• maandag 10 November 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

SURINAME HERSCHIKT ZIJN ENERGIEBEHEER | VAN NATUURLIJKE HULPBRONNEN NAAR OLIE, GAS EN MILIEU

| united news | Door: Redactie

Foto: minister van Olie, Gas en Milieu Patrick Brunings.

Met het nieuwe Staatsbesluit Taakomschrijving Ministeries 2025 (S.B. 2025 No. 124), dat met terugwerkende kracht per 16 juli 2025 in werking is getreden, heeft de regering van Suriname een stille maar fundamentele hervorming doorgevoerd in haar bestuurlijke structuur.

Wat op papier een administratieve herschikking lijkt, betekent in werkelijkheid een diepgaande institutionele verschuiving: de oprichting van het Ministerie van Olie, Gas en Milieu – en daarmee een nieuwe fase in het beheer van Suriname’s meest veelbelovende sector.

Ruim drie decennia lang was het Ministerie van Natuurlijke Hulpbronnen het overkoepelende orgaan voor mijnbouw, energie, water en

bosbeheer. Onder die paraplu viel ook Staatsolie Maatschappij Suriname N.V., de in 1980 opgerichte staatsoliemaatschappij. Met het nieuwe besluit wordt dat brede mandaat opgesplitst: het petroleumdomein wordt nu ondergebracht in een gespecialiseerd ministerie dat zich exclusief richt op olie, gas en milieu.

De taken van dit nieuwe ministerie zijn vastgelegd in artikel 22 van het besluit. Het ministerie wordt verantwoordelijk voor het ontwikkelen van beleid rond exploratie, exploitatie, productie en beheer van olie- en gasreserves, het opstellen van relevante wet- en regelgeving en het waarborgen van een evenwicht tussen economische groei en milieubescherming. Ook zal het ministerie toezicht houden op de

Nationale Petroleumdatabase en de Nationale Olieverontreinigingsresponsplannen, in samenwerking met onder meer het Nationaal Coördinatiecentrum voor Rampenbeheersing (NCCR).

Daarnaast krijgt het ministerie een centrale rol in het adviseren van de regering over Production Sharing Contracts (PSC’s), het bevorderen van lokale werkgelegenheid en ondernemerschap, en het afstemmen van sectorbeleid op de nationale klimaatdoelen. Het zal ook administratieve ondersteuning bieden aan de Nationale Milieuautoriteit.

In de praktijk betekent deze hervorming dat minister Patrick Brunings de directe beleidsmatige verantwoordelijkheid krijgt voor alle olie- en gasgerelateerde dossiers — van exploratiestrategie en contracttoezicht tot milieunormen en lokale capaciteitsopbouw. Daarmee wordt één beleidslijn gecreëerd waarin energieontwikkeling en milieubeheer hand in hand gaan.

De hervorming is symbolisch én strategisch. Symbolisch, omdat ze erkent dat olie en gas een centrale pijler vormen van Suriname’s ontwikkelingsstrategie in het komende decennium. Strategisch, omdat zij beleidscoördinatie en milieutoezicht consolideert binnen één gespecialiseerde entiteit – precies op het moment dat het land zich voorbereidt op de start van offshore-olieproductie in 2028.

De nieuwe structuur brengt geen nieuwe petroleumwetgeving met zich mee, maar verandert wel de institutionele machtsverhoudingen. De Petroleumwet van 1990 (S.B. 1990 No. 7) blijft het belangrijkste juridische instrument voor exploratie en productie, naast het Mijnbouwwetbesluit van 1986 (S.B. 1986 No. 28). Wat wél verandert, is wie binnen de overheid de bevoegdheden uitoefent: de taken die eerder bij de minister van Natuurlijke Hulpbronnen lagen, worden nu overgedragen aan de minister van Olie, Gas en Milieu.

Daarmee is de bestuurlijke keten rond Staatsolie en de bredere energiesector hertekend. Waar Staatsolie voorheen rapporteerde aan een multisectoraal ministerie, valt de onderneming nu onder een scherp afgebakend energie- en milieumandaat. De juridische grondslag blijft hetzelfde, maar de lijnen van verantwoordelijkheid zijn herschreven – een stille, maar wezenlijke stap in de evolutie van Suriname’s energiebeheer.

UNITEDNEWS|ENERGIE

| united news | Door: Redactie