REGIONALE VOEDSELSCHUUR IS NOG HEEL VER WEG
| united news | Door: Redactie
Foto: Surinaamse groenten. | Auteur: Armand Snijders.
Terwijl Suriname er al jaren hardop van droomt om de voedselschuur van de Caribische regio te worden, maar daartoe nauwelijks concrete actie onderneemt, staat Guyana wel in de startblokken om deze toekomstige rol over te nemen.
Het land wil volgens president Irfaan Ali in ieder geval hét centrum worden voor de voedselvoorziening in de regio. Hoe vaak hebben we dat niet in Suriname mogen optekenen uit de monden van onze leiders?
“We zijn bezig met het onderhandelen van een Memorandum of Understanding met Aruba over hoe Guyana de voedselhub voor dat land kan worden”, kondigde de
De productie van rijst en suiker floreert in Guyana al jaren, terwijl ook de teelt van groenten en fruit, zoals cassave, zoete aardappelen, bananen, kokosnoten en citrusvruchten, steeds professioneler ter hand wordt genomen. Daardoor kan niet alleen de lokale markt ruimschoots worden voorzien, maar is er een overschot dat in de regio afgezet kan worden. Ook vis en zeevruchten – en in mindere
Hij legde uit dat Aruba, zoals bekend, het merendeel van zijn voedsel importeert. En als zodanig gelooft Ali dat het eiland een goede markt is voor Guyanese producten. Het land leidt de Caricom-agenda voor voedselveiligheid en wil Aruba toevoegen als een van de landen waaraan het voedsel levert. Het past ook binnen het beleid en het streven van de Caricom om de import van buiten de regio de komende jaren drastisch terug te dringen en meer zelfvoorzienend te worden. Guyana kan daarbij vanuit het vruchtbare vasteland van Zuid-Amerika een belangrijke rol spelen.
Aruba krijgt doorgaans veel verse producten uit Venezuela, maar die aanvoer is de afgelopen jaren behoorlijk ingezakt door de crisis in dat land en als gevolg van de corona-uitbraak. Dat geldt trouwens ook voor de nabijgelegen eilanden Curaçao en Bonaire, die behalve op Venezuela nu vooral op Europa (lees: Nederland) en de Verenigde Staten zijn aangewezen. Import vanuit die landen is echter peperduur en daar zou Guyana een goed en vooral goedkoper alternatief voor zijn.
Ook voor Suriname liggen daar kansen. En dat weten de bestuurders in Paramaribo maar al te goed. Opeenvolgende Surinaamse regeringen hebben de wens geuit om het land tot dé voedselschuur van de regio te maken. Er zijn in de loop der decennia wel legio projecten gelanceerd, maar de meeste daarvan zijn al geflopt voor ze goed en wel begonnen waren. Zoals de cassavefabriek te Zanderij, opgezet tijdens de regering-Bouterse en waar lokale boeren en de staat miljoenen zouden verdienen, vooral door de export.
Het heeft echter vooral miljoenen gekost als gevolg van mismanagement en politieke bemoeienis. In wiens zakken dat geld onterecht is gerold, is tot nu toe onduidelijk gebleven. Maar de boeren van onder meer Matta en andere inheemse dorpen, die vanwege de belofte van de overheid speciaal cassave gingen telen, werden enorm gedupeerd omdat ze met hun oogst bleven zitten.
De Israëlische LR Group zou enkele jaren geleden voor miljoenen US dollars een hypermoderne productiefaciliteit op de voormalige Staatsboerderij opzetten en 4,2 miljoen liters melk, 2.000 ton kippenvlees en vijf miljoen eieren voor de lokale markt leveren.
Ook dit is nooit van de grond gekomen en daar horen we helemaal niets meer over. In Suriname hebben we in ieder geval geen eitje van de LR Group kunnen koken.
De ooit succesvolle Doksenclub is nog niet zo lang geleden ten onder gegaan, onder meer omdat het onvoldoende overheidssteun kreeg bij het verkrijgen van toestemming om naar Trinidad en Tobago te exporteren. Sowieso hebben meer Surinaamse bedrijven de grootste moeite hun producten over de grens af te zetten omdat daar veelal zeer strenge eisen worden gesteld waaraan ze niet kunnen voldoen. Dus het ligt zeer zeker niet alleen aan de overheid, ondernemingen moeten ook de hand in eigen boezem steken.
Maar die overheid moet wel voldoende faciliteren om ervoor te zorgen dat ondernemers met succes hun producten kwijt kunnen in andere landen. Wat dat betreft laat de huidige regering – in het bijzonder het ministerie van Landbouw, Veeteelt en Visserij – de boeren en handelaren flink in de steek. Het is nog altijd onduidelijk welk beleid minister Parmanand Sewdien heeft om de agrarische sector tot grotere hoogten te brengen. Er ontbreekt een master agriculture plan, aan de hand waarvan resultaten gemeten kunnen worden. Hier en daar worden handtekeningen gezet onder overeenkomsten maar wat er vervolgens gebeurt, is “wazig en onduidelijk”, zoals afgelopen week in het parlement werd gezegd.
Zo’n duidelijk plan hebben ze in Guyana wel liggen. En los van het feit dat de lokale productie wordt gestimuleerd, zet de Guyanese regering zich ook in om de verbindingen naar potentiële afnemende landen te verbeteren. Zo werd vorige week bekend dat het land in gesprek is met Trinidad en Tobago en Barbados slaan om een regionale veerverbinding op te zetten. De veerdienst moet niet alleen passagiers tussen de landen vervoeren maar zal vooral vracht eenvoudiger en vooral voordeliger kunnen transporteren. Dus dat neemt voor boeren al een hoop drempels weg te exporteren.
Natuurlijk zijn er nog vele obstakels te overwinnen voor Guyana om daadwerkelijk de voedselschuur van de regio te worden. De Surinaamse regering heeft nog voldoende tijd om daarbij aan te haken en een significante rol te spelen. Maar dan moeten de zaken wel heel serieus worden aangepakt en zal er rond de tafel met het buurland gezeten moeten worden. Twee landen zijn immers sterker dan één. Misschien dat dan de droom van de voedselschuur eindelijk eens werkelijkheid gaat worden. En komen Surinaamse manja’s, sopropo en boulangers de komende jaren ook in Arubaanse supermarkten te liggen.
ANALYSE
GERELATEERD AAN: BARBADOS VERKIEST SURINAME BOVEN GUYANA ALS BETROUWBARE PARTNER VOOR VOEDSELIMPORT
| united news | Door: Redactie