VES: Duidelijkheid nodig over juiste omvang staatsschuld
| starnieuws | Door: Redactie
De staatsschuldratio vertoont een dalende trend die echter niet het gevolg is van significante schuldaflossingen maar eerder van herwaarderingen van de binnenlandse- en buitenlandse schulden als gevolg van de vreemde valutabewegingen en ook die van het (geschatte) nominale BBP. Dat geeft ruimte voor subjectieve beïnvloeding van de staatsschuldratio waardoor deze zonder opvallende aflossingen fors daalt. Ook is belangrijk om na te gaan wat precies onder de staatsschuld wordt meegenomen als een schuld (definitie dus).
Vallen daaronder ook staatsgaranties en contingent liabilities zoals het Value Recovery Instrument (VRI) die als betalingsgarantie is gegeven aan de bondholders die via Oppenheimer aan Suriname geld leenden? Overigens bij de aanstaande ondertekening van de Final Investment Decision (FID) met Total Energies slaat deze VRI snel om van een contingent liability tot een echte liability en zal dus op een zeker moment tot de staatsschuld moeten worden gerekend (omvang bijna US$ 300 miljoen).
Het is zonder meer duidelijk dat de Surinaamse staatsschuld nog veel te hoog is en dus omlaag moet. Met de olie-inkomsten uit de off-shore neemt de aflossingscapaciteit van Suriname op termijn toe en prioriteit moet gegeven worden aan schuldreductie.Diverse politieke beleidsmakers suggereren dat er een internationale norm zou zijn voor de omvang van de staatsschuld van 60% BBP en verwijzen daarbij ook naar de Wet op de Staatsschuld. De norm bestaat niet! De 60% BBP was een van de convergentiecriteria die golden bij de totstandkoming van de EU monetaire unie. Het wordt gezien als een indicatieve norm voor OECD landen, zijnde grote ontwikkelde landen met een gedifferentieerde productiestructuur. Suriname voldoet niet aan deze norm waardoor zijn schuldaflossingscapaciteit eerder op 30-40% van zijn BBP zou moeten liggen. Deze norm hanteren diverse Caribische landen reeds in hun beleidsvoering. Door Oil & gas inkomsten kan de norm voor Suriname omhoog maar prudentie moet altijd de leidraad vormen. Vaststaat dat de schuldaflossingen van Suriname de komende jaren nog een forse last zullen blijven vormen voor de overheidsfinanciën. Op korte termijn neemt deze last zelfs toe door de verhoogde aflossingsverplichtingen.Een ander convergentiecriterium bij de totstandkoming van de EU monetaire unie was een begrotingstekort van maximaal 3% van het BBP. Ook in dit geval proberen politieke beleidsmakers ons wijs te maken dat dit een internationale norm zou zijn. De juiste norm is die van een anticyclisch begrotingsbeleid waarover binnenkort de VES dieper in zal gaan.Tenslotte verlangt de VES van de beleidmakers – ook in de aanloop naar de verkiezingen - eenduidigheid en transparantie naar de samenleving toe omtrent de Staatsschuld en dat ze het juiste verhaal vertellen, want uiteindelijk wordt de Staatsschuld afgelost door de samenleving.| starnieuws | Door: Redactie