• woensdag 01 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Overdracht domeingrond aan vreemde mogendheden

| starnieuws | Door: Redactie

Op Starnieuws van 30 mei is een bericht verschenen over het in eigendom overdragen van domeingrond aan vreemde mogendheden. De indruk wordt gewekt alsof er iets vreemds aan de hand is. Dit terwijl er helemaal niets mis is met de voorgenomen overdracht, aangezien deze geheel op de wet is gebaseerd. De basis hiervoor ligt in artikel 13 Decreet Uitgifte Domeingrond
(DUD). Lid 1 hiervan luidt als volgt: “De Minister (bedoeld wordt: Minister van GBB) is bevoegd, met toestemming van de Regering, domeingrond in eigendom over te dragen.”

Opgemerkt wordt dat voor de overdracht een titel vereist is en deze kan bijv. zijn schenking en aanneming of koop en verkoop. Het is dus niet helemaal juist om te zeggen dat domeingrond alleen verkocht kan worden. De wet geeft ook de mogelijkheid om de overdracht in eigendom als een vorm van verrekening te doen geschieden met schulden die Suriname zou hebben aan een vreemde mogendheid.

Voor het overdragen in eigendom is echter volgens

artikel 13 lid 4 DUD een staatsbesluit vereist waarin nadere regels gegeven moeten worden voor de overdracht. De overdracht van domeingrond in eigendom is bij wetswijziging in 2003 mogelijk gemaakt, maar heeft volgens onze informatie in de praktijk nooit plaatsgevonden. De reden hiervoor is onduidelijk omdat overdracht in eigendom middels verkoop een mogelijkheid voor de Staat is om de staatskas te versterken.

In het geval van het veel besproken Sabaku project had de Staat bijv. kunnen kiezen om in plaats van de percelen aan de belanghebbenden in grondhuur uit te geven en daarmee niets te verdienen, deze te verkopen. In het laatste geval zou de Staat de 12 miljoen US-dollar die zij betaald heeft voor de aankoop terug hebben kunnen verdienen of er misschien zelfs winst uit halen.

In het geval van de overdracht aan de Republiek India (via de Indiase Ambassade) is het wellicht de eerste keer dat op deze manier gebruikgemaakt is van artikel 13 DUD. Waarschijnlijk is de reden voor ongegronde insinuaties, gebrek aan bekendheid met onze wetgeving op dit stuk.

Het komt sinds jaar en dag voor dat vreemde mogendheden gronden onder een zakelijke titel, meestal eigendom, bezitten. In het kader van het diplomatieke verkeer worden uit respect geen namen genoemd. Wij kunnen echter met zekerheid stellen dat alle grote mogendheden die in Suriname een ambassade of andere gebouwen bezitten, deze op eigendomsgrond hebben gebouwd. Aangezien de registers ten M.I. Gliskantore een openbaar karakter hebben, kunnen geïnteresseerden zichzelf ervan overtuigen of deze bewering juist is.

Het staat in ieder geval vast dat het vreemde mogendheden steeds toegestaan is in ons land eigendomsgrond te bezitten. De hetze die gemaakt wordt over de overdracht van het terrein op de hoek van de Jagernath Lachmonstraat en Albertlaan aan de Republiek India is geheel onbegrijpelijk en wekt het gevoel op van bijbedoelingen. Vooral in het licht van de goede relatie met laatstgenoemd land waar een belangrijk deel van de Surinamers hun culturele roots hebben. Nog belangrijker is echter de ondersteuning die India aan Suriname heeft verleend middels het verstrekken van kredieten en expertise op verschillende gebieden. Maar daarnaast ook middels de vele culturele uitwisselingen.

Wij hebben begrepen dat het bedoelde terrein reeds door de vorige regering aan de Republiek India was toegezegd en men ook doende was de overdracht te realiseren, maar dat er stagnatie ontstaan was door de regeringswisseling. Wij hebben de hand kunnen leggen op een document uitgegeven door de toenmalige minister van Natuurlijke Hulpbronnen, drs. L.A.E. Alibux de dato 20 december 1997 waarbij het bedoelde terrein ter beschikking was gesteld aan het Ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling ten behoeve van de regering van India voor het opzetten van een cultureel centrum op het desbetreffende perceelland.

De voorgenomen overdracht aan de Republiek India moet daarom gezien worden als het voltooien van een proces dat reeds door vorige regeringen was ingezet.

Wij vonden het nodig om de juiste achtergrondinformatie te geven voor een goede beoordeling van de onderhavige overdracht in het belang van het behoud en het bevorderen van de decennialang bestaande diplomatieke en culturele relatie tussen de Republieken Suriname en India. Ten slotte maken wij de volgende kanttekeningen.

- Het ontwerp-Staatsbesluit geldt niet alleen voor de overdracht aan de Republiek India, maar heeft een algemene gelding. Het is dus best mogelijk dat andere landen ook grond in eigendom aanvragen. Het ligt aan de Republiek Suriname om in elk afzonderlijk geval een beslissing te nemen.

- Volgens artikel 110 lid f Grondwet heeft de President de bevoegdheid het ontwerp-Staatsbesluit zelfstandig te bekrachtigen. Dat hij toch besloten heeft het advies te vragen van de Staatsraad waaraan hij niet gebonden is, pleit voor zijn democratische gezindheid. Ragini Dhanes MICL LL.B.Kewita Soerjoesing LL.B.

| starnieuws | Door: Redactie