• donderdag 12 September 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

MILJARDEN AAN OLIE EN GAS INKOMSTEN UIT BLOK 58 EN 52?

| united news | Door: Redactie

Fotocompilatie: Annand Jagesar, algemeen directeur van Staatsolie NV, en president Chan Santokhi. | Auteur: Kenneth Sukul

Onlangs uitte mevrouw Anastasia Guscina van het IMF tijdens een gezamenlijke persconferentie met minister Stanley Raghoebarsing van Financiën en Planning scherpe kritiek op de regering.

Volgens Guscina moet de regering niet bidden voor regen, maar beleid ontwikkelen dat de subsidie aan de Energiebedrijven Suriname (EBS) overbodig maakt. Deze vermeende subsidie, die volgens de Energie Tarieven Commissie onterecht wordt verstrekt aan de EBS, vertegenwoordigt nog geen zeventien procent van de SRD 1,8 miljard die de regering tekortkomt om het staatshuishouden te dekken. Het lijkt erop dat het IMF

zich steeds verder distantieert van het herstelprogramma dat het eerder had opgezet.

De regering heeft de samenleving herhaaldelijk de verwachte olie- en gasopbrengsten voorgespiegeld als ‘beloning’ voor de zware offers die de meerderheid nu moet brengen. Deze inkomsten zouden volgens de regering een einde maken aan de toenemende armoede. Echter, de vraag rijst of de ‘dollarregens’, zoals voorspeld door de voormalige directeur van Staatsolie, Rudolf Elias, en de beloofde miljardeninkomsten door zijn opvolger en huidige directeur Anand Jagesar, daadwerkelijk voldoende zullen zijn.

Blok 58 en 52

Volgens Jagesar zal Suriname in een periode van twintig jaar tussen de zestien en zesentwintig miljard US

dollar verdienen aan Blok 58, waar TotalEnergies vanaf 2028 olie zal winnen. In het eerste geval zou dit bij een olieprijs van 60 US dollar per vat zijn, en in het tweede geval bij 80 US dollar per vat.

Uitgaande van een winbare voorraad van 700 miljoen vaten en een voorgenomen productie van 200.000 vaten per dag, zou de levensduur van Blok 58 niet langer zijn dan maximaal tien jaar.

Stel dat er in die periode een gemiddelde prijs van 60 US dollar per vat wordt gehaald, dan zou dit – uitgaande van productiekosten van twintig US dollar per vat, zoals opgegeven door TotalEnergies – resulteren in 28 miljard US dollar aan inkomsten.

Hiervan moet negen miljard US dollar, plus een geschatte rente van drie procent over tien jaar, worden afgetrokken, waardoor er zeventien miljard US dollar overblijft. Als Suriname inderdaad 36 procent winstbelasting, zes procent royalty’s, en Staatsolie twintig procent winstolie ontvangt, zouden de inkomsten in die tien jaar 10,5 miljard US dollar bedragen. Na aftrek van de investering van Staatsolie met rente, exclusief haar kosten, blijft er 8,5 miljard US dollar over, ofwel 850 miljoen US dollar per jaar bij een prijs van 60 US dollar per vat. Bij een prijs van 80 US dollar per vat zou dit 1,1 miljard US dollar zijn.

De winbare oliereserves in Blok 52 bedragen 400 miljoen vaten. Bij een productie van 100.000 vaten per dag komt de levensduur op elf jaar. Met een gemiddelde prijs van 60 US dollar per vat en dezelfde afspraken als in Blok 58, zou dit Suriname bruto 5,9 miljard US dollar opleveren, of 536 miljoen US dollar per jaar. Wat de twaalf miljard kubieke voet gas in Blok 52 Suriname kan opleveren, is tot op heden onduidelijk.

In de media verscheen het bericht dat oliemaatschappij Petronas, die Blok 52 in concessie heeft, tien jaar vrijgesteld is van belastingen. Een vergelijkbare hoeveelheid gas heeft volgens de minister van Energie en Energie-industrie op Trinidad & Tobago een geschatte levensduur van tien jaar. Suriname zou in dat geval geen belastinginkomsten ontvangen.

De Miljarden van Jagesar

Uit bovenstaande berekeningen blijkt dat als er geen andere voorraden olie en gas worden ontdekt, de productie daarvan slechts tien tot elf jaar zou duren. De huidige olieprijs is bovendien kunstmatig hoog door de oorlogen in Oekraïne en Israël/Gaza. Dit betekent dat de prijs weer richting 41 US dollar per vat kan gaan, zoals in 2016.

Voor het gemak wordt echter uitgegaan van een gemiddelde prijs van 60 US dollar per vat. Dit zou voor de totale olievoorraad van 1,1 miljard vaten 16,4 miljard US dollar aan inkomsten opleveren. Na aftrek van de ruim vijf miljard US dollar aan staatsschuld, blijft er voor de staat 11,4 miljard US dollar netto over, of 1,1 miljard US dollar per jaar gedurende tien jaar.

Dit veronderstelt dat Staatsolie inderdaad de twintig procent winstolie in beide blokken bezit voor de aandeelhouders, de Surinaamse samenleving, en dat de kosten niet boven de twintig US dollar per vat stijgen. Het zou nuttig zijn als Jagesar met cijfers aangeeft hoe hij tot de zestien tot zesentwintig, en soms tweeënveertig miljard US dollar komt.

Geld voor Ontwikkeling

Met een inkomen van 1,1 miljard US dollar per jaar zal het inkomen per hoofd van de bevolking stijgen van 5500 US dollar naar 7300 US dollar. Dit blijft lager dan in veel Caribische landen die geen olie of gas hebben.

Volgens het financiële verslag van 2023 van het ministerie van Financiën en Planning heeft de regering een jaarlijks inkomentekort van 64 miljoen US dollar. Om de ontwikkeling van Suriname op gang te brengen, zal de regering belangrijke uitgaven moeten doen.

Zo zal ze de kosten van het ambtenarenapparaat moeten blijven betalen tot er banen in de productiesector (export) zijn gecreëerd. Deze extra kosten moeten zorgen voor de noodzakelijke koopkracht om de rest van de economie, die voornamelijk uit handel en diensten bestaat, in stand te houden.

In de komende periode zullen de minimale extra uitgaven van de overheid naar schatting als volgt zijn: 75 miljoen US dollar voor salarisverhoging en daaraan verwante kosten, 270 miljoen US dollar voor extra uitgaven in het onderwijs, en een verdubbeling van de huidige zorgkosten tot 216 miljoen US dollar.

Dit brengt het totaal op 625 miljoen US dollar per jaar. Onderhoud en uitbreiding van infrastructuur, veiligheid, en sociale zorg moeten hier nog bij worden opgeteld. Hoe Suriname uit de huidige crisis zal geraken met de toekomstige inkomsten van 1,1 miljard US dollar per jaar uit de olie- en gassector, zullen de politici en hun deskundigen concreet aan de samenleving moeten uitleggen.

Bevoordeling van Multinationals

Tot nu toe zijn de belangen van multinationals gediend door opeenvolgende regeringen. Hun boeken controleren of heronderhandelen wordt door de autoriteiten gezien als investeerders-onvriendelijk en zelfs als een doodzonde. Dat de samenleving verarmt en mensen het land ontvluchten, lijkt voor opeenvolgende regeringen geen zorg te zijn.

Door de contracten met de oliemaatschappijen niet openbaar te maken, wordt dit beleid voortgezet. Het verschil is dat de regering van 2002 tot 2010 de inkomsten uit de bauxietsector tot haar beschikking had, terwijl de regering van 2010 tot 2020 probeerde in de behoeften van de samenleving te voorzien door leningen aan te gaan. De huidige regering probeert de staatshuishouding in stand te houden met het IMF-Herstelprogramma.

UNITEDNEWS

 

 

| united news | Door: Redactie