• donderdag 24 October 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Juridische complicaties bij de rechtspersoon sui generis

| starnieuws | Door: Redactie

In Boek 2 van het recentelijk door De Nationale Assemblee aangenomen wetsvoorstel Nieuw Surinaams Burgerlijk Wetboek zijn de privaatrechtelijke rechtspersonen opgesomd die het Surinaamse recht kent. Naast deze (naar hun aard) privaatrechtelijke rechtspersonen, bestaat ook de publiekrechtelijke rechtspersoon, de Staat Suriname. Bij de uitoefening van staatstaken kan de overheid gebruik maken van privaatrechtelijke rechtspersonen, waarvan het functioneren beheerst wordt door

de geëigende wetsbepalingen.

Decennia geleden is de Staat ertoe overgegaan om ter uitoefening van staatstaken, rechtspersonen in het leven te roepen – anders dan de limitatieve opsomming in het Burgerlijk Wetboek – te weten: het staatsbedrijf en de rechtspersoon sui generis. Sui generis is Latijn en betekent ‘van zijn eigen soort’. Hiermee wordt bedoeld een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam met regels afgestemd op de aard van zijn bedrijf. 

In de rechtspraktijk ontstaan vaker complicaties bij de toepassing van rechtsregels die de rechtspersoon sui generis beheersen. In dit artikel wordt aandacht besteed aan twee juridische vraagstukken, te weten (ï) de vraag of

er tussen de bestuurder en de rechtspersoon sui generis een arbeidsovereenkomst kan bestaan en (ïï) de vraag of een genomen besluit van een aangewezen orgaan (Regering, President, Minister) rechtsgevolgen in het leven roept voor de Staat of de rechtspersoon sui generis of beiden.

Rechtsverhouding bestuurder en rechtspersoon sui generis

De structuur en inrichting van de rechtspersoon sui generis wordt bepaald door de oprichtingswet. De rechtspersoon sui generis bestaat evenals de privaatrechtelijke rechtspersoon uit organen met bevoegdheden. Het bestuur is één van de organen en wordt benoemd en ontslagen door (een aangewezen orgaan van) de Staat en is over het algemeen belast met de dagelijkse leiding en vertegenwoordiging van de rechtspersoon sui generis. In de diverse oprichtingswetten bestaat geen verbod op het bestaan van een arbeidsovereenkomst tussen een bestuurder en de rechtspersoon sui generis.

 Echter is in artikel 103 lid 4 van het Wetboek van Koophandel (WvK) bepaald dat de rechtsverhouding tussen een bestuurder en de rechtspersoon niet wordt aangemerkt of mede aangemerkt als een arbeidsovereenkomst (Evenzo Boek 2, titel 1, artikel 8 lid 5 NSBW). Mijns inziens kan voornoemde wetsbepaling naar analogie worden toegepast op de rechtspersoon sui generis en wel om de volgende redenen:

ï) de structuur en het functioneren (bevoegdheden, vertegenwoordiging en aansprakelijkheid) van de rechtspersoon sui generis vanuit rechtspersonenrechtelijk oogpunt, behoudens enkele afwijkingen, stemt overeen met de privaatrechtelijke rechtspersoon en met name de naamloze vennootschap;ïï) de algemeen aanvaarde autonomie van het bestuur c.q. een bestuurder levert strijd op met het vereiste van een gezagsverhouding ofwel ondergeschiktheid bij de arbeidsovereenkomst; en

ïïï) het tot ontslag bevoegde orgaan te allen tijde (de persoon)bestuurder moet kunnen ontslaan zonder het beletsel van een arbeidsovereenkomst c.q. de gang naar de ontslagcommissie. Dit alles laat onverlet de verplichting tot naleving van de contractsbepalingen die de verhouding tussen de bestuurder en de rechtspersoon mede beheersen.

Ten overvloede kan worden gesteld dat evenals bij de privaatrechtelijke rechtspersoon de oprichtingswet voldoende mogelijkheden biedt om de overige rechtspositionele zaken van de bestuurder van de rechtspersoon sui generis bij besluit of overeenkomst van opdracht nader te regelen (bezoldiging en andere voorwaarden).

Het besluit van de rechtspersoon sui generis

Hierboven is reeds gesteld dat de rechtspersoon sui generis bestaat uit organen met eigen bevoegdheden. De organen zijn ingesteld om de interne wil van de rechtspersoon te bepalen. Wanneer de Staat op grond van de oprichtingswet besluit tot benoeming of ontslag van een bestuurder dan handelt hij als orgaan van de rechtspersoon sui generis. Volgens de rechtspraak en rechtsliteratuur is het besluit van een orgaan te beschouwen als een rechtshandeling van de rechtspersoon en niet het orgaan. In dit geval komen de rechtsgevolgen van een ontslagbesluit dus uitsluitend voor de rechtspersoon sui generis en niet de Staat.

Een ontslagen bestuurder behoeft, wil hij zijn ontslagbesluit aantasten, dus alleen de rechtspersoon sui generis in rechte aan te spreken. Het ontslagbesluit zal mijns inziens getoetst moeten worden aan de voorgeschreven regels in de oprichtingswet en eventueel rechtsbeginselen van rechtspersonenrechtelijke aard. De toepassing van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur kan worden betwist, aangezien het orgaan niet namens de Staat handelt, doch namens de rechtspersoon sui generis. Daarnaast betreft het geen bestuursrechtelijke rechtsverhouding (overheid-burger/bedrijf).

Gelet op het voorgaande, is het bezwaarlijk om aan te nemen dat de rechtsverhouding tussen een bestuurder en de rechtspersoon sui generis kan worden aangemerkt of mede aangemerkt als een arbeidsovereenkomst en dat een ontslagen bestuurder van een rechtspersoon sui generis bij de aantasting van zijn ontslagbesluit eveneens de Staat (in rechte) moet aanspreken.

Gerrold E.R. AdipoeraJurist(op persoonlijke titel geschreven)

| starnieuws | Door: Redactie