• zaterdag 12 October 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Guyanese lessen

| dagblad suriname | Door: Redactie

Surinamers nemen steeds de gelegenheid te baat om te herhalen dat Suriname een betere deal heeft gesloten over de olie-exploratie en -exploitatie dan Guyana. Dat kan waar zijn, er kan ook een kern van waarheid in zitten. In elk geval heeft het buurland een economische groei die ongekend is. Bezoekers van het land die met de doorsnee Guyanezen praten, zeggen dat de olieboom in sociaal opzicht het de inwoners van het land nog niet veel heeft opgeleverd. Er zijn in de afgelopen weken enkele zeer interessante artikelen in de Guyanese media verschenen die voor ons lessen moeten zijn waaruit we

moeten leren. Voordat we die berichten bespreken, is interessant te vermelden dat de Guyanese regering heeft besloten om elk huishouden in het land een eenmalige onvoorwaardelijke olie-uitkering te geven van Guyanese dollars 200.000. Dat komt neer op een bedrag van USD 1.000 per huishouden. In Suriname zou het neerkomen op een bedrag van ca SRD 32.000. Dat is het dubbele van een standaard maandsalaris. Het is een eenmalige uitkering en veel zal het niet betekenen structureel in het leven van de Guyanese huishoudens. 

De indruk die er bestaat is dat de multinationals Guyana behoorlijk bij de ballen beet hebben en dat

ons buurland genoegen neemt met kruimels. Met ExxonMobil probeert de Guyanese regering een goede band te onderhouden maar er zijn spanningen.  Zo was er dit jaar een bericht dat de Guyanese regering het oliebedrijf naar de rechter had gebracht voor het onderwaarderen van de waarde van equipment voor de olie-exploitatie. Kennelijk heeft de regering van Guyana hierdoor inkomsten misgelopen.  

Uit de berichten blijkt dat het belangrijk is dat de oliedeals openbaar moeten zijn. Is dat niet het geval, dan zullen later de lijken uit de kasten komen. En dan zullen ook onsmakelijke berichten over benadeling van de Staat Suriname in de krant komen. 

In Suriname zijn de oliedeals geheim en hebben partijen in DNA erop aangedrongen om de deals toch nog openbaar te maken. We lazen gisteren dat de Guyanese regering vindt dat ExxonMobil Guyana misschien niet de waarheid vertelt over de oliereserves van Guyana. Dat is een serieuze uiting van wantrouwen van de Guyanese regering naar de oliemaatschappij. Of het tactisch correct en handig is, is een ander punt. Het een en ander geeft aan dat de Guyanese regering behoorlijk in een conflict zit met de oliemaatschappij en zich steeds gepakt voelt. Dat de oliemaatschappij waarschijnlijk liegt werd door vicepresident Bharrat Jagdeo aangegeven tijdens een mediapersconferentie. 

Aanleiding voor de twijfels en het wantrouwen is dat er verschillende hoeveelheden van de reserves worden genoemd. Het gaat dan om aantallen van 11 miljard vaten, 11,6 miljard vaten en momenteel naar verluidt minder dan 11 miljard vaten. Bij het aanpakken van de kwestie maakte de vicepresident duidelijk dat het cijfer van de regering niet mag afwijken van dat van Exxon. Hoewel Exxon verslaggevers vertelde dat de regering haar eigen analyse had uitgevoerd om tot dit cijfer te komen, maakte Jagdeo duidelijk dat de staat niet over een dergelijke lopende regeling beschikt. Eerder werd bericht dat ExxonMobil in 2023 geen belastingen aan Guyana had betaald. Maar het bedrijf rapporteerde wel dat 656 miljoen dollar aan het land was overgedragen. Die indruk van een betaling aan de Guyanese regering wekte de Amerikaanse oliegigant door een openbaarmaking van betalingen die het bedrijf zou hebben gedaan aan gastregeringen. Uit deze openbare bekendmaking lijkt het, dat de Guyanese dochteronderneming van het bedrijf vorig jaar 656 miljoen dollar aan belastingen heeft betaald aan de regering van Guyana. De realiteit is echter dat Exxon geen inkomstenbelasting betaalt in Guyana. Het bedrijf heeft gezegd dat, hoewel het onderworpen is aan de inkomstenbelastingwetten van Guyana, de belastingen op de activiteiten van het bedrijf door de overheid worden betaald, en niet door het bedrijf zelf. 

Daarnaast krijgt Exxon vervolgens documentatie waaruit blijkt dat de belastingen in Guyana zijn betaald. Deze regeling is te danken of te wijten aan de Production Sharing Agreement (PSA) uit 2016 die de Guyanese coalitieregering onder Granger met ExxonMobil Guyana Limited (EMGL) heeft ondertekend voor het Stabroek-blok. 

Op woensdag 25 september diende Exxon een dossier in waarin werd bekendgemaakt, dat het 49 miljard dollar aan wereldwijde belasting- en heffingen had betaald – inclusief 16 miljard dollar aan inkomstenbelastingen. 

Onlangs meldde deze publicatie dat EMGL de afgelopen twee jaar niet meer dan GYD$ 197 miljard aan belastingen hoefde te betalen aan de Guyana Revenue Authority (GRA), aangezien de belastingen werden betaald door de regering in overeenstemming met de scheve PSA. De bepaling van het Stabroek Block-contract dat Exxon en zijn dochterondernemingen een belastingvrije behandeling in Guyana hebben, heeft zowel lokaal als internationaal kritiek gekregen. Het contract bepaalt in artikel 15.1 dat de contractant (EMGL) en zijn dochterondernemingen niet onderworpen zullen zijn aan belastingen, BTW, accijnzen, accijnzen, vergoedingen, heffingen met betrekking tot inkomsten uit aardolieactiviteiten, eigendommen of transacties, behalve zoals gespecificeerd in de overeenkomst. 

Verder bepaalt artikel 15.4 dat het bedrag dat gelijk is aan de door het bedrijf verschuldigde belastingen door de minister die verantwoordelijk is voor Petroleum zal worden betaald aan de commissaris-generaal van de GRA. Opgemerkt moet worden dat het contract ook de afgifte van een ontvangstbewijs aan ExxonMobil toestaat, waaruit blijkt dat de regering aan de lokale belastingvereisten heeft voldaan om de last van dubbele belastingheffing te voorkomen.

De door president Irfaan Ali geleide regering heeft expliciet verklaard dat vanwege de heiligheid van het contract de PSA van 2016 van kracht zal blijven, ondanks dat de deal als ‘scheef’ wordt bestempeld. Vorig jaar herhaalde president Ali tijdens een interview met BBC het standpunt van zijn regering om niet opnieuw te onderhandelen over de ‘scheve’ Exxon-deal. 

Bloomberg meldde onlangs dat Exxon vorig jaar 7,41 miljard dollar aan belastingen en royalty’s heeft betaald aan de Verenigde Arabische Emiraten (VAE), wat meer is dan enig ander land ter wereld. Indonesië, Nigeria en Maleisië behoorden ook tot de grootste belastingontvangers van ExxonMobil, met gezamenlijke betalingen van ongeveer 10,8 miljard dollar. In de VS, het grootste productieland van ExxonMobil, betaalde de oliegigant 6,6 miljard dollar, waarbij ongeveer tweederde naar staten en lokale overheden ging en de rest naar de federale overheid. Suriname moet op deze sluwe streken van multinationals bedacht zijn en alert blijven.

| dagblad suriname | Door: Redactie