• donderdag 02 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Column: De werkelijke dialoog

| starnieuws | Door: Redactie

Hans Breeveld

President Chan Santokhi heeft aardig wat zaken van zijn voorganger overgenomen. Neem nu die zogenaamde nationale dialogen. Zodra president Bouterse zich weer eens de nesten in geregeerd had, stelde hij vóór een nationale dialoog te houden. Hadden die nationale dialogen een ander oogmerk dan om de aandacht af te leiden van de werkelijke problemen? Maar steeds weer gaven personen/organisaties
acte de presence. Het lijkt dat weinigen zich afvroegen: Waarom zijn die nationale dialogen nodig?

Elke team dat aan het regeren slaat heeft – als het goed is – een verkiezingsprogramma dat bij verkiezingswinst al dan niet aangepast – deel van een regeerprogramma wordt. Partijen hebben hun wetenschappelijke bureaus; ze hebben hun besturen en structuren die – op grond van het beginselprogramma van de partijen weten waar hun partijen voor staan. Waarom dan nog een tijdrovende en een geldverslindende operatie die nationale dialoog heet?

Weinigen van de vele deelnemers aan die ‘dialogen’ zien hun voorstellen besproken laat staan uitgevoerd worden. De

Vereniging van Economisten in Suriname (VES), die steeds bereid is haar bijdrage te leveren – ongeacht het politiek signatuur van de regering - heeft niet alleen een boekje over hun ervaringen met deze regering opengedaan, maar aan de regering ook een boekwerk aangeboden van de al dan niet gelukte pogingen in dialoog te gaan met de regering voor, tijdens of na al die nationale dialogen.

En terwijl Paramaribo in Paramaribo constant met Paramaribo aan het dialogiseren is over wat in Paramaribo beter moet gaan lijkt mij dat de werkelijke dialoog van dit moment vermeden wordt: De dialoog tussen de kuststreek en het achterland.

Vele echte, dan wel vermeende verschillen hebben zich in de loop der tijd opgestapeld: We hebben het dan over verdragen dan wel overeenkomsten. Kan een volk permanent in gijzeling gehouden worden door vonnissen waarvan betrekkelijk weinig over de inhoud bekend is? Grondenrechten, Inheemsen en Tribale volkeren. Eenheidsstaat of niet. Collectieve dan wel individuele rechten. Is Suriname een rechtsstaat of niet?  Blijven we steken in het verleden? Begrijpen we het heden en laten wij de toekomst ons niet door de vingers glippen? Opmerkingen en vragen die steeds weer worden gehoord van niet de eerste de besten. Gelukkig hebben wij in Suriname nog een Armand van der San, die ons met de regelmaat van de klok juridisch verrijkt met zijn beschouwingen over het voorgaande.

Op een recent gehouden discussieavond heeft Robert Ameerali terecht opgeroepen om rond de tafel te zitten en als volwassen mensen zich te buigen over dit vraagstuk en de consequenties van ingenomen standpunten in hun volle omvang onder ogen te zien. Een breed maatschappelijke discussie zou wat meer duidelijkheid brengen in de onwetendheid waar grote delen van dit volk in leven. Tot die grote groep behoren ook Inheemsen en Tribale volkeren.

In het algemeen kunnen we stellen dat de Inheemsen en Tribale volken die in hun gebieden zijn blijven wonen een bijzondere bijdragen hebben geleverd en nog leveren aan de biodiversiteit in de gebieden waarin ze leven.

Anderzijds is onduidelijk hoeveel de uitgegeven concessies ons land en volk hebben opgeleverd, nog daar gelaten de verstoring van de rust en orde in de aldaar levende gemeenschappen. Deze cijfers moeten op tafel om tenminste een kosten-batenanalyse te maken. Wij hebben er allemaal baat bij dat Suriname als een gedecentraliseerde eenheidsstaat blijft bestaan.

Alle etnische groepen die het Surinaamse grondgebied bewonen zijn ons dierbaar. Dat men in 1959 de Inheemsen, die in als eerste bewoners van ons land worden aangeduid, als schilddragers op ons wapen heeft behouden draagt de zegen van de meerderheid van de Surinaamse bevolking, lijkt mij. Maar dat men anno 2023 ervoor pleit een of meer parlementszetels te willen reserveren voor de Inheemsen, lijkt mij een heroverweging waard.

In 1987 waren het min of meer dezelfde argumenten die de regeerders van toen deed besluiten tot een overwaardering van het aantal zetels – verkregen in het binnenland -  in relatie tot het aantal uitgebrachte stemmen. Het duurde nog geen 35 jaar of grote groepen Surinamers vroeg om het terugdraaien daarvan.

Overigens heeft het stelsel waarbij personen in het parlement kwamen door aanwijzing – toen door de gouverneur - tot 1948 geduurd. Dus ongeveer 75 jaar geleden kwam daar een eind aan. Maar nu blijkt dat – zonder het stellen van een quota - in de huidige Assemblee de vertegenwoordiging van de inheemsen proportioneel hoger is dan hun representatie in de volkstelling. De enige groep die proportioneel onder vertegenwoordigd is in het parlement is groep van de Afro-Surinamers van het kunstgebied zijn – om met ex-minister Edgar Dikan te spreken.

Een breed maatschappelijke discussie zou kunnen leiden tot een win win relatie. Meer begrip voor de positie van de inheemsen en Tribale volkeren terwijl de ondernemers ook hun rechtmatig deel krijgen. Het begrip voor het behoud van onze biodiversiteit zou zeker toenemen, terwijl het verschil tussen groei en ontwikkeling meer ingang zou kunnen vinden onder onze bevolking.

Hans Breeveld

| starnieuws | Door: Redactie