkapje zullen gaan dragen”, merkt Berends op.
Foto: Mondkapjesgebruik is in het buitenland steeds normaler geworden, zoals hier door toeristen bij de Mont Blanc, al blijft correct gebruik problematisch.Foto REUTERS/Denis Balibouse
| NRC | Door: Nienke Beintema