• zaterdag 21 September 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

DOSSIER BLAUWMEER – DEEL 5 VORDERING TOT NIETIGHEID EN DE ‘VALSE OORZAAK’

| united news | Door: Redactie

De Centrale Bank van Suriname (CBvS) en NV Panaso zijn in 2018 een overeenkomst aangegaan waarbij voor 20 miljoen Amerikaanse dollar Panaso een perceel van circa 575 hectare aan de CBvS had verkocht.

Deze overeenkomst werd getekend door de toenmalige governor van de Centrale Bank van Suriname, Robert van Trikt en de Chief Executive Officer (CEO) Armand Achaibersing en Chief Financial Officer (CFO) Mario Merhai beiden van Assuria. Volgens de betrokken partijen was deze transactie bedoeld om De Surinaamsche Bank, mede-eigenaar van Panaso, die op dat moment in grote problemen verkeerde, te behoeden van ondergang.

Het omvallen van de bank zou volgens

Van Trikt catastrofale gevolgen hebben voor de financiële sector en Suriname. Uiteindelijk hebben de CBvS en DSB/Assuria Vastgoed (DAVG) in 2022 besloten om de koopovereenkomst te ontbinden nadat de huidige governor van de CBvS een rechtszaak begon om de overeenkomst voor de aankoop van 575 hectare grond, nietig te laten verklaren. Hij was van oordeel dat deze transactie indruiste tegen artikel 18 lid 4 van de Bankwet en daarom nietig was. In een serie artikelen waarbij alle betrokken partijen zijn gehoord, leest u de feiten op een rij. In deze editie deel 5.

RvC was tegen

Ook de toenmalige Raad van Commissarissen

(RvC) bij de CBvS meende dat de Bankwet faliekant is overtreden. Het gewezen raadslid, André Misiekaba Sr. stelde dat de raad vooraf niet in kennis was gesteld van de plannen voor de Blauwmeerdeal. “De aankoop van 550 hectare grond -Concordia- meer bekend als Blauwmeer, door toenmalig CBvS-governor Van Trikt vond plaats zonder voorafgaande kennisgeving aan en/of toestemming van de RvC.

In de vergadering van 10 december 2019 werd deze transactie op aandringen van de RvC behandeld en unaniem afgekeurd, omdat de transactie volgens de toen geldende Bankwet niet mocht”, zegt Misiekaba desgevraagd. Die vergadering was erg gespannen. Hij vervolgt: “De governor gaf aan dat hij geen toestemming van de RvC nodig had en dat een team van veertig deskundigen van de Centrale Bank aan deze transactie had gewerkt.

Het zou een desavouering van deze deskundigen betekenen. De RvC bleef echter resoluut bij zijn standpunt en gaf aan dat de aankoop van plantage Concordia -Blauwmeer geheel in strijd was met de Bankwet. De beslissing van de RvC om deze transactie af te wijzen is toen medegedeeld aan de minister van Financiën, de heer G. Hoefdraad. Hij heeft vervolgens juridisch advies ingewonnen en daarin is bevestigd dat de aankoop van Blauwmeer geheel in strijd was met artikel 18 van de Bankwet en dus nietig is.” (Noot: André Misiekaba Sr., nu wijlen, reageerde per email van 25 maart 2024 op vragen over deze kwestie).

Een van de eerste besluiten van de nieuwe governor, Maurice Roemer was om de overeenkomst tussen de CBvS en Panaso te ontbinden. Ook hij vond immers dat de overeenkomst indruiste tegen de Bankwet. Verschillende gesprekken met Panaso en diens eigenaars DSB en Assuria om de ontbinding van de overeenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, leverden niet het gewenste resultaat op. De governor legde zijn standpunt ook voor aan de nieuwe RvC van de CBvS, die hem in deze beslissing steunde. Panaso wilde niets weten van het terugdraaien van de deal en probeerde via de inmiddels aangetreden minister van Financiën en Planning, Armand Achaibersing, dit te voorkomen.

Naar de rechter

Deze kwestie heeft ook voor strubbelingen in de aandeelhoudersvergadering van DSB gezorgd. Het voorstel was dat bij een terugdraaien van de deal met de CBvS het volledige verlies van 20 miljoen US-dollar door DSB gedragen zou worden. Daar waren de grootaandeelhouders van de DSB-Bank – Fatum en Hakrinbank – het niet mee eens, omdat de bank slechts voor negenenveertig procent aandeelhouder is van Panaso. Zij stelden zich op het standpunt dat Assuria de helft van het verlies moest dragen.

Toen governor Roemer geen overeenstemming kon bereiken met Panaso over het terugdraaien van de verkoop diende de advocaat van de CBvS op 5 juli 2021 een verzoekschrift in bij de civiele rechter om de overeenkomst nietig te doen verklaren. De jurist vond voor zijn verzoekschrift ondersteuning in de brieven en notities van notaris Christiaan Calor, een uitgebreid rapport van de rechtswetenschapper Cornelis Kraan over de ruilovereenkomst van 2011, een adviesrapport van oud-notaris Carlo Jadnanansingh en de Bankwet.

De advocaat van de CBvS wierp in het verzoekschrift op dat er sprake is van een ongeoorloofde oorzaak omdat de koopovereenkomst op basis van de Bankwet verboden is. Eveneens is er sprake van een ongeoorloofde oorzaak omdat de overeenkomst in strijd is met de goede zeden. Er is volgens de jurist een valse oorzaak omdat de overwegingen die deel uitmaken van de overeenkomst niet stroken met de werkelijkheid.

In het rekest wordt verder geëist dat de overeenkomst nietig wordt verklaard en CBvS wordt ‘ontslagen’ om het bedrag van 20 miljoen US-dollar aan Panaso te betalen daar het areaal niet geleverd kan worden. “De levering van de onroerende goederen kan echter niet plaatsvinden omdat aan de titel van de onroerende goederen een gebrek kleeft,” schrijft hij.

In het rekest wordt aangegeven dat de taken van de CBvS limitatief zijn opgesomd in artikel 8 van de Bankwet, die verder zijn uitgewerkt in de artikelen 10 tot en met 16. In de artikelen 17 en 18 is geregeld hoe de CBvS haar vermogen beheert. In artikel 18 lid 4 staat: “Behoudens het bepaalde in het tweede lid koopt of bezit de Bank geen onroerende goederen, dan die welke voor de uitoefening van haar bedrijf benodigd zijn.”

Het areaal van ruim 574 hectare kan volgens de advocaat nimmer bestemd zijn voor de uitoefening van het bedrijf van de Bank. De koop is daarom in strijd met artikel 18 lid 4 van de Bankwet en op basis van artikel 1356 van het Surinaams Burgerlijk wetboek dus van rechtswege “krachteloos.” “De overeenkomst is non-existent.” De De Advocaat stelde verder dat de deal in strijd is met de goede zeden, omdat de verkoper van de terreinen op de hoogte was van de gebreken die kleefden aan de terreinen.

Valse oorzaak

In het rekest wordt verder gewezen op de “valse oorzaak” in deze kwestie. Panaso heeft aan de Bank onroerende goederen verkocht waarvan ze wist dat ze daarover niet rechtsgeldig kon beschikken “onder het mom dat DSB Bank NV gered dient te worden en ter behoud van rust in de financiële sector.”

“De redding en de angst voor financiële onrust zijn een farce. Het komt verzoekster voor dat aan de transactie een onaangename geur kleeft, waarbij achtenswaardige bedrijven het niet nauw hebben genomen met de beginselen van behoorlijk bestuur en willens en wetens in strijd met de wet hebben gehandeld. In essentie hebben de aandeelhouders van Panaso (DSB en Assuria via DAVG) eventuele verliezen op een listige manier en onder voorwendselen afgewenteld op CBvS, en indirect de Staat en de Surinaamse belastingbetaler.”

Gesteld wordt dat de aandeelhouders van Panaso voor 20 miljoen US-dollar op een oneigenlijke manier zijn bevoordeeld. Dit wordt gesteld omdat er geen deugdelijke motivering is voor de waarde van de onroerende goederen. Bij de ruilovereenkomst van 2011 bedroeg de waarde circa 3.3 miljoen euro.

Verder wordt erop gewezen dat het redden van financiële instellingen niet tot de wettelijke taken van de Centrale Bank behoort. “Het behoort niet tot de taken van de Bank om reddingsacties te ondernemen bij de subjecten van haar toezicht, nog daargelaten het feit dat er nimmer sprake is geweest van de beweerde hachelijke situatie.” In het verzoekschrift wordt er verder op gewezen dat Panaso destijds een verlies had, dat door de aandeelhouders Assuria en DSB geabsorbeerd had moeten worden in hun respectieve winst- en verliesrekeningen.

“De gerechtvaardigde conclusie is dat door de koop- en verkoopovereenkomst de verliezen zijn gemitigeerd voor Assuria en DSB en geabsorbeerd door de CBvS”, staat in het rekest. “Het absorberen van verliezen van structureel winstgevende bedrijven behoort niet tot de doelstelling van de CBvS, ook niet als het om financiële instellingen gaat.

De voormalige governor van de CBvS, Robert van Trikt, heeft zich met de ondertekening van de onderhavige overeenkomst bevoegdheden aangemeten die hij niet heeft en hij heeft in strijd met artikel 18 lid 4 van de Bankwet gehandeld”, wordt geconcludeerd. De CBvS eiste daarom dat de koopovereenkomst tussen Panaso en de CBvS nietig zou worden verklaard en dat de rechter verklaart dat de Staat Suriname “nog steeds eigenaar is van de onroerende goederen” waarover de deal was gesloten.

Uiteindelijk overstag

Panaso, Assuria en DSB hebben het echter niet tot behandeling van deze rechtszaak laten komen. Voordat de zaak in behandeling werd genomen gingen zij akkoord met de eis van Roemer om de overeenkomst te ontbinden. Op 28 april 2022 ondertekenden Assuria, De Surinaamsche Bank en de Centrale Bank van Suriname een document om de overeenkomst terug te draaien.

In een persbericht stelde Panaso dat door alle berichtgeving in de pers over de zaak Blauwmeer, er verwarring zou kunnen ontstaan bij het publiek over wat er aan de hand was.  Het was duidelijk voor alle partijen dat Van Trikt zijn boekje te buiten was gegaan.

Panaso beweert er te goeder trouw van uit te zijn gegaan dat de titel op de grond, eigendom was. Immers, de verkoper beweerde dat hij de grond in die vorm via een ruilovereenkomst met de Staat heeft verkregen en de notaris dat in de koopakte had opgenomen. Het project-Blauwmeer is om verschillende redenen geen succes geworden, waardoor de door DSB verstrekte financiering aan Blauwmeer-eigenaar Panaso niet terugbetaald kon worden, wordt in het persbericht aangegeven.

Om de impact van het terugdraaien van de koopovereenkomst voor DSB te ‘verzachten’ is met Assuria afgesproken, dat zij garant zal staan voor 51 procent -conform haar aandelenbelang in DAVG- van het mogelijke verlies voor DSB in het geval ‘Blauwmeer’ uiteindelijk niet positief afgehandeld zal kunnen worden. Deze oplossing, aldus het persbericht, versterkt DSB en zorgt ervoor dat de CBvS geen risico loopt en laat zien dat Assuria een sterke partner is die ook bereid is support te geven wanneer ze het verschil kan maken.

UNITEDNEWS

GERELATEERD AAN: DOSSIER BLAUWMEER – DEEL 4 DE SAMENZWERING

| united news | Door: Redactie