
Meer rechten voor buitenvrouw en buitenkind in Suriname dankzij nieuw Burgerlijk Wetboek
| waterkant | Door: Redactie
Met de invoering van het nieuwe Burgerlijk Wetboek (NBW) heeft Suriname een belangrijke stap gezet in de erkenning van informele relaties. Voor het eerst wordt ‘ongehuwd samenleven’ wettelijk erkend, wat grote gevolgen heeft voor mensen die jarenlang samenleven zonder huwelijk – de zogeheten buitenvrouw of buitenman.
Dankzij deze wetgeving lopen zij na het overlijden van hun partner niet langer het risico om met lege handen achter te blijven, ook al is er samen een leven en vermogen opgebouwd.
De architect achter deze hervorming is de Curaçaose jurist prof. mr. Jan de Boer, die al jaren betrokken is bij de modernisering van wetgeving
Een van de meest opvallende verbeteringen is dat de buitenvrouw – of buitenman – nu na twee jaar samenwonen in een huurwoning als medehuurder wordt erkend. Bij overlijden van de hoofdhuurder wordt zij of hij automatisch hoofdhuurder. Zelfs bij eigen woningen kan, indien nodig en redelijk, het vruchtgebruik aan de langstlevende partner worden toegekend.
Ook kan er bij beëindiging van de relatie een alimentatieplicht worden opgelegd aan de meest draagkrachtige partner, iets wat in Nederland bijvoorbeeld nog niet mogelijk is.
Daarnaast verdwijnt met
Op verzoek van toenmalig minister Santokhi werd De Boer betrokken bij de totstandkoming van het Surinaamse NBW. De Boer is al sinds de jaren 70 voorvechter van juridische erkenning van het zogeheten ‘concubinaat’ en stond ook aan de basis van soortgelijke hervormingen op Curaçao.
Het nieuwe wetboek is een grote stap richting meer sociale rechtvaardigheid in Suriname. Vooral voor vrouwen en kinderen die buiten het traditionele huwelijk vielen, betekent dit eindelijk wettelijke bescherming, zekerheid en erkenning.
| waterkant | Door: Redactie