• vrijdag 03 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

'Frusflatie'

| starnieuws | Door: Redactie

Suriname worstelt al geruime tijd met een frustrerend hoge inflatie, die de koopkracht van de bevolking ernstig aantast. Mensen puffen van de prijzen. Het land zit al enkele jaren in een nachtmerrie van eigen makelij. Iedereen is er een beetje schuldig aan. Koopkrachtversterking door geld uit te delen helpt niet tegen inflatie, maar verergert het juist. De beste koopkrachtversterking is

verlagen van de inflatie. Het redmiddel voor de economie is productie, want alleen productiewinst kan in lonen worden gestoken en niet belastinggeld. Maar dit is het probleem in Suriname: een overvloed aan nationale vrije dagen, ambtenaren, vakbonden en etnische sentimenten en anderzijds een gebrek aan gemotiveerde arbeiders en bekwame bestuurders.

De inflatie in Suriname - 64,9%, mei 2023 - behoort tot de hoogste ter wereld. Suriname zucht sinds 1980 onder terugkerende hyperinflatie, met een recordhoogte van 586,48% in 1994. Bij hoge inflatie kan je niet sparen, investeren of bouwen, kortom, je komt niet vooruit. Voor herstel van de economie is

het belangrijk om de inflatie rond de 2% stabiel te houden.

Elke procentuele stijging van de inflatie verhoogt de pijn van de consument met hetzelfde percentage. In de jaren 80 smolt het pensioen van mijn vader weg door de stijgende inflatie (53%, 1987). Het besteedbare inkomen daalde met de helft. Zonder aanpassing en pakketten uit Nederland zou het ondraaglijk zijn geweest. Oudere Surinamers kennen dit déja vu-gevoel.

Voor vertrouwen moeten regering en Centrale bank van Suriname zonder blikken of blozen in lekentaal kunnen uitleggen waarom de inflatie niet daalt. Werkt het medicijn niet, is de dosering te laag of kan het vanwege ernstige bijwerkingen niet verhoogd worden? Is de tactiek verkeerd? Hoe zit het met de importbeperking, de beschikbaarheid van Amerikaanse dollars, de stijging van loonkosten zonder overeenkomstige stijging van productie, de maatschappelijke geldhoeveelheid en de strijd tegen onverklaarbare prijsstijgingen en winsten?

President Bouterse en zijn team werden in 2020 weggestuurd en president Santokhi en zijn droomteam werden geparachuteerd om de Surinaamse economie te redden. Met een lege kas, veel schulden en een beginnende spiraal van devaluatie, inflatie en koopkrachtverlies heeft Boutanomics bijgedragen aan de huidige economische problemen die Santokhi en zijn team nog niet kunnen fiksen. De muren zijn wel gestut.

Het land heeft te veel schulden in verhouding tot het inkomen. Santokhi doet al 3 jaar zijn stinkende best om tot een schuldherschikking te komen om beslaglegging op ‘Suriname’ te voorkomen. Het proces loopt langzaam en één poot van Suriname zit nog stevig vast in de Chinese muizenval.

Het oplossen van een schuldencrisis gaat gepaard met een herstelcrisis. Het moet eerst erger worden voordat het beter wordt. Want schuldeisers en geldschieters gaan pas akkoord met herschikking en steun als ze de garantie hebben dat Suriname 1. de hand op de knip houdt, bespaart, bezuinigt, 2. geen nieuwe bovenmatige schulden laat ontstaan, 3. waar mogelijk schulden aflost en 4. gaat werken aan zoveel mogelijk inkomen. Puur economisch gezien is dit gezond en verstandig. Het IMF is de waakhond. Om uit de zelfgecreëerde armoede te komen moet de overheid het een paar jaar doen met een minimum aan leefgeld.

Maar het IMF is een robotachtig instituut dat alleen harde macro-economische cijfers ziet en geen oog heeft voor mensen. Het controleert alleen of het huishoudboekje correct wordt bijgehouden, wat de beste manier is om de economie te herstellen. Bij elke verspilling van belastinggeld knipperen rode lichtjes in Washington en ontvangt Suriname geen “IMF-tranches”.

De mantra van het IMF is: Hoera, de vrije markt! Maar de politiek kan niet alles aan de markt overlaten. Ze moet ook letten op het volkswelzijn. Ze moet ingrijpen om het volk te beschermen tegen graaien, uitbuiting, monopolies en milieuvervuiling. Ze moet mensen ondersteunen die niet in de basisbehoeften kunnen voorzien en de aalmoezen bij de juiste mensen krijgen. Ze moet de lokale productie stimuleren en ondersteunen. Er zijn te veel handelaren op de markt die snel winst maken op import en niet investeren in productie, maar opeenvolgende regeringen slagen er niet in de kunst van industriële investeringen onder de knie te krijgen.

De regering wilde zichzelf, directeuren en onderdirecteuren een 50% koopkrachtversterking geven, de enige die in de buurt komt van de inflatie. Een ministersalaris van nog geen US$ 1000 is niets. Het bedrijfsleven betaalt een veelvoud voor topfuncties. De salariskloof met de privésector is enorm. Daarom gaat het beste talent niet graag de politiek in.

Hoe dan ook. Het herstelplan moet vastberaden worden voortgezet om de economie te herstellen, ook na 2025, want ‘efu yu no dresi a soro, a o kon moro ogri’. De oorzaak van hoge inflatie is complex. Alles heeft met alles te maken. Alleen collectieve inspanning kan de inflatie doen dalen: iedereen moet dezelfde kant op roeien.

D. Balraadjsing

| starnieuws | Door: Redactie