Kersvers president Santokhi wacht de ravage van Bouterse: ‘We gaan voor tien jaar’
| Trouw | Door: Iwan Brave
Interview Chan Santokhi
Chandrikapersad Santokhi is sinds een maand president van Suriname. Zijn voorganger Desi Bouterse laat hem nog altijd niet met rust. Een gesprek over de machtsoverdracht, de economie en de verwachtingen van de bevolking.
Het is precies een maand geleden, maar velen denken dat we al drie jaartjes aanzitten”, zegt de kersverse president Chandrikapersad (‘Chan’) Santokhi lachend over het ‘ongeduld’ in de samenleving. “Het volk is boos en verarmd en ziet in ons de oplossing. Alleen wil men die liever vandaag dan morgen.”
De president zit er ontspannen bij in zijn werkkamer in het presidentieel paleis aan het Onafhankelijkheidsplein in hoofdstad
(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
Paramaribo. Daar werd in februari een massabetoging gehouden tegen het financieel en economisch beleid van zijn omstreden en veroordeelde voorganger Desi Bouterse. Bouterse was tien jaar aan de macht en liet een land na in ‘ernstige crisis met torenhoge schulden’. Het verlaten plein straalt zorgeloosheid uit, maar schijn bedriegt: het land gaat gebukt onder een coronacrisis die bovenop een financiële crisis komt.
Santokhi’s VHP won in mei glansrijk de Surinaamse verkiezingen. De NDP van Bouterse, die de meerderheid had, werd naar de oppositiebanken verwezen. De VHP vormt nu een coalitie met onder meer de ABOP van de eveneens omstreden en veroordeelde
(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
ex-rebellenleider Ronnie Brunswijk, die tot vicepresident is verkozen.
Decembermoorden
De verkiezingsnederlaag was een hard gelag voor Bouterse, temeer omdat Santokhi en zijn voorganger allerminst politieke vrienden zijn. Het was Santokhi die in 2000 als politiecommissaris het onderzoek naar de Decembermoorden leidde. Toen hij in 2005 minister van justitie en politie werd, zorgde hij ervoor dat het strafproces, met Bouterse als hoofdverdachte, zonder belemmeringen van start kon gaan.
Het strafproces duurde twaalf jaar, omdat de regering-Bouterse tal van pogingen deed het te beïnvloeden. Uiteindelijk werd Bouterse in november vorig jaar in eigen land tot twintig jaar cel veroordeeld voor zijn aandeel in de moord op vijftien politieke tegenstanders in december 1982. Hij was destijds militaire dictator.
Santokhi wil ‘niet vooruitlopen’ op wat zijn regering zal doen als Bouterse ook in hoger beroep wordt veroordeeld. “Maar laat één ding duidelijk zijn”, zegt hij met nadruk. “Het strafproces heeft verschillende regeertermijnen bestreken, met verschillende positioneringen van de persoon Bouterse. Maar het is nog steeds dezelfde rechterlijke macht en dezelfde persoon. Wij als regering zullen de rechterlijke macht alle ruimte geven haar werk onafhankelijk te doen.”
Bouterse blijft een storende en onberekenbare factor voor de regering-Santokhi. Met een waarschuwende ondertoon heeft hij zijn onvrede geuit over ‘een heksenjacht’ op zijn NDP-partijgenoten.
Het gaat bijvoorbeeld over voormalig minister van financiën, Gillmore Hoefdraad, inmiddels voortvluchtig. Hij is door het nieuwe parlement in staat van beschuldiging gesteld vanwege geld dat uit de staatskas verdween. Ook wordt hij beschuldigd van de verkoop van overheidsgebouwen en misbruik van royalty’s van goudbedrijven. Eerdere pogingen om hem te veroordelen mislukten vanwege een NDP-meerderheid. Ook de directeur van de Surinaamse Postspaarbank – een staatsbank – is aangehouden, op verdenking van wegsluizen van grote bedragen naar NDP-gelieerden. Volgens Bouterse druisen de beschuldigingen in tegen ‘vooraf gemaakte afspraken’ met Santokhi over een soepele machtsoverdracht.
Santokhi ontkent die afspraken. “Bovendien is het niet de regering, maar het OM dat zaken aanpakt. Wel heb ik de procureur-generaal gezegd dat wij bepaalde dingen hebben geconstateerd en dat ik verlang dat hij, op grond van het algemeen vervolgingsbeleid, een speciale aanklager aanwijst. We hebben het volk immers beloofd dat we corruptie zullen aanpakken.”
Daarnaast beloofde hij de Surinaamse economie uit het slop te trekken. “Geef mij vertrouwen en ik geef u een prachtig Suriname terug”, zei hij tijdens zijn inaugurele speech. Hij verdeelt zijn regeringsperiode in drie fasen: de ‘urgentiefase’ van negen maanden, een ‘stabilisatiefase’ van twee jaar en dan volgt de ‘groeifase’. “Ik denk dat we de economie met deze drie fases volledig zullen herstellen.”
Santokhi wist dat hij een ravage van zijn voorganger zou overnemen. Maar nu pas ziet hij de werkelijke omvang. Tijdens een persconferentie sprak hij van een ‘financiële catastrofe’, ‘onbehoorlijk bestuur’ en ‘sabotage van de hoogste orde’. De demissionaire regering-Bouterse heeft namelijk op het laatste moment duizenden mensen in overheidsdienst genomen, ‘veel wurgcontracten’ getekend met politieke loyalisten van de NDP en een loonsverhoging van 50 procent toegezegd aan de ambtenarenvakbond. De ambtenaren vormen het leeuwendeel van de beroepsbevolking. Het beginsel ‘demissionair’ was Bouterse vreemd.
Dat terwijl ex-minister van financiën Hoefdraad toekomstige inkomsten uit de olie- en goudsector al in onderpand had gegeven bij het aangaan van buitenlandse leningen.
Crisismanagement
“Dus je uitgaven zijn hoog terwijl al je inkomsten zijn afgegrendeld. Men heeft ons het regeren zo moeilijk mogelijk gemaakt”, zegt Santokhi op weinig benijdenswaardige toon. Daarna, opgelucht: “We zijn op tijd aan de macht gekomen. Men was al bezig meer toekomstige olie-inkomsten te verpanden.”
Santokhi doelt op drie recente grote olievondsten voor de kust van Suriname. Via het staatsbedrijf Staatsolie heeft Suriname daarin een aandeel van 20 procent, goed voor tientallen miljarden dollars. De Surinaamse regering probeert de inkomsten van die olieboringen naar voren te halen om de staatskas te spekken.
Maar dat is toekomstmuziek. Tot op heden heeft het besturen veel weg van crisismanagement. In overleg met de vakbeweging is de loonsverhoging voor de ambtenaren voorlopig van de baan. Met veel moeite werden in juli de salarissen en vakantiegelden uitbetaald. Puur op basis van ‘vertrouwen’ wist Santokhi geld los te peuteren bij de particuliere banken. Die hebben de schrik goed te pakken sinds de ‘grootste bankroof aller tijden’ in januari, waarbij 100 miljoen dollar van hun reserves, gestald bij de Centrale Bank, verdween.
De leenzucht van de regering-Bouterse was ongekend. Hij had liefst 123 leningen uitstaan. Die zijn goed voor 1,9 miljard dollar aan buitenlandse schulden en zo’n 1 miljard dollar aan binnenlandse schulden. Vanwege een lage kredietwaardigheid heeft Suriname als ‘risicoland’ tegen hoge rentes moeten lenen. Alleen al voor twee obligatieleningen moet per jaar 67 miljoen dollar aan rente worden afgelost. Geld dat er niet is.
“Internationaal ziet men ons als een land dat niet in staat is zijn schulden af te lossen.” Suriname kreeg als ‘wanbetaler’ van internationale kredietbeoordelaars de laagste rating ‘D’ (default). Met de verkiezing van Santokhi tot president werd dat, dankzij ‘hernieuwd vertrouwen’, iets omhoog bijgesteld. Enigszins bemoedigend, maar ook met deze zogenoemde ‘junk’-status is het moeilijk internationaal kapitaal aan te boren.
Naast de leningen werd de staatskas de afgelopen tien jaar met 2 miljard dollar gespekt door staatsbedrijf Staatsolie. Maar het leeuwendeel van dat geld ging niet naar de maakindustrie, maar naar de consument. “Alle ambtenarensalarissen zijn de afgelopen jaren betaald met leningen”, illustreert Santokhi. “Als we de kansen hadden aangegrepen met inkomsten en leningen uit olie en goud, zou Suriname er nu beslist anders uit zien.”
Met het Internationaal Monetair Fonds zijn al afspraken gemaakt over herstructurering en herpositionering van de buitenlandse schulden. Ook met China, de grootste geldschieter, is overleg. “Daarnaast hebben andere wereldleiders aangeboden naar mogelijkheden te zoeken om urgente zaken aan te pakken: Covid-19 en de financiële crisis”, vertelt de president. Hij heeft hierover met premier Rutte telefonisch een ‘hartelijk gesprek’ gevoerd.
De relatie met Nederland is sinds het aantreden van Santokhi een nieuwe fase ingegaan. Na jaren is er overleg op ministerieel niveau. De Surinaamse minister van buitenlandse zaken, Albert Ramdin, is voor een vijfdaags werkbezoek in Nederland. Hij spreekt met de ministers Stef Blok van buitenlandse zaken en Sigrid Kaag voor buitenlandse handel en ontwikkelingssamenwerking. Hiermee komt dooi in de onderkoelde bilaterale relatie. “Het betreft een brede agenda om op allerlei gebieden samen te werken”, zegt Santokhi. Het was Bouterse die de deur dichtgooide voor Nederland, waar hij in 2000 bij verstek werd veroordeeld tot elf jaar wegens drugshandel.
Bouterse zelf praat honend over Santokhi als ‘Willempje van Oranje’, die Suriname ‘weer zal overleveren’ aan de voormalige kolonisator. Daar trekt de nieuwe president zich weinig van aan. Bouterse vormt volgens hem geen hindernis. “Het is Santokhi en Nederland. Daar zit Bouterse niet tussen”, klinkt het zelfverzekerd. “Wij willen met Nederland samenwerken en beslist niet alleen in termen van ontwikkelingshulp. Laten we handel drijven en business doen; dat is mijn visie. Dat hebben we ook tegen China, India en Indonesië gezegd.”
Santokhi kent Nederland goed. Hij genoot zijn politieopleiding van 1978 tot 1982 aan de Nederlandse Politieacademie in Apeldoorn. Als politiecommissaris heeft dat zijn samenwerking met Nederlandse collega’s ‘vergemakkelijkt’. Hij had ‘goed contact’ met toenmalig minister van justitie Ernst Hirsch Ballin. “De afgelopen jaren heeft een team met Nederlandse ex-collega’s mij bijgestaan om een goed veiligheidsbeleid te ontwikkelen”, vertelt hij.
Boef
“We zijn slecht gepositioneerd als het gaat om bestrijding van grensoverschrijdende criminaliteit.” Als justitieminister pakte Santokhi de georganiseerde drugshandel hard aan. Hij werd destijds door Bouterse schertsend ‘Sheriff’ genoemd. “De afgelopen tien jaren zijn de veiligheids- en opsporingsdiensten bewust afgezwakt”, vermoedt Santokhi. “Daarom zullen alle veiligheidsdiensten een interim-managementteam krijgen om uiteindelijk te kunnen voldoen aan de integriteitsnormen. Daarbij zullen we heel nauw samenwerken met de internationale gemeenschap.”
Mooie beloftes. Toch krijgt ook de regering-Santokhi kritiek, met name vanwege ex-rebellenleider Ronnie Brunswijk. Als vicepresident heeft Suriname ‘opnieuw een boef aan de top’, klinkt het. Ook Brunswijk is in Nederland bij verstek veroordeeld (1999) voor drugshandel, net als in Frankrijk. Hij heeft altijd ontkend. Toch wil Santokhi zijn vice-president niet in dezelfde categorie scharen als Bouterse. “Brunswijk heeft een behoorlijk aantal zetels gehaald en wij hebben daarmee rekening te houden. Als je naar zijn verleden kijkt, dan moet je hem ook zien als een vrijheidsstrijder die opstond tegen de dictatuur. Dit moeten we samen klaren en we gaan voor tien jaar.”
Foto: De Surinaamse president Chan Santokhi bezoekt het Nationaal Leger in de Memre Buku Kazerne. De president is tevens opperbevelhebber der strijdkrachten.Beeld ANP
| Trouw | Door: Iwan Brave