Surinaamse president oneens met goedpraten slavernij via 'Afrika-argument'
| nu.nl | Door: Redactie
De Surinaamse president Chan Santokhi keurt het af dat kolonisten slavernij rechtvaardigden door te zeggen dat dit ook in Afrika gebeurde. Slavernij zou bovendien nog steeds in het land doorwerken via raciale ongelijkheid.
Santokhi maakte zijn opmerkingen in een boodschap aan het Surinaamse volk ter gelegenheid van de Dag van de Marrons, die is gepubliceerd door verschillende Surinaamse media. 10 oktober staat in Suriname in het teken van volken die ontstonden uit ontsnapte tot slaaf gemaakte mensen in Suriname.
Op 10 oktober 1760 sloten het toenmalige Nederlandse koloniale bestuur en het Ndyuka-volk van de Marrons in Suriname een vredesverdrag. In dit vredesverdrag
"Slavernij op de plantages was een gruwel voor onze voorouders", aldus Santokhi in zijn toespraak. "Ondanks de pogingen van de kolonisten om het tegendeel te beweren en de slavernij te rechtvaardigen op grond van het feit dat het in Afrika werd beoefend. Dat maakte deel uit van hun poging om de slaven te domineren en te onderwerpen en hun plan aan het leven van de slaven op te leggen."
De Nederlandse historicus Piet Emmer is onder meer omstreden omdat hij aanvoert dat tot
Slavernij zou geleid hebben tot ongelijkheid in Suriname
Slavernij heeft volgens Santokhi geleid tot raciale ongelijkheid en onrechtvaardigheid in Suriname. "Na bijna tweehonderd jaar gedeelde geschiedenis kunnen wij elkaar niet in een etnisch hokje laten stoppen", aldus de Surinaamse president.
Santokhi beloofde met zijn regering de gemeenschappelijke strijd tegen elke vorm van slavernij voort te zetten. Volgens de Surinaamse president worstelt de wereld met nieuwe vormen van slavernij, waaronder mensenhandel, dwangarbeid en kinderarbeid.
Hij ziet het ook als zijn taak om de inwoners van Suriname dichter bij elkaar te brengen. "Surinamer zijn betekent dat wij allen die hier wonen, ongeacht etniciteit, het multiculturele product zijn van dit prachtig land."
Santokhi belooft Suriname op dat vlak "op het juiste spoor" te brengen.
Nederlands kabinet: 'Te weinig aandacht voor slavernijverleden en discriminatie'
Het toen nog niet demissionaire kabinet zei in juli 2020 bij monde van minister Ingrid van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) dat Nederland onvoldoende weet over zijn eigen slavernijverleden en hoe dat verleden doorwerkt in racisme en discriminatie in de hedendaagse samenleving.
"Als er één periode in de geschiedenis is waar we bar weinig van willen weten - of pijnlijker nog - die we de rug toekeren, dan is het wel de Nederlandse rol in de slavenhandel", zei Van Engelshoven. Volgens de minister is het zaak dat er juist wel naar de geschiedenis wordt gekeken, omdat dat slavernijverleden dichterbij is dan velen denken.
De woorden van Van Engelshoven sloten aan op de erkenning van premier Mark Rutte dat in Nederland sprake is van institutioneel racisme. Onder institutioneel racisme wordt onder meer discriminatie op de arbeidsmarkt en woningmarkt en etnisch profileren verstaan; structuren binnen instituties met macht die groepen mensen ongelijk beoordelen en behandelen.
| nu.nl | Door: Redactie