• zaterdag 23 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Open brief aan vaste commissie SZW en Minister Schouten over AOW-gat van de Surinaamse Nederlanders

| snc.com | Door: Dennis Lapar

Aan de leden van de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van de Tweede Kamer der Staten- Generaal en de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen, mevrouw C.J. Schouten

Beste leden van de vaste Commissie SZW en minister Schouten,

Hierbij doe ik u de opinie toekomen over het AOW-gat van de Surinaamse Nederlanders. In een Commissiedebat in de Tweede Kamer zal er binnenkort gesproken worden over het onderwerp “Tegemoetkoming aan Surinaamse Nederlanders met een onvolledige AOW-opbouw”. 

Ik hoop, dat er ook met de Surinaamse gemeenschap overleg gepleegd zal worden.

Opinie: Surinaamse Nederlanders en het AOW-gat

Inleiding

Surinaamse Nederlanders, verenig u en maak één vuist om ervoor te zorgen,

dat het AOW-gat wordt gerepareerd. De Surinaamse Nederlanders worden in Nederland als tweede rangburgers beschouwd. Dat is al vanaf 1954 het geval. Suriname was vanaf 1954 tot 25 november 1975 onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. In 1957 woonde een gering aantal witte Nederlanders in Suriname. Dat was de reden voor Nederland om bij de invoering van de AOW op een slinkse wijze ervoor te zorgen, dat de inwoners van Suriname geen aanspraak zouden maken op AOW.
 

Het was geen geldkwestie. Nederland was en is een rijk land. De regeringsleiders van de jaren 50beschouwden de zwarte mensen in Suriname en in Nederland als minderwaardig. U leest het goed. 

Zwarte mensen in Suriname en in Nederland zijn niet alleen de Creolen en de

Marrons, maar ook de Hindoestanen, de Javanen, de Indianen en de Chinezen. Indien de bevolking in Suriname meer witte mensen had, dan was het woord “Rijk “ geen enkel probleem geweest. Het was danvanzelfsprekend, dat Suriname ook meedeed met de AOW. Deze constatering zal hard overkomen bij de huidige regeringsleiders en aantal Nederlanders, maar de waarheid is niet altijd mooi. De Surinaamse Nederlanders zijn altijd als tweede rangburgers behandeld. Gaat u maar na hoeveel inwoners Suriname had bij de invoering van de AOW. 
 

In 1957 had Suriname 260.000 inwoners en Nederland had 11.000.000 inwoners. Anno nu heeft Nederland ruim 17.300.000 inwoners. Er zijn miljoenen mensen van andere landen na 1975 in Nederland komen wonen. De Surinaamse Nederlanders mogen niet vergeleken worden met de andere groepen mensen. De Raad van State zegt, dat er geen juridische grondslag is om tot reparatie over te gaan. Wel nu: Nederland heeft op een slinkse wijze de bevolking van Suriname uitgesloten van de AOW. De Nederlandse overheid was op de hoogte, dat het Surinaamse volk niet goed was opgeleid. De Nederlandse overheid heeft de bevolking in Suriname vanaf hun zeggenschap in Suriname niet verteld en geleerd wat de consequenties zijn wanneer de mensen oud zijn en niet meer kunnen werken en geen inkomen hebben.

Op grond van deze constatering mag er gerust een streep gezet worden in het advies van de Afdeling Advisering van de Raad van State. Er is wel een juridische grondslag om tot reparatie van het AOW-gat van de Surinaamse Nederlanders over te gaan.Leest u maar zelf. Er is namelijk sprake geweest van misleiding van de onderdanen binnen het Koninkrijk der Nederlanden.

Kolonie van Nederland

Suriname was eeuwenlang ( van 1667 tot 15 december 1954) een kolonie van Nederland. In deze periode heeft Nederland omgerekend naar de huidige munteenheid miljarden euro’s uit Suriname gehaald en gepompt in de economie van Nederland.

De miljarden euro’s uit Suriname hebben bijgedragen aan de ontwikkeling van Nederland tot een welvarend land anno nu. Vóór de afschaffing van de slavernij op 1 juli 1863 hadden de tot slaaf gemaakte mensen geen rechten en waren overgeleverd aan deNederlandse plantage- eigenaren. Zij werden zwaar mishandeld zowel lichamelijk als geestelijk. Deslaven zijn verkracht, opgehangen c.q. doodgeslagen. 

Van 1 juli 1863 ( afschaffing van de slavernij in Suriname) tot 1 juli 1873 ( einde van het staatstoezicht in Suriname) waren de mensen op papier contractarbeiders. In werkelijkheid waren de mensen niet vrij en werden deze mensen nog 10 jaren lang als minderwaardig behandeld. De Nederlanders in Suriname waren gewend te heersen over de tot slaaf gemaakte mensen en dat gedrag werdgecontinueerd. De arbeid- en woonomstandighedenvoor de “vrije mensen” bleven zeer slecht. De mensen waren zeer angstig en wisten niet wat zij moesten doen. De Nederlanders in Suriname bleven de mensen - ook na de afschaffing van de slavernij - dom houden.

Het Koninkrijk der Nederlanden

Op 15 december 1954 werd Suriname via het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden een onderdeel van het Koninkrijk der Nederlanden. Suriname had weinig te vertellen en was afhankelijk van Nederland. Alle inwoners van Suriname waren Nederlanders. De Nederlandse regering had het over Rijksgenoten ( inwoners uit Suriname en de Nederlandse Antillen).Het Statuut ging uit van gelijkwaardigheid. In de praktijk was er geen sprake van gelijkwaardigheid. 

De Nederlanders waren in die periode beter opgeleid en hadden ook meer invloed dan de inwoners van Suriname. De Nederlanders bleven hun macht gebruiken. Suriname had weinig te vertellen en bleef afhankelijk van Nederland. De inwoners van Suriname werden dom gehouden.

Denk- en onderhandelingsvermogen

Van 1667 tot en met 25 november 1975 was Suriname dus in handen van Nederland. Suriname had weinig in te brengen. Nederland heeft in Suriname heel weinig geïnvesteerd. De infrastructuur was slecht en de inwoners van Suriname werden achtergesteld ten opzichte van de inwoners van Nederland. De inwoners van Suriname hadden ook een forse achterstand in kennis, daar het onderwijs in Suriname niet te vergelijken was met het onderwijs in Nederland. 

Het denk- en onderhandelingsvermogen van de Nederlanders waren zeer goed ontwikkeld. Nederland heeft bij de onafhankelijkheid van Suriname in 1975 de inwoners van Suriname ( Surinaamse Nederlanders ) gewoon in de kou laten staan. Dit is een zeer kwalijke zaak. Nederland heeft eeuwenlang geprofiteerd van de rijkdommen van Suriname.

De AOW

Nu terug naar 1957. In dat jaar heeft Nederland de AOW-wet ingevoerd voor de inwoners van het Rijk. Het woord “Rijk” hebben de burgers van Suriname geïnterpreteerd als het Koninkrijk der Nederlanden. Nederland heeft in 1957 verzuimd de inwoners vanSuriname ( inwoners met de Nederlandse nationaliteit) over de AOW-wet te informeren. Nederland was eeuwen de baas in Suriname. Nederland bepaalde ook het sociaal beleid. De inwoners van Suriname kwamen pas na de onafhankelijkheid van Suriname erachter, dat zij geen recht hebben op de AOW.

De Nederlandse regering kwam in 1990 met een wijziging in de AOW-wet. Het woord “Rijk” werd gewijzigd in “Nederland”.

De Surinaamse Nederlanders, die zich vóór 1975 in Nederland hebben gevestigd, zijn ook niet door Nederland geïnformeerd over de AOW. 

Het vorenstaande leidt tot de conclusie, dat Nederland de inwoners van Suriname, die vanaf de geboorte Nederlanders waren in het Koninkrijk der Nederlanden, op een vervelende wijze buiten de AOW heeft gehouden. Nederland had – mede dankzij de rijkdommen uit Suriname – een vermogen opgebouwd en was daardoor in staat de AOW in 1957 in te voeren.

Het zou Nederland hebben gesierd, indien Nederland de AOW had ingevoerd voor alle Nederlanders binnen het Koninkrijk der Nederlanden. Het opnemen van de Surinaamse Nederlanders ( zowel in Nederland als in Suriname) in 1957 in de AOW-wet zou meer dan gerechtvaardigd zijn.

Huidige inwoners in Nederland

Anno nu wonen er ca 17,3 miljoen inwoners in Nederland. Een paar miljoen mensen uit andere landen zijn vanaf 1975 in Nederland komen wonen.

Deze mensen hadden bij de geboorte geen Nederlandse nationaliteit en mogen dus niet vergeleken worden met de Surinaamse Nederlanders,die inwoners van het Koninkrijk der Nederlanden zijn.

De inwoners van Suriname hadden tot 25 november 1975 de Nederlandse nationaliteit vanaf hun geboorte in Suriname. Met deze zin wil ik duidelijk maken, dat geen enkele andere bevolkingsgroep, die in Nederland is komen wonen, kan claimen, dat zij Nederlander zijn vanaf de geboorte. 

Deze emigranten mogen nooit vergeleken worden met de Surinaamse Nederlanders. Ter verduidelijking: de Surinaamse Nederlanders zijn de mensen, die in Suriname zijn geboren en nu in Nederland wonen. De Surinaamse Nederlanders zijn ook de mensen, die in Suriname zijn geboren en op de dag van de onafhankelijkheid ( 25 november 1975) ingezetenen waren van Suriname. Deze mensen hadden vanaf de geboorte de Nederlandse nationaliteit. Vanaf 25 november 1975 kregen deze mensen in Suriname de Surinaamse nationaliteit.

Ik doe een dringend beroep op de leden van de Tweede Kamer van Nederland en de Nederlandse regering om de jaren van 1957 tot 1975 mee te laten tellen voor de Surinaamse Nederlanders ( zoals hiervoor gedefinieerd).

Dennis Lapar 
Directeur van Stichting FinanceSuriname
Rotterdam, 28 maart 2022 
Emailadres: d.lapar@kpnplanet.nl

| snc.com | Door: Dennis Lapar