Wie redt Blauwmeer?
| parbode.com | Door: Redactie
‘Woonparadijs’ Blauwmeer Genaaid zonder te genieten
1 september 2012
De projectontwikkelaars beloofden gouden bergen, maar woonparadijs Blauwmeer – ‘villapark’ en ‘ressort’ – blijkt niets meer dan een illusie. De Nederlandse ex-directeur is er met tonnen euro’s vandoor. Lege overwoekerde kavels bepalen het aanzicht, de meeste huizen die er wel staan, zijn niet afgebouwd. De bewakers zijn weg en kopers voelen zich genaaid. “Dat was niet de deal!”
Het zou een adembenemende plek moeten zijn waar rust, woongenot en een prachtige natuur gegarandeerd zijn. Reclamespotjes uit 2010 op YouTube spiegelen een paradijselijke omgeving voor, waar huizen zijn omgeven door goed onderhouden paden, bewoners in
Op een oud uitgemijnd bauxietterrein aan de Highway richting Paranam en op steenworp afstand van het Clarence Seedorf Stadion, zijn kunstmatige meren ontstaan die hun blauwe kleur danken aan ‘mineralen’ – critici zeggen door bij het mijnen gebruikte chemicaliën. Daar had nu een hypermoderne woonwijk moeten liggen met villa’s in het park en starterswoningen in het resort.
Revolutionair was de bouwtechniek die Blauwmeer hanteerde. Niet steen, niet hout, maar piepschuim zou het belangrijkste bouwmateriaal zijn van de huizen. De inmiddels op de vlucht geslagen directeur Henk van Ravenhorst zei hierover in het Nederlandse dagblad De Telegraaf: ‘Het bouwt erg voordelig. Niet omdat het materiaal goedkoop is, maar door de snelheid waarmee je kunt bouwen. Wij zijn in staat in vier weken tijd een huis neer te zetten. En daarmee bedoel ik echt vanaf de start van de bouw tot het moment van de sleuteloverdracht.’
Ook deze belofte bleek niets meer dan een lege huls. Al snel werd duidelijk dat piepschuim en het warme klimaat van Suriname niet goed samen gaan. Naar verluidt vertoonde het piepschuim scheurtjes, waarna Blauwmeer overstapte naar het duurdere cement als belangrijkste bouwmateriaal. Het project werd adembenemend, maar niet op de manier die bij de start was voorgespiegeld. Kavelkopers voelen zich bedrogen en houden nu de adem in over de afloop van hun investering. Het is maar de vraag hoe bewoond Blauwmeer nog zal worden, want veel gedupeerden zijn overzeese Surinamers.
Alles betaald
“Een lost case”. Die omschrijving schiet Leginio Stomp te binnen als hij nu aan Blauwmeer denkt. Zijn vakantiehuis had vorig jaar al klaar moeten zijn, maar vooralsnog staat enkel de fundering op zijn perceel. “Ik vind het heel erg. Het was zo’n mooi plan en het was zo goed geregeld. Alles leek vlot te verlopen, totdat ik voor alles had betaald. Toen stopte de bouw en bleek niemand van Blauwmeer nog bereikbaar.” Tegenwoordig bepalen half afgebouwde huizen en verwilderd groen het troosteloze aangezicht van Blauwmeer, dat bij huidige stand van zaken een spookresort is. Bij de minste regenval zijn de vele zanderige, slecht onderhouden wegen alleen met een stevige terreinwagen begaanbaar.
Al maanden ligt het project op zijn gat. Toch blijft Hilda, die inmiddels wel al in Blauwmeer woont, het glas liever half vol bezien. “Mijn huis en bestrating zijn af. In dat opzicht heb ik geen problemen. Ik ben een optimistisch mens.” Maar als moeder en een van de weinige bewoners ondervindt ze last van de belabberde toestand waarin het project zich nu bevindt. “Ik had een veilige buurt verwacht, maar nu moet ik elke keer uit de auto stappen om zelf de hefboom omhoog en omlaag te doen. Vroeger ging ik nog wel eens wandelen door de buurt, maar nu niet meer. Door dat hoge wied voel ik mij niet veilig. Om de bocht zie ik mijn huis al niet meer.” Vlak naast het huis van Hilda ligt een groot betonnen oppervlak met hier en daar een pilaar. Dat had het vakantiehuis van Stomp moeten zijn.
Het perceel had hij al volledig afbetaald. Net als veertig procent van een kleine dertigduizend euro voor het huis. “Daar komt nog bij dat ik bijna elfduizend euro extra heb betaald om airco en een extra deur te plaatsen. Nu is het geld, samen met de aannemer verdwenen. Ik vind het echt heel erg. Ze hebben mij genaaid, maar ik heb er niet eens van kunnen genieten.” Stomp is geboren in Suriname, maar vertrok op zestienjarige leeftijd naar Aruba. Inmiddels woont hij daar al zesentwintig jaar gelukkig met zijn vrouw en twee kinderen. Toch bleef hij in die jaren over Suriname dromen. “Het is altijd mijn wens geweest om terug te keren. Op Aruba werk je hard, soms wel tien uur op een dag en dan verlang je terug.” Daarom liet hij zijn gezin in 2009 tijdens een vakantie kennismaken met zijn geboorteland. Ze vonden Suriname geweldig. Toen ze tijdens een etentje in een restaurant een flyer van Blauwmeer zagen liggen, waren ze helemaal verkocht. Een vakantiehuisje voor drie keer per jaar en in de toekomst wellicht voorgoed. “Het was zo’n mooi plan. Het zou beveiligd worden en er zou een clubhuis komen, net als een pier in het grote meer en ook zwemgelegenheid was beloofd. Ik zag mij er al helemaal wonen.” Nu zegt hij concluderend: “Liever had ik van het geld een boot gekocht.”
Buitenwijk
Urwin Armania was ook gelijk verkocht toen hij op de jaarbeurs voor het eerst van Blauwmeer hoorde. “Ze hadden het over mooie blauwe meren, een goede beveiliging en ondergrondse elektriciteitskabels. Ik had vrij snel het beeld van een mooie Europese buitenwijk in mijn hoofd.” Inmiddels is dat beeld hardhandig door de werkelijkheid bijgesteld. Armania woont nu iets langer dan een jaar met vrouw en zoon in Blauwmeer. Hoewel hij tevreden probeert te zijn met wat hij heeft, geeft hij toe dat hij toch iets anders in gedachte had toen hij zijn perceel en huis kocht. “Ik heb betaald voor comfort, maar ik zie daar niks van terug.” Een van de afspraken die Blauwmeer met zijn kopers maakte, was dat er 24-uursbewaking zou zijn. “De bewakers zijn weg omdat ze niet meer door Blauwmeer worden betaald. Dat is lastig, want je hoort namelijk verhalen over rovers bij bouwprojecten hier verderop die ook geen bewaking hebben. Daarom overweeg ik om voor de veiligheid dievenijzers te plaatsen en dat was niet de deal!”
Noorderzon
Dat Blauwmeer op zijn gat ligt, is te verklaren doordat vijf van de zes investeerders zich hebben teruggetrokken. De naam die bij diverse gedupeerden een vlaag van afschuw oproept, is die van Henk van Ravenhorst, de voormalig directeur van Blauwmeer. Gedupeerden zeggen dat hij met de noorderzon is vertrokken en hun honderdduizenden euro’s heeft meegenomen. Wie daarover tekst en uitleg wil, komt via omwegen terecht bij Nederlandse (vastgoed)ondernemingen waar de oude Blauwmeer-investeerders tegenwoordig werkzaam zijn.
Zo bekleden Jan Willem Alderink en Jan Peter Karelse managementfuncties bij het investeringsen projectontwikkelingsbedrijf Noordhuis BV. De secretaresse meldt dat Karelse voor “onbepaalde tijd onbereikbaar” in Tsjechië is en dat Alderink geen commentaar wil leveren. Bij datzelfde Noordhuis BV bekleedt Christiaan Sijnen bij de vastgoeddivisie een managementfunctie. Ook hij is niet voor commentaar bereikbaar. De vijfde en laatste investeerder, Jan Willem van Raaij, trad net als Ravenhorst vaak op de voorgrond in Suriname om Blauwmeer te promoten. Nu de gouden bergen slecht onderhouden heuveltjes blijken te zijn, zijn de twee voor niemand bereikbaar. Ook het Surinaamse telefoonnummer van Blauwmeer wordt door niemand beantwoord. Het Nederlandse nummer staat doorgeschakeld met een antwoordservicebedrijf. Dat is een type callcenter dat bedrijven kunnen inhuren om de telefoon voor hen op te nemen. Vervolgens krijgen ze daar notitieberichten van doorgestuurd.
Red Blauwmeer
Vooralsnog is de enige overgebleven aandeelhouder, Paul Pollack, ook niet bereikbaar voor commentaar. Zijn cell gaat over als erop gebeld wordt, dus daar kan het niet aan liggen. De kans is groot dat hij uit wanhoop iedere confrontatie met het falen van Blauwgrond probeert te vermijden. Volgens de Nederlandse gedupeerde Theo Mesman dreigde Pollack zich eveneens als investeerder terug te trekken als kopers de stap naar de rechter zullen zetten. “Het is voor ons dus kiezen tussen twee kwaden. Je recht halen of kiezen voor de mogelijkheid om het project te redden. Uiteindelijk wil ik het hele project alsnog doen slagen. Daarom stap ik niet naar de rechter, maar heb ik mij aangesloten bij de werkgroep Red Blauwmeer”, vertelt Blankenfoort. Red Blauwmeer is een initiatief van Kenneth Zandvliet, een Surinaamse Nederlander die maar al te graag wilde bouwen in zijn geboorteland. Ook hij voelt zich gedupeerd, maar ziet geen heil in terugkijken.
“Dat heeft geen zin. Van een kale kip kan je toch niet plukken. Je moet positief denken. Ik ben van mening dat Blauwmeer in oktober van dit jaar een doorstart zou kunnen maken.” Zandvliet vindt het “diep triest” dat het verkavelingsproject er zo verwaarloosd bij ligt. Wat de nieuwbouwwijk volgens hem nodig heeft, zijn nieuwe investeerders. “En die blijven weg zolang Blauwmeer er zo bij ligt. Daarom zamelen we met de werkgroep geld in om het op te knappen. De entree maken we mooi, we maaien het hoge gras en zorgen zo dat het er allemaal mooi onderhouden uitziet.” Inmiddels kent de groep van Kenneth zo’n 24 leden die elk bereid zijn in de buidel te tasten om te voorkomen dat al het geld dat ze eerder in Blauwmeer geïnvesteerd hebben, weggegooid is.
Als op Blauwmeer langzaam de zon zakt tussen het hoog woekerende wied, is het tijd om te gaan. Want in het donker is een slang maar moeilijk te onderscheiden van een verdwaald stuk bouwmateriaal. Het zou niet de eerste keer zijn dat een anaconda op de warmte van de mens afkomt. Armania’s vrouw kan erover meepraten. Zij kreeg de schrik van haar leven toen ze er een onder de motorkap aantrof. Wie op Blauwmeer verblijft, moet op zijn zachtst gezegd avontuurlijk ingesteld zijn. Bij vertrek stappen we uit om de hefboom te sluiten. Mocht een rover of kraker zijn slag voor vanavond gepland hebben, dan heeft het in ieder geval niet aan ons gelegen.
BRON: parbode.com
| parbode.com | Door: Redactie