Brunswijk: “We zijn het niet eens als het gaat om de ontwikkeling van het land”
| suriname herald | Door: Redactie
“We denken hetzelfde, maar als het gaat om de politiek zijn we op één lijn. Echter, als het gaat om de ontwikkeling van het land en de districten, zijn we niet op één lijn.” Dit gaf vicepresident Ronnie Brunswijk aan voor aanvang van de wekelijkse vergadering van de Raad van Ministers.
“Het gaat goed met politiek Suriname. Politiek is een momentopname; je hebt een hypeperiode en een periode waarin partijen hoogtepunten boeken, en weer een moment waarin partijen minder goed scoren. De politieke partijen zijn allemaal druk bezig zich voor te bereiden op de verkiezingen van 25 mei 2025. De Algemene
De vicepresident is ervan overtuigd dat de ABOP het heel goed doet in het veld. Kijkend naar het landelijk evenredigheidsstelsel hebben de meeste partijen gekozen voor de ‘one man one vote’. Het lijkt erop dat de andere politieke partijen vergeten dat niet alleen Paramaribo meetelt bij de verkiezingen; er zijn nog negen andere districten. Met het districtenstelsel was er sprake van een bepaald evenwicht tussen de districten. Met dit nieuwe stelsel zullen slechts twee districten worden bevoordeeld, vanwege het aantal stemgerechtigden dat in de districten Paramaribo en Wanica
Brunswijk is het afgelopen weekend naar Apoera en andere dorpen geweest en heeft kunnen waarnemen wat de verschillende gemeenschappen moeten ontberen in de gebieden. “We roepen vaak dat we gelijk zijn, maar als je in Paramaribo woont en je kent je land niet, dan kunnen we niet praten over gelijkheid.”
Vicepresident Brunswijk daagt alle politieke leiders uit om een ronde te doen door het land om werkelijk ieder gebied aan te doen. “De politieke leiders moeten ook in het donker gaan slapen. Als ik regeermacht krijg, zal ik er iets aan doen. Vanuit het dorp Apoera zijn 25 gezinnen vertrokken naar Guyana vanwege werkloosheid. De producten kosten veel te duur in het gebied in vergelijking met de stad en de ontwikkelingskansen zijn bijna nihil. In het Tapanahony-gebied speelt hetzelfde probleem: mensen vertrekken naar Frans-Guyana om daar werk te zoeken. Libi no de in a binnenland,” zegt de vicepresident.
“Tot vervelens toe heb ik deze informatie gedeeld met de rest van de regering, maar het ligt aan de president en de minister van Financiën en Planning om de middelen vrij te maken. Er moet een ander beleid gevoerd worden”, benadrukt de vicepresident. “Het enige wat je hoort is moni no de, moni no de. Er is geen geld om het beleid verder uit te voeren, er is geen geld voor het binnenland.”
| suriname herald | Door: Redactie
