85 jaar gezonken: Het verhaal van de Goslar en de Tweede Wereldoorlog in Suriname
PARAMARIBO — Precies 85 jaar geleden, op 10 mei 1940, werd het Duitse vrachtschip Goslar door zijn eigen bemanning tot zinken gebracht in de Surinamerivier. Sindsdien ligt het daar als een bekend, maar ook problematisch wrak. De Maritieme Autoriteit Suriname (MAS) heeft meerdere keren onderzocht of het wrak geborgen kan worden, vooral omdat het langzaam uit elkaar valt en mogelijk gevaar oplevert voor het milieu en de scheepvaart.
In de jaren 50 werd een eerste bergingspoging gedaan, maar dat mislukte: het schip brak in tweeën en bleef achter op een zandbank. De afgelopen jaren is opnieuw
Een schip met een oorlogsgeschiedenis
De Goslar zonk niet door oorlogshandelingen, maar door een bewuste keuze van de bemanning. Op 1 september 1939, de dag dat Duitsland Polen binnenviel en de Tweede Wereldoorlog begon, vertrok het schip met een lading
De Duitse bemanning vroeg politiek asiel en mocht blijven. Ze leefden maandenlang vreedzaam in Paramaribo en bouwden goede banden op met de lokale bevolking. Maar op 10 mei 1940 viel Duitsland Nederland binnen. Dat betekende dat ook Suriname betrokken raakte bij de oorlog. De bemanning zou geïnterneerd worden als vijanden, maar pas de volgende dag. Die tussenliggende tijd gebruikten ze om hun schip te laten zinken, zodat het niet in handen van de geallieerden zou vallen.
Volgens een verslag uit 1948 werd het schip tot zinken gebracht door een klep onder de waterlijn los te maken. Die was eerst met hout afgesloten en werd van bovenaf losgetrokken. Het schip liep snel vol water, maakte slagzij en zonk gedeeltelijk in de rivier.
Een stille getuige
Sindsdien is de Goslar een vast maar roestend onderdeel van de Surinamerivier. Het wrak herinnert aan de wereldwijde impact van de Tweede Wereldoorlog, zelfs op een plek als Suriname. Wat begon als een vreedzaam toevluchtsoord voor een bemanning op de vlucht, werd uiteindelijk een plaats waar de oorlog letterlijk zijn sporen achterliet.
