In de schaduw van een grijze wolk
| dagblad suriname | Door: Redactie
Op sommige dagen lijken de nieuwsberichten over depressie rechtstreeks tot mij te spreken, alsof ze mijn naam fluisteren in de kille morgenlucht. Zoals die ene ochtend, toen de krant koud op mijn deurmat lag en uit z’n plooien de realiteit viel dat in 1990 twee miljoen mensen wereldwijd aan depressies leden. Met die kennis gewapend, voel ik me zowel verbonden met een onzichtbare gemeenschap, als diep verdrietig om ons gedeeld lijden. Depressie, een ziekte die zo willekeurig toeslaat en niemand spaart, houdt mij al jaren in zijn greep.
Het klinkt wellicht tegenstrijdig, maar in het besef niet alleen te zijn in
Het meest schrijnende vind ik misschien nog wel de statische echo van de onderzoeken die beweren dat één
De depressie heeft mij, Maureen, tot uitersten gedreven. Momenten waarop ik dacht dat de pijn te veel was, dat er geen uitweg meer was. Momenten waarop ikzelf, net als de depressieve moeders beschreven in het stuk, wanhopige beslissingen overwoog als mogelijke uitvluchten. Maar ergens, tegen beter weten in, klampte ik me vast aan flarden van hoop, aan verhalen zoals die in de krant, die mij herinneren aan mijn verbondenheid met anderen, aan een gemeenschap van stille strijders tegen deze onzichtbare vijand.
Elke dag is een gevecht, een poging het grijze sluier een beetje meer op te lichten, om stukjes helderheid te vinden. De wetenschap dat ik niet alleen sta, dat miljoenen anderen de hardheid van deze realiteit delen, biedt een bitterzoete vorm van solidariteit. En ergens, in deze wirwar van pijn en begrip, vind ik de kracht om door te gaan, om de volgende dag te verwelkomen – hoe zwaar de wolk ook boven mijn hoofd hangt.
Maureen B.
| dagblad suriname | Door: Redactie