OLIE-INKOMSTEN | EEN KANS VOOR WELVAART IN SURINAME EN GUYANA
| united news | Door: Redactie
Bron: Global Americans
Guyana bevindt zich in het tijdperk van olie en gas, en Suriname staat op het punt om te volgen.
Dit gaf Guyana’s president Irfaan Ali in oktober 2024 de mogelijkheid aan te kondigen dat Guyanese burgers, zowel thuis als in het buitenland, van 18 jaar en ouder elk een contante betaling van ongeveer 100.000 Guyanese dollars ($480) zullen ontvangen.
Eind november onthulde Surinames president Chan Santokhi een nieuw programma genaamd “Royalties voor Iedereen” (RVI). Hij verklaarde: “Het RVI-instrument betekent dat elke Surinamer die in ons land woont een spaarbewijs ter waarde van $750 ontvangt met een jaarlijkse rente van 7
Het geld zal in de toekomst worden uitgekeerd uit de royalty-inkomsten van Blok 58.” Dit is de locatie waar TotalEnergies uit Frankrijk en het Amerikaanse bedrijf APA enorme oliereserves hebben ontdekt en meer dan $10 miljard willen investeren om tegen 2028 dagelijks tot 220.000 vaten ruwe olie te produceren.
Hoewel de impact van Surinames opkomende olie-industrie nog niet voelbaar is, is de oliebloei in Guyana duidelijk merkbaar. Het Caribische land produceerde gemiddeld 608.000 vaten olie per dag in de eerste tien maanden van dit jaar, een niveau dat vergelijkbaar is met dat van Venezuela, dat al langer olie produceert maar slecht
De initiatieven van de regeringen van Guyana en Suriname zijn essentieel, aangezien beide landen aanzienlijke delen van hun bevolking onder de armoedegrens hebben. Volgens de Wereldbank heeft Guyana zijn armoedepercentage teruggebracht van 60,9 procent in 2006 tot 48,4 procent in 2019, maar de regering erkent dat er meer moet worden gedaan. De toestroom van olie-inkomsten heeft waarschijnlijk bijgedragen aan verbeteringen op gebieden zoals onderwijs, havens en wegen. Suriname, met een armoedepercentage van 17,5 procent volgens een rapport uit 2022 van de Wereldbank en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank, heeft nog steeds te maken met de nasleep van een langdurige economische neergang, gekenmerkt door inflatie, hoge werkloosheid en strenge controles op sociale uitgaven.
Het beheren van olie-inkomsten is een aanzienlijke uitdaging, waarin veel landen hebben gefaald. Voorbeelden van landen die te maken kregen met de “Dutch disease” – waarbij olie de economie domineert ten koste van andere sectoren – zijn talrijk, waaronder Angola, Nigeria en Venezuela. Slechts enkele landen, zoals Noorwegen, hebben dit probleem succesvol overwonnen. In veel gevallen leidt de enorme toestroom van olie-inkomsten tot institutionele druk, grootschalige diefstal en slechte investeringen in zinloze projecten. Dit zijn valkuilen die Guyana en Suriname moeten vermijden bij het beheren van hun olie-inkomsten.
Beide landen zijn zich bewust van de risico’s die gepaard gaan met de ontwikkeling van olie en gas en proberen hun governance te verbeteren. Guyana heeft het Natural Resource Fund opgericht om de inkomsten te beheren, met nadruk op essentiële infrastructuur zoals havens, wegen en scholen. Hoewel dit enige kritiek heeft opgeleverd vanwege het gebrek aan middelen voor economische stabilisatie en overdracht naar toekomstige generaties, wordt dit fonds gezien als een belangrijke stap. In Suriname heeft de regering-Santokhi zich opnieuw gecommitteerd aan het Spaar- en Stabilisatie Fonds Suriname (SSFS), dat in 2017 werd ingesteld maar nooit operationeel werd vanwege economische problemen onder de vorige regering.
De aankondigingen van beide regeringen illustreren drie belangrijke aandachtspunten. Ten eerste hebben beide landen te maken met aanzienlijke uitdagingen in het terugdringen van armoede. Guyana heeft bijvoorbeeld aanzienlijke vooruitgang geboekt bij het verminderen van ondervoeding, dat daalde van 9,5 procent in 2011 tot 2,5 procent in 2021. Suriname daarentegen heeft te maken met uitdagingen in de uitvoering van sociale programma’s, zoals opgemerkt door het IMF, dat benadrukte dat inspanningen nodig zijn om te zorgen dat de voordelen de beoogde ontvangers bereiken, met name in afgelegen regio’s.
Ten tweede vraagt het beheer van natuurlijke hulpbronnen om sterkere instituties en meer transparantie. Zowel Guyana als Suriname worden door Transparency International gerangschikt op de 87e plaats van 180 landen, zonder noemenswaardige verbetering in de afgelopen jaren. Geld moet efficiënter en transparanter worden besteed. Het IMF heeft Suriname aangespoord om bredere structurele hervormingen door te voeren om de transparantie en verantwoordingsplicht in de energiesector te vergroten.
Ten derde speelt de politieke context een cruciale rol. Suriname houdt in mei 2025 verkiezingen, en de politieke partijen positioneren zich al voor de verwachte olie-inkomsten. De regering-Santokhi kampt met teruglopende steun na jaren van economische herstructurering en schandalen. Guyana’s verkiezingen liggen verder weg, maar het land worstelt nog steeds met werkloosheid en etnische spanningen tussen Indo-Guyanese en Afro-Guyanese gemeenschappen. Het politieke draagvlak is essentieel om armoedebestrijdingsprogramma’s effectief te maken. Het aankondigen van programma’s is één ding, maar de echte uitdaging ligt in de uitvoering ervan, zelfs tijdens verkiezingsperiodes.
Zowel Guyana als Suriname hebben nog een lange weg te gaan om hun olie-inkomsten eerlijk te verdelen en economische vooruitgang te waarborgen, wat cruciaal zal zijn voor hun toekomstige welvaart en stabiliteit.
UNITEDNEWS|REGIO
| united news | Door: Redactie