• zondag 11 May 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

ABOP EN PERTJAJAH LUHUR KIBBELEND NAAR DE EINDSTREEP

| united news | Door: Redactie

Fotocompilatie: PL-leider Salam Somohardjo en ABOP-leider en vicepresident Ronnie Brunswijk. | Auteur: Armand Snijders.

Het was jaren geleden een opzichtige gebeurtenis in de Surinaamse politiek: de bundeling van de Javaanse partij Pertjajah Luhur (PL) en Marronpartij Abop.

Ze gingen samen de verkiezingen in van 2020, namen gebroederlijk deel in de regering en wilden zelfs samensmelten. Maar daar kwam het uiteindelijk niet van en nu gaan ze kibbelend naar de verkiezingen toe.

PL hoopte bij het aangaan van de samenwerking vooral een graantje mee te pikken van de toenemende populariteit van de Abop, terwijl Ronnie Brunswijk dacht Javaanse kiezers te kunnen trekken om op

die manier zijn wens om president te worden in vervulling te laten gaan, want daar heeft hij veel meer voor nodig dan alleen de Marronstemmen.

Maar de partijen hadden in de basis niets gemeen. Een van de weinige overeenkomsten was dat zij beiden hebben deelgenomen aan de eerste regering-Bouterse en medeverantwoordelijk zijn voor de chaos die de regering-Santokhi in 2020 aantrof. Én dat ze instemden met de zelfamnestiewet van Bouterse in 2012, waarmee het proces rond de Decembermoorden stilgelegd had moeten worden.

Wat Brunswijk en toenmalig PL-voorzitter Paul Somohardjo ook gemeen hadden, is dat ze op 13 december 2007 voor het oog

van de camera’s NDP-parlementariër Rashied Doekhie in De Nationale Assemblee letterlijk te lijf gingen. Somohardjo was nota bene parlementsvoorzitter, maar Doekhie beschuldigde hem van corruptie met overheidsgronden en raakte in een handgemeen met zijn opponent. Brunswijk schoot de bejaarde politicus te hulp en smeet Doekhie op de grond, waarna deze nog door Somohardjo werd geschopt. Het tafereel had – zoals wel vaker – geen gevolgen voor de betrokkenen.

Voor de verkiezingen van 2019 sloegen de twee totaal verschillende partijen dus de handen ineen. Tien zetels behaalden ze met gezamenlijke lijsten, waarvan twee voor PL en acht voor Abop. Uiteindelijk kreeg PL twee ministersposten (waarvan één voor Somohardjo junior, Bronto), tegenover vijf en het vicepresidentschap (vp) voor Abop. Niet alleen de samenwerking van met name Brunswijk met de VHP en president Chandrikapersad Santokhi verliep vanaf het begin echter moeizaam, ook die tussen de Abop en PL was op los zand gebouwd en leverde de nodige spanningen op.

Ondanks dat de schijn lange tijd werd opgehouden dat alles koek en ei was, waren er continue spanningen. Terwijl Somohardjo senior nog opzichtig een geforceerd dansje waagde met Brunswijk, ontpopte laatstgenoemde tot een eigenzinnige en opvliegerige vp. Hij bemoeide zich opzichtig met zijn ‘eigen’ Abop-ministeries waar hij in feite de dienst uitmaakte. Ook PL dicteerde hij: eerst moesten ze Sociale Zaken en Volkshuisvesting inleveren, waar ze Transport, Communicatie en Toerisme voor terugkregen.

Maar dat ook Bronto Somohardjo werd gedwongen Binnenlandse Zaken op te geven, was de befaamde druppel die de emmer deed overlopen. Vooral de wijze waarop dát ging, met een berg beschuldigingen over misstanden op het ministerie die werden geuit door Brunswijk, die de president opdroeg om de kopman van PL de laan uit te sturen.

Daar was Santokhi wel gevoelig voor in de wetenschap dat hij niet anders kon omdat hij – zoals wel vaker – vreesde dat de in aantal zetels belangrijkste coalitiepartner zou opstappen en de VHP de meerderheid in het parlement zou verliezen. De chantagepolitiek van Brunswijk had dus voor de zoveelste keer vruchten afgeworpen.

Na deze vernedering gooiden de Somohardjo’s de handdoek in de ring wat het huwelijk met Abop betrof, maar PL bleef wel in de coalitie om met de VHP te flirten. Zo bleef Uraiqit Ramsaran namens de partij nog minister van TCT, hoewel Santokhi PL een aantal keren flink een loer gedraaid. Met het oog op de toekomst (lees: na de komende verkiezingen) wilde vooral pa Somohardjo echter het liefst nog een páár vrienden in de politieke arena behouden. Ondertussen maakten zijn zoon en Brunswijk elkaar publiekelijk uit voor rotte vis.

Vorige week is PL uiteindelijk toch uit de coalitie gestapt; Somohardjo senior heeft zijn ontslag ingediend als staatsadviseur en Ramsaran is opgestapt als TCT-minister. In een verklaring noemt de partij ‘diepe onvrede over het regeringsbeleid’ als reden voor het vertrek. Volgens PL ondermijnt de regering de rechtsstaat en ‘maakt zij zich schuldig aan vriendjespolitiek en past zij dubbele standaarden toe bij het nemen van besluiten’.

Santokhi reageerde op zijn zachtst gezegd lauwtjes op dat besluit en de opgegeven redenen. Hij zei wel dat “als een partij zich niet prettig voelt in de coalitie, dan staat het haar vrij zich terug te trekken, liever gisteren dan vandaag.” Het is veelzeggend over hoe hij omgaat met partners en zal zeker een wijze les zijn voor eventuele andere partijen waarmee de VHP in de toekomst wil samenwerken.

UNITEDNEWS

| united news | Door: Redactie