• woensdag 24 April 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname
Surinaamse boom

Zwarten blijven langer mooi dan blanken

| SUNEWSHUB.COM | Door: Simon Rozendaal

BOEKRECENSIE / Johan Fretz, Onder de paramariboom, uitgeverij Lebowski, Amsterdam, 270 pagina’s, euro 19,99

De vader van Johan Fretz is blank, zijn moeder Surinaams. En dus werd hij in de witte wijk waar hij opgroeide, geconfronteerd met de vraag die iedere Nederlander met een ander uiterlijk krijgt. ‘Waar kom je vandaan?’ En na het antwoord: ‘Maar waar kom je echt vandaan?’

Mede als gevolg daarvan heeft Fretz zich lang gedistantieerd van zijn Surinaamse roots. Tegen de tijd dat hij volwassen is, gaat hij eindelijk naar Suriname, met zijn moeder. Daar aangekomen wordt hij verliefd op het land, op de bevolking en ontdekt

dat hij niet alleen een Hollander is maar ook een Surinamer. Veel meer dan een ‘halfbloed’ want een ‘dubbelbloed’.

Veel meer dan een ‘halfbloed’ want een ‘dubbelbloed’.

Fretz is een getalenteerde jongeman. Cabaretier, columnist en van beide ouders ook nog eens een portie lef meegekregen. Zo kondigde hij in 2012 aan dat hij in 2025 minister-president van Nederland zal worden. Het is natuurlijk niet uitgesloten dat dit ooit gaat lukken maar Fretz is iets beters geworden dan minister-president van Nederland, namelijk een opmerkelijk schrijver.

Hij is taalvaardig en gebruikt regelmatig originele vergelijkingen. Bijvoorbeeld wanneer hij ontdekt dat zijn grootvader een neger was maar

hij dat woord van zijn moeder niet mag gebruiken: ‘Blijkbaar kom ik niet uit een boom, maar uit een mijnenveld.’ Het verschil tussen blank en zwart is in Nederland een mijnenveld maar Fretz laveert daar behendig doorheen. Op een gegeven moment constateert hij dat zwarten een gavere huid hebben dan blanken en daardoor langer mooi blijven. Of zoals zijn moeder zegt: black don’t crack! Fretz is – kijkend naar zijn blanke en nu al rimpelende vrienden - maar al te blij is dat hij deze genen van zijn moeder heeft geërfd. ‘Mocht er een God zijn: laat Hem weten dat ik Hem eeuwig dankbaar ben dat Hij me de huid van mijn moeders familie heeft geschonken.’

In zijn openhartigheid raakt hij de lezer. In Dordrecht schaamt hij zich als jonge jongen voor zijn moeder: niet alleen omdat ze een afwijkende huidskleur heeft en andere klemtonen aanbrengt – geen róódborstje maar roodbórstje - maar ook omdat ze een tijdje de kluts kwijt is en haar taken als moeder niet kan vervullen. Als lezer roep je dan uit: doe niet zo lullig tegen je moeder, Johan! En als het op het eind allemaal goed komt, waar anders dan in Suriname, slaak je een diepe zucht.

Zijn boek is ook een heerlijk uitstapje naar de ‘paramariboom’, zoals hij als kleuter dacht waar zijn moeder vandaan kwam. Je ziet de steiger bij Leonsberg voor je, waar de fraai gekleurde boten naar Commewijne vertrekken, bestuurd door flegmatieke Javanen. Je bent weer in de aankomsthal in Zanderij met de twee rijen – voor toeristen en voor echte Suri’s. Je proeft de gele sambal bij De Gadri, je kijkt naar het zwembad van Torarica met die zonnebedjes onder rieten daken, je ruikt de gadogado van Blauwgrond, je hoort het geroezemoes op de terrasjes bij de Waterkant, je voelt het geweld van water dat met bakken uit de hemel klettert.

Heerlijk land, heerlijk boek.

Simon Rozendaal

Wetenschapsjournalist (vooral voor Elsevier Weekblad), schrijver en chemicus. Bezocht in 2017 Suriname voor het eerst.

| SUNEWSHUB.COM | Door: Simon Rozendaal