• zondag 27 October 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

HET DISTRICT NICKERIE – D1 VOORWOORD

| snc.com | Door: Redactie

GEOGRAPHISCHE AANTEEKENINGEN EN GE­ SCHIEDKUNDIG OVERZICHT, MET KAARTEN. 
DOOR A. A. HECKERS, HOOFD EENER OPENBARESCHOOL TE PARAMARIBO 1923 
STOOMDRUKKERIJ H. VAN OMMEREN, PARAMARIBO

Voorwoord

Gaat men na wat zoo al van het district Nickerie valt op te tekenen, in het bijzonder over de volksplanting, den landbouw en de nijverheid, dan moet erkend worden dat genoemd district een ruimere plaats in de geschiedenis van Suriname verdient, dan het door de verschillende geschiedschrijvers is toegedacht.

In Mei 1890 benoemd tot hoofd van de openbare School te Nieuw-Nickerie, werd ik gedurende mijn verblijf aldaar ruimschoots in de gelegenheid gesteld later door den heer C. van Drimmelen,

toenmaals Districtscommissarissen van Nickerie —om dit deel van de kolonie meer van nabij te leren kennen.

Toen ik onder den indruk geraakte van al het natuurschoon, hier en daar nog sporen zag win vroegere bloei en rijkdom en uit den Mond, vooral van ouden, gebeurtenissen vernam, welke zeer de aandacht trokken, besloot ik van het Nickerie-district enige aantekeningen te maken.

Bij de samenstelling van het geschiedkundig gedeelte kon van deze mededelingen geen gebruik worden gemaakt, daar zij elk officieel karakter misten en ik niet instaat was de juistheid daarvan vast te stellen.

Nochtans loont het de moeite te vernemen b. v. de bijzonderheden

betrekkelijk de reis van den heer H. van Genderen, toen hij op onderzoek ging voor een communicatie tussen Nickerie en Coronie, ten einde de producten van het laatstgenoemde district een goede markt te bezorgen.

Met terzijdestelling van het avontuurlijke, meestal het kenmerk van mondelinge overleveringen, is het opmerkelijk dat uit dat verhaal duidelijk blijkt dat de aard van de landstreek, waardoor de heer van Genderen trok, in hoofdtrekken overeenkomt met dien van de streek tussen de Coppename en Coronie. Verhaalde men mij o.m. van niet te doorwaden, uitgestrekte moerassen, bezet met doornachtige struikgewassen, die het bereiken van het doel onmogelijk maakten, in gelijken zin rapporteerde de heer W. L. Loth, wien indertijd werd opgedragen een onderzoek in te stellen naar de mogelijkheid om van de Coppename uit Coronie te bereiken.

De moeilijkheden—zoo deelde men mij mede —waarmee de R.K. priesters te kampen hadden bij de eerste stappen, welke zij deden, om in Nickerie het godsdienstig werk te doen, zijn niet door alleen gezaghebbenden veroorzaakt, maar ook in niet geringe mate door de slaven; eens zelfs door dezen in den vorm van eene monsterachtige demonstratie met ketelmuziek, hekserij en wat dies
meer zij, in den nacht, voor het gebouw, waar een priester overnachtte.

De weelde door Dessé in zijn prachtig gebouw te Nieuw-Rotterdam ten toon gespreid en de levenswijze van dezen rijkaard waren in Nickerie spreekwoordelijk. Ik waag het niet, neer te schrijven wat mij is medegedeeld van de rijke stoffering van het logeergebouw op Paradijs, een zijner plantages, bij aankomst van zijn dochter uit Europa.

Zijn kinderen bleven niet lang in het genot zijner rijkdommen. Een reeks van rampen had het verlies van schepen en plantages te gevolge. De watersnood bracht er het zijne bij en ten laatste legde een felle brand, welken men door gebrek aan blusmiddelen niet kon beteugelen, in korten tijd de kostbare verzameling van goud, zilver en kristal in asch. Wij zullen met deze paar overleveringen volstaan. 

Bij het zoeken naar officieel bescheiden is teleurstelling ons ook geenszins bespaard gebleven. Het staat vast dat de Regering in Nederland aan Baron von Nesselrode Hugenpoth, bij diens benoeming tot Landdrost van Nickerie, had opgedragen over dit district een degelijk Rapport uit te brengen. Dit kan in ver- band gebracht worden met het schrijven van gouverneur Vaillant in Juni 1818 aan den Minister, waarin de landvoogd o.m. mededeelde, dat hij moeilijk naar Nickerie kon gaan om in persoon zich van den toestand aldaar te overtuigen, terwijl alle bescheiden hem werden verstrekt door den heer Ricketts, met behulp van de voornaamste planters en plantage-eigenaars.

Het heette dan ook dat Baron von Nesselrode Hugenpoth een belangrijk Rapport heeft samengesteld. Voor onze aantekeningen zou bedoeld Rapport in ruime mate stof verschaft hebben voor zakelijke beschouwingen en wij hebben ons ook alle moeiten getroost dit merkwaardig stuk ter inzage te krijgen, doch tevergeefs.

Ook in andere opzichten bleven wij onvoldaan en de lezer zal tot ons leedwezen ongetwijfeld hier en daar leemten ontdekken in onze mededelingen.

In 1820 had Nickerie reeds een plaatselijk Bestuur; in de delen der Oude Kolonie kwam het Landdrostambt eerst aan met de afschaffing van de slavernij. De relaties met het naburige Berbice zijn doorgaans van gunstige invloed op den vooruitgang van Nickerie. Over Berbice houden de Nickerianen beter gemeenschap met het buitenland, dan over Paramaribo en sedert in Nickerie de Balata-industrie in het leven werd geroepen, zijn de plaatsen aan de kust van Berbice de uitvoerhavens van de werkkrachten, die in Nickerie voor dat bedrijf nodig zijn.

Onder dankbetuiging aan allen, die ons steunden bij het samenstellen van dit geschrift, hopen wij dat het moge bijdragen om de belangstelling in de natuurkennis en geschiedenis van ons geboorteland op te wekken.
 

Literatuur

-    Mr. Jan Jacob Hartsink, Beschrijving van Ouiana of de Wilde Kust in Zuid-Amerika, Amsterdam 1770.
-    J. Wolbers, Geschiedenis van Suriname H. de Hoogh, Amsterdam 1861.
-    Jhr. C. A. van Sypesteyn, Beschrijving van Suriname, ’s Gravenhage Gebr. van Cleef 1854.
-    Jhr. C. A. van Sypesteyn, Afschaffing der slavernij in de Nederl. West-Indische Koloniën, Den Haag 1866.
-    J. F. Zeegelaar, Suriname en de opheffing der slavernij in 1863, Amsterdam Gebrs. Binger 1871.
-    M. D. Teenstra, De Landbouw in de kolonie Suriname, Groningen, H. Eekhoff Hr. 1835.
-    Philip Firmin M. D. Nieuwe Algemeene Geschiedenis van de Colonie van Suriname. Harlingen V. van der Plaats Jr. 1770.
-    Dr. H. van Cappelle, De binnenlanden van het district Nickerie, Baarn. 1903,
-    Mr. A. Heemskerk, Reisindrukken uit West-Indië, Amsterdam 1878.
-    C. van Drimmelen, De Boven-Nickerie onderzocht en in kaart gebracht. 1899.
-    G. P. C. Baron van Heeekeren van Waliën, Aantekeningen betrekkelijk de kolonie Suriname, Arnhem 1826.
-    Dr. H. D. Benjamins en Joh. F. Snelleman. Encyclopaedie van Nederl. West-Indië. 's Gravenhage, Martinus Nijhoff. Leiden N. V. E. J. Brill.
-    F. Oudschans Dentz, E K. Plassehaert en Dr. J. Saek, De Balata-Industrie in Suriname, H. B. Heyde, Paramaribo 1909.
-    Politieke Notulen, Resolutiën, Bijlagen en Missives van Gouverneurs en Raden. Archief v/d Secretarie te Paramaribo.
 

 

VERWACHTE VERVOLG PUBLICATIES

  1. Voorwoord
  2. Natuurlijke gesteldheid
  3. Geschiedkundig overzicht
  4. De slaven
  5. Landbouw, Handel en Scheepvaart
  6. De Punt, Nieuw-Rotterdam en Nieuw-Nickerie
  7. Eeredienst en Onderwijs
  8. Landdrosten en Commissarissen van het district Nickerie

Download hier het boek HET  DISTRICT NICKERIE van A. A. HECKERS

| snc.com | Door: Redactie