SWM-directeur Lienga: ‘Waterprobleem geen prioriteit overheid’
| de ware tijd | Door: Redactie
Men geeft aan dat er mismanagement is binnen de SWM, maar dat is niet het probleem. Het probleem is dat wij geen geld krijgen van de overheid om onze operaties te draaien.” Enigszins gefrustreerd kaatst Clifton Lienga, directeur van de Surinaamsche Waterleidingmaatschappij (SWM) de bal terug in gesprek met de Ware Tijd.
Tekst Valerie Fris Beeld dWT archief
De klachten binnen de gemeenschap over het niet kunnen beschikken over drinkwater houden alsmaar aan. Volgens Lienga omdat de overheid, de aandeelhouder van de SWM, andere prioriteiten stelt.
“De SWM verzuipt!”
In oktober 2023 werd met verve aangegeven dat de SWM zeven miljoen US dollar zou ontvangen
President Chandrikapersad Santokhi zei bij Radio ABC TV dat hij er niet van op de hoogte is dat de zeven miljoen niet is ontvangen. Lienga geeft daarentegen aan dat het bedrijf talloze keren aan de bel heeft getrokken bij het ministerie van Financiën en Planning, maar dat er geen actie komt.
Situatie verergert
De directeur steekt het niet onder stoelen of banken: “De SWM verzuipt! De aandeelhouder weet wat de problemen zijn, maar er wordt niets gedaan. Alleen als de vakbond dreigt dat ze alles zullen neerleggen, komt
Lienga is het er niet mee eens dat er in de gemeenschap wordt gezegd dat de waterproblematiek te maken heeft met mismanagement. “Als men praat over mismanagement betekent het dat de middelen die er zijn verkeerd worden gebruikt, terwijl wij alleen maar aan het improviseren zijn om het bedrijf draaiende te houden”, schetst hij de situatie.
De directeur begrijpt de frustraties van de gemeenschap, maar zegt dat als het probleem niet wordt opgelost het steeds zal verergeren. In december, rond kerst, heeft het bedrijf te maken gehad met heel wat stroomschommelingen die hebben gemaakt dat drie pompen bij het station William Kraanplein zijn doorgebrand en één aan de Van Hattemweg en Brownsweg. “Deze overheid heeft geen beleid als het op de watervoorziening aankomt”, klinkt het scherp.
Hij grijpt terug naar de vorig regering. “In het Meerjaren Ontwikkelingsplan 2017-2021 onder regering-Bouterse is onder meer een masterplan opgenomen over hoe de capaciteit kan worden uitgebreid. De huidige regering heeft in haar MOP niet eens een masterplan opgenomen, dus is het niet duidelijk hoe zij de problemen wil oplossen en waar de SWM naartoe moet”, legt Lienga uit. Hij zegt daarom niet te verwachten dat hij ondersteuning krijgt.
Nog meer uitdagingen
Een andere issue die speelt vanwege achterstallig onderhoud is verzilting; het toegestane zoutgehalte in het water. “Bij de meeste stations zitten we al bijna op de grens, dat moet ook worden aangepakt. Tot nu toe leveren wij nog kwalitatief water, maar als het zo doorgaat komt de kwaliteit in gevaar”, klinkt Lienga onheilspellend. Volgens hem heeft een groot deel van de stations al te maken met verzilting.
Ook het feit dat de overheid de tarieven niet in één keer marktconform wil maken, speelt volgens Lienga een grote rol. “Aan de ene kant wil de overheid de prijzen niet meteen, in één klap, marktconform maken, maar geeft aan de andere kant de SWM geen subsidie. En dat terwijl aan het IMF wordt verteld dat er niet meer wordt gesubsidieerd, terwijl je eigenlijk SWM nooit subsidie hebt gegeven.”
Het bedrijf heeft, aldus de directeur, maandelijks een tekort van tussen de veertig en vijftig miljoen Surinaamse dollar. Vanwege de maandelijks verhoogde waterrekeningen neemt dit tekort per maand wel af.
Het grote verschil van de SRD ten opzichte van de vreemde valuta blijft evenwel het bedrijf parten spelen. Zoals ook andere sectoren, is ook de SWM niet bespaard gebleven van de gevolgen van de oorlog tussen Rusland en Ukraine. “Die heeft ervoor gezorgd dat de prijzen omhoog zijn gegaan. Als de prijzen internationaal tweemaal zijn gestegen, is dat bij ons in Suriname zesmaal”, schetst Lienga het sombere beeld.
Oplossingen
Omdat het bedrijf geen gehoor vindt bij de overheid, probeert zij met buitenlandse maatschappijen een samenwerking aan te gaan. Met de buitenlandse partners worden verschillende mogelijkheden bekeken. Eén daarvan is om één station – Commewijne, Brownsweg of Houttuin – uit te breiden.
Ook komen er volgende week enkele pompen aan. “Maar dat betekent nog niet dat het probleem is verholpen”, haast Lienga zich te zeggen. Wel gaan een paar van die pompen kunnen worden vervangen. “Dat is ook de reden waarom bepaalde gebieden, waaronder Uitvlugt, die nog water kregen nu ineens geen water hebben.”
Vorige week was er ook weer een bron uit bedrijf omdat dieven met de voedingskabels ervandoor zijn gegaan. Inmiddels is die bron weer opgestart.
“Deze overheid heeft geen beleid als het op de watervoorziening aankomt”
Door de recente wateroverlast te Brownsweg heeft dat plaatselijke station een verlies geleden van ruim twintig miljoen Amerikaanse dollar. “Ik wil voorkomen dat we deze herstellen en dat bij nog een wateroverlast hetzelfde ons weer overkomt. Bepaalde waterbronnen zijn ook gecontamineerd, je kan ze niet schoon krijgen, dus wij bestuderen goed, wat het beste is om te doen.”
Er is bijvoorbeeld een plan gemaakt voor een groot productiestation te Brokopondo. Die zou dan het complete district moeten voorzien; vanaf Afobaka, Paranam, Weg naar Brownsweg, Nieuw-Koffiekamp, Krakaweg en Zanderij. Dat station moet ongeveer tweeduizend kuub water opleveren, maar aangezien Brokopondo slechts een klein deel daarvan gaat gebruiken kan de rest worden gebruikt voor Paramaribo.
Het station van Republiek kan dan meer water transporteren naar de Van Hattemweg en dat station kan dan hetzelfde doen naar het William Kraanplein en Blauwgrond. Hiervoor gaat het bedrijf op zoek naar de financiën. Lienga laat weten dat de ambassadeur van Suriname in België, Gilbert van Lierop hen bijstaat met het proces om een lening te krijgen bij de IDB. Het totaalbedrag dat de SWM nodig heeft om het bedrijf weer helemaal gezond te maken, is rond de driehonderd miljoen Amerikaanse dollar.
Huisaansluitingen
Een andere zaak waaraan de SWM moet werken zijn de nieuwe aansluitingen. “Ik heb overgenomen met een achterstand van drieduizend aansluitingen. Er zijn mensen die sinds 2018 voor aansluitingen hebben betaald, maar deze zijn nog niet uitgevoerd”, bevestigt Lienga.
Dat heeft onder meer te maken met het feit dat met de devaluatie een aansluiting nu veel meer kost, terwijl ook de bedragen die toen zijn betaald moesten worden ingezet voor de normale bedrijfsvoering. “Die gelden zijn er nu dus niet meer. Als de mensen toen SRD 3.000 hebben betaald, moeten wij nu aan materialen SRD 8.000 betalen”, legt de directeur uit. Dat betekent dat er extra middelen moeten worden vrijgemaakt om die aansluitingen te kunnen doen.
Lienga blijft ondanks alles toch hoopvol gestemd. “Er komt zeer zeker en oplossing, maar dan met de buitenlandse partners.”
| de ware tijd | Door: Redactie