Suriname is zeker géén mislukte samenleving
| Volkskrant | Door: Dave Ensberg-Kleijkers
Foto: Branweermannen kijken toe hoe de pagara's, lange linten met zware rotjes, in de centrum van Paramaribo worden gelegd. De stad maakt zich op voor het Owruyariviering, inmiddels een begrip. Foto Guus Dubbelman / de Volksrkrant
Moedige burgers klagen vandaag de Surinaamse minister van Financiën Gillmore Hoefdraad aan, schrijft bestuurskundige Dave Ensberg-Kleijkers.
Toen de helft van Nederland nog zijn caravan aan het inladen was of op het punt stond naar Schiphol te vertrekken, werd ons land onaangenaam verrast door een reeks van denigrerende uitspraken van minister Blok van Buitenlandse Zaken. Eén van deze uitspraken had betrekking op onze voormalige kolonie. Suriname werd door Blok uitgemaakt
(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
voor ‘failed state’. En ja, het moet worden gezegd: de Surinaamse staat vertoont kenmerken van een mislukte staat. Maar Blok verklaarde deze mislukking door te wijzen naar de multi-etnische samenstelling van de bevolking. De ironie is dat het juist de bevolking is die mij nog hoop geeft als het aankomt op het voorkomen dat Suriname daadwerkelijk een ‘failed state’ wordt.
Aanklacht
De vitaliteit en kracht van de (multi-etnische) Surinaamse bevolking krijgt vandaag een nieuwe dimensie. Voor het eerst in de Surinaamse geschiedenis klaagt een groep Surinaamse burgers een (zittende) minister aan met een beroep op de Grondwet. Het betreft Gillmore Hoefdraad, partijgenoot
(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
van president Desi Bouterse en sinds 2015 minister van Financiën. De burgers die Hoefdraad aanklagen, zijn verenigd in burgerrechtenorganisatie STREI! en zijn van mening dat de minister drie strafbare feiten heeft gepleegd. Ze eisen een gevangenisstraf van maximaal 10 jaar en/of een geldboete van 2 miljoen Surinaamse dollar.
Hoefdraad wordt verweten de geldende ‘obligoplafonds’ te hebben overschreden, waardoor de staatsschulden hoger zijn dan wettelijk is toegestaan. Ook wil STREI! dat een ambtenaar wordt vervolgd voor het onjuist presenteren van informatie over de omvang van de Surinaamse staatsschulden. De burgers voelen zich hiertoe geroepen, omdat in hun ogen zowel de Surinaamse oppositie in het parlement als de Surinaamse Rekenkamer liggen te slapen. Daarom nemen ze het heft in eigen hand, met een verwijzing naar artikel 22 van de Surinaamse Grondwet: ‘Eenieder heeft het recht om verzoeken schriftelijk bij het bevoegde gezag in te dienen’.
Vanwege het unieke karakter van deze aanklacht is niet te voorspellen hoe dit zal aflopen. Feit is wel dat Surinaamse burgers laten zien dat zij de corruptie binnen de Surinaamse staat meer dan beu zijn en zich inzetten voor een meer integer functionerend openbaar bestuur. Het vergt in een samenleving als de Surinaamse moed om tot een dergelijke aanklacht te komen. Initiatiefnemer en voorzitter van STREI!, de dertiger Maisha Neus, verdient dan ook waardering en respect voor deze stap. Maar zoals Neus en STREI! zijn er meer burgerinitiatieven die waardering en respect verdienen. Een goed geïnformeerde minister van Buitenlandse Zaken had die ‘civiele lichtpuntjes’ kunnen (h)erkennen.
Code
Tegelijkertijd is er meer nodig dan burgerinitiatieven om de Surinaamse democratische rechtsstaat te revitaliseren. Ik pleit al sinds 2012 voor een Surinaamse code voor behoorlijk bestuur. Met zo’n code weten inwoners van de republiek en de democratische rechtsstaat die Suriname is, wat ze van ‘hun’ overheid – waaronder de president en de Nationale Assemblée (parlement) – mogen verwachten.
Er zijn verschillende landen, waaronder Nederland, die over zo’n code beschikken. Een code, mits het geen dode letter wordt, kan bijdragen aan herstel van vertrouwen van burgers in de overheid, in de rechterlijke macht, in volksvertegenwoordigers en in politieke bestuurders. Het vertrouwen van de burger in de overheid is hét fundament van elke democratische rechtsstaat. Zo is de republiek Suriname tenslotte ook ooit ontstaan; uit vertrouwen in de eigen kracht van het Surinaamse volk en de energieke behoefte om naar zelfstandigheid te streven.
Een overheid waarop burgers niet kunnen bouwen en vertrouwen, bedreigt de toekomst van Suriname en is een klap in het gezicht van de moedige grondleggers van de onafhankelijkheid. Ook kan de code bijdragen aan vertrouwen van potentiële financiële investeerders en daarmee de economische ontwikkeling van Suriname stimuleren.
Gespreksstof voor Blok
Een code voor behoorlijk openbaar bestuur is uiteraard geen panacee voor alle problemen in Suriname. Maar het kan wel een begin zijn van een nieuw tijdperk met een andere politieke cultuur. Een cultuur waarin kernwaarden als ‘openheid en integriteit’, ‘rechtvaardigheid’, ‘legitimiteit’ en ‘publieke verantwoording’ de basis vormen voor de houding en het gedrag van Surinaamse politici – inclusief de president en de minister van Financiën van de republiek.
Want uiteindelijk behoort geen enkele Surinamer boven de (Grond)wet te staan, noch gerechtelijke uitspraken aan zijn laars te lappen. Het recht moet altijd, voor iedereen en voor alles gelden. Daarmee worden moedige burgers zoals die zich verenigd hebben in STREI! ook extra geholpen in hun strijd voor rechtvaardigheid. Wellicht kan minister Blok dit onderwerp betrekken in zijn aanstaande gesprek met zijn Surinaamse collega-minister van Buitenlandse Zaken later dit jaar. Uiteraard nadat hij ruiterlijk zijn excuses heeft aangeboden aan het Surinaamse volk.
Dave Ensberg-Kleijkers is bestuurskundige.
| Volkskrant | Door: Dave Ensberg-Kleijkers