
LANDBOUW IN SURINAME – TUSSEN AFHANKELIJKHEID EN SOEVEREINITEIT (1)
| united news | Door: Redactie
Foto: Hydroponics in Suriname
Suriname bezit een overvloed aan vruchtbare gronden, een gunstig klimaat en een rijke traditie van kleinschalige familielandbouw. Toch bevinden we ons vandaag in een neerwaartse spiraal. Ons land is namelijk sterk afhankelijk van voedselimporten, vooral uit westerse markten. Deze afhankelijkheid heeft verstrekkende gevolgen: niet alleen voor de economische positie van lokale producenten, de voedselzekerheid en ecologische duurzaamheid, ze vergroot ook de armoede! En dat laatste kunnen we missen als kiespijn…
In deel 1 lees je: Wat is de oorzaak van deze neerwaartse spiraal? Kunnen we deze van richting doen veranderen? Kan Suriname haar voedselsoevereiniteit herwinnen en eindelijk de
Analyse: Jef Crab, mondiaal humanist
In samenwerking met het ministerie van LVV voerde de FAO onlangs een grootschalige agrarische telling uit [1] om betrouwbare data te verzamelen voor toekomstig beleid. De FAO benadrukt dat voedselzekerheid niet enkel een kwestie van productie is, maar ook van voedselsoevereiniteit: het recht van volkeren om hun eigen voedselbeleid te bepalen, los van de grillen van internationale markten, en om compleet in hun eigen voedselbehoeften te voorzien. Voedselsoevereiniteit, samen met financieel-economische soevereiniteit, vormt een van de twee onontbeerlijke voorwaarden voor echte nationale onafhankelijkheid.
Volgens het FAO rapport is Suriname momenteel echter niet
Hoe is het zover gekomen? Want de eerste bewoners en later de kolonie, voorzagen zelf in hun behoeften en exporteerden flink.
De hoogtijdagen van de plantage-economie lagen tussen circa 1730 en 1863.
In deze periode waren er meer dan 700 actieve plantages langs de Suriname- en Commewijnerivier wiens economie volledig was gericht op export van tropische gewassen.
80% van de export bestond uit landbouwproducten zoals suiker, koffie, cacao en katoen en vertegenwoordigde een miljarden omzet. In euro’s wel te verstaan!Volgens berekeningen van de Surinaamse econoom Armand Zunder, gebaseerd op historische data en omgerekend naar de waarde in 2006, bedroeg de totale exportwaarde van Surinaamse landbouwproducten tussen 1682 en 1940 ongeveer €166,5 miljard. Dit betrof vooral:
Deze producten werden geproduceerd op plantages met Afrikaanse slavenarbeid en later Aziatische contractarbeiders, en waren bestemd voor de Europese markt.
De landbouw die we vandaag in Suriname kennen is gevormd door koloniale structuren. Na de afschaffing van de slavernij degradeerde de exportgerichte plantage-economie – begrijpelijkerwijze– snel naar een kleinschalige bevolkingslandbouw in de stad en de districten. Later ontstond door de contractarbeiders de rijstteelt in de westelijke districten.
Omdat het koloniale beleid vooreerst niet veranderde – het bleef gericht op exportgewassen en buitenlandse belangen – was dit alles voornamelijk een landbouw zonder visie, noch doordacht beleid, voor nationale opbouw. Het “verdeel en heers” was belangrijker voor de koloniale macht. Met de onafhankelijkheid erfden we deze landbouw in dienst van niets, samen met het idee van export als zaligmakend model [3].De buitenlandse belangen moesten immers worden beschermd, stelt J.K. Brandsma in het tijdschrift OSO in 1983[4].
De voorbije jaren horen we steeds vaker dat Suriname de voedselschuur van de Caraïben kan zijn. Om die doelstelling te kunnen realiseren, richtte elke opeenvolgende regering zich naar een grootschalige machinale landbouw, monoculturen en mega-projecten. Denk maar even aan de Mennonieten… Helaas heeft dit alles ook niet met het gewenste resultaat. De koloniale erfenis van exportgerichtheid, marginalisering en verdeeldheid vormt nu de belangrijkste barrière voor de onontbeerlijke voedselsoevereiniteit.
Tijdens de koloniale periode bleven, zuidelijk van het Cordonpad, de Inheemse en marron gemeenschappen verder ontwikkelen op basis van familielandbouw en duurzame systemen voor zelfvoorziening gebaseerd op ecologische kennis. Deze worden tot heden nog niet erkend in nationaal beleid. Internationaal gaan echter steeds meer stemmen op om vooruit te kijken naar de integratie van zulke systemen om in de lokale behoeften te voorzien en voedselsoevereiniteit te realiseren. Echter heeft de verbeterde toegang tot de stad het leven van binnenlandbewoners in Suriname ingrijpend veranderd. En niet zonder gevolgen. Waar gemeenschappen vroeger grotendeels zelfvoorzienend waren via gezinslandbouw, zijn velen nu afhankelijk geworden van geïmporteerde voeding uit de stad. Deze verschuiving heeft geleid tot een verlies aan voedselsoevereiniteit en een toename van structurele armoede. Importvoeding is vaak duurder, minder voedzaam en onderhevig aan prijsschommelingen, waardoor huishoudens in afgelegen gebieden kwetsbaarder zijn geworden. De traditionele kennis van landbouw en voedselbereiding verdwijnt langzaam, terwijl de afhankelijkheid van externe markten toeneemt — een ontwikkeling die de economische en culturele veerkracht van het binnenland ondermijnt.
Het Rapport Armoede en Ongelijkheid in Suriname [5] van de Vereniging Surinaams Bedrijfsleven (VSB) , ondersteund door de Anton de Kom Universiteit, IDB en Wereldbank, geeft aan dat in 2022 maar liefst 51,6% van de binnenlandbewoners onder de armoedegrens leefde.
30% van de huishoudens rapporteerde voedselonzekerheid in 2020, een verdubbeling ten opzichte van pre-COVID niveaus.
De studie wijst daarom op de noodzaak van duurzame investeringen in lokale voedselproductie om armoede en afhankelijkheid te verminderen.
Wat zijn de uitdagingen en over welke kansen beschikken we daartoe?
Tijdens een bezoek aan Boven-Suriname benadrukte professor Kurt Manrique-Klinge, als specialist in Vernieuwende Landbouwsystemen van IICA International, dat gezinslandbouw stimuleren nu de hoogste prioriteit is!
Hij bezocht samen met een internationaal gezelschap de proeven met boslandbouw van de Surinaamse Stichting Ecosystem 2000. Tussen 2015 en 2020 voerde deze in Boven-Suriname, op vraag van het traditionele gezag, in samenwerking met lokale gemeenschappen innovatieve landbouwprojecten uit gericht op verbeterde rijstteelt [6].
Centraal stond de ontwikkeling van het Saamaka Söötö Baaku Sistema, een ecologisch verantwoord teeltsysteem dat de arbeidsintensiteit van de gezinnen met 85% verminderde en toch de opbrengst tot zesmaal verhoogde. Deze methode werd vooreerst toegepast op uitgeputte kostgronden. Door gebruik te maken van lokale rijstvariëteiten, doordachte wisselteelt en een methode die het bos intact laat, werd niet alleen de voedselzekerheid versterkt, maar ook de culturele autonomie van de Saamaka-gemeenschappen ondersteund. Het project trok internationale aandacht, onder meer van Cornell University. FAO en IICA, en wordt gezien als een model voor duurzame landbouw in tropische bosgebieden.
In eigen land kaapte Ronny Brunswijk het project en degradeerde het tot machinale landbouw met een tikje groenbemesting. Vierkante kilometers bos sneuvelden in het Langu-gebied en de lokale vrouwen werden gedegradeerd tot veldwerksters. Tijdens zijn periode als VP kreeg hij ook voor elkaar dat dit model in Marowijne zou worden toegepast. Met overheidsgelden, wel te verstaan. De heer Brunswijk zal natuurlijk zijn eigen redenen hebben voor deze show van greenwashing-landbouw.
Een bijna compleet gebrek aan kennis van innovatieve en duurzame landbouwmethoden bij Min LVV en Min RO, in samenhang met nepotisme en clientelisme – de vriendjespolitiek waar we met zijn allen zo onder lijden – groeven mee het graf van wat door landbouwspecialisten internationaal als een uitstekend model werd herkend. De in 2020 in de startblokken staande opschaling van het succesvolle pilootproject naar nationale schaal werd politiek op achterbakse wijze in de kiem gesmoord.
Een eenvoudige rekensom laat echter inzien dat het stimuleren van gezinslandbouw een uitzonderlijke uitkomst biedt en kan leiden in de richting van de gewenste voedselsoevereiniteit.
Een gezin dat volgens het Saamaka Sistema produceert kan, na volledig zelfvoorzienend te zijn op vlak van voeding, ook jaarlijks 5 ton bio-hooglandrijst op de markt brengen.
Met een zeer voorzichtige schatting dat er van de ongeveer 24.000 Marrongezinnen in Suriname nog slechts 2.000 gezinnen actief zijn in de gezinslandbouw, dan betekent dat nog een jaarlijkse marktproductie van 100.000 T hooglandrijst . Ofwel lokaal geproduceerde voeding voor 10.000 gezinnen. Genoeg om de helft van de binnenlandbewoners te voorzien.
Het Saamaka Systeem produceert vanaf jaar drie ook cacao en laat elke boer toe 800 – 1600 bomen in een natuurlijk boslandbouwsysteem te onderhouden. Samen met andere producten als aardvruchten, gember of olie, verhoogt dit het gezinsinkomen tot ver boven de armoedegrens. Het belangrijkste is de enorme tijdswinst omdat er geen nieuwe kostgronden meer moeten worden opengekapt, wat meteen ook het groene beleid van de regering ondersteunt.
Zulke modellen bieden perspectief voor de binnenlandbewoners, maar ook voor jongeren.
Het heeft eveneens een gunstig effect op de golf van binnenlandvluchtelingen en stadsimmigratie.
Het biedt reële kansen aan Inheemsen en Marrons voor behoud van hun cultuur en leefwijze, om economisch weerbaar te zijn en gelijktijdig bij te dragen aan het Bruto Nationale Product. Met slechts 15% van de huidige tijdsinvestering kan hun gezinslandbouw – wat voor elkeen tijd overlaat voor andere economische of culturele bezigheden – dan jaarlijks meer dan 150.000 T hoogwaardige bio-rijst produceren. Enkel correcte kennisoverdracht en kleine investeringen vanuit de overheid zijn nodig. Waarop wachten onze regeringen?
Maar er is meer. In het kader van de huidige klimaatveranderingen speelt de Inheemse en Marronlandbouw een nog meer prominente rol.
Terwijl de stedelijke landbouw in Suriname worstelt met afhankelijkheid van import, chemicaliën en grootschalige monoculturen, biedt het binnenland een zeldzaam perspectief: een volledig biologische landbouwpraktijk, geworteld in ecologische kennis en gemeenschapszin. Marron- en Inheemse gemeenschappen bewerken hun kostgrondjes met respect voor het bos, nu nog zonder pesticiden of kunstmest, en met een diep besef van seizoenen, bodem en biodiversiteit. Dit maakt het binnenland tot een levend laboratorium voor duurzame landbouw.
Internationale modellen zoals permacultuur en agroforestry sluiten naadloos aan bij deze lokale praktijken. Permacultuur, geïnspireerd door de natuur en inheemse tradities, streeft naar kleinschalige, zelfvoorzienende systemen die de ecologische balans versterken [7].
Agroforestry of boslandbouw— het integreren van een hoog productief landbouwsysteem in bestaand of hernieuwd bos — wordt al toegepast in projecten zoals het Saamaka Söötö Baaku Sistema, dat niet alleen rijst maar ook cacao, gember en oliegewassen integreert in een bosvriendelijk ontwerp.
Stichting Ecosystem 2000 coördineert al dertig jaren een 3ha groot boeiend voorbeeld van hoog productieve boslandbouw gekoppeld aan geïntegreerd wonen en werken in haar Vormingscentrum te Domburg. Hieruit ontstond het Saamaka Söötö Baaku Sistema.
Daarnaast wint regeneratieve landbouw terrein als antwoord op klimaatverandering en bodemuitputting [8]. Deze methode richt zich op het herstellen van ecosystemen, het verbeteren van bodemgezondheid en het minimaliseren van externe inputs. In Suriname kan dit leiden tot een veerkrachtiger landbouwsysteem dat erosie tegengaat, water vasthoudt en lokale gemeenschappen versterkt, ook toepasbaar in de stad en de kustdistricten.
Ook volgens CELOS en Tropenbos Suriname zijn deze methoden niet alleen ecologisch verantwoord, maar ook economisch haalbaar. Ze bieden alternatieven voor het jaarlijkse openkappen van nieuwe kostgronden en kunnen jongeren motiveren om in hun dorpen te blijven, in plaats van naar de stad te trekken voor onzeker werk [9].
Suriname beschikt over alles wat nodig is om voedselsoeverein te zijn: vruchtbare gronden, ecologische kennis, en gemeenschappen die al generaties lang in harmonie met hun omgeving produceren. Wat ontbreekt, is de politieke wil en beleidsmatige erkenning van deze rijkdom. De structurele afhankelijkheid van importvoeding en het marginaliseren van gezinslandbouw hebben geleid tot armoede, verlies van culturele autonomie en een fragiel voedselsysteem.
Daarom is het essentieel dat Suriname een koerswijziging inzet. De integratie van duurzame gezinslandbouwsystemen, zoals het Saamaka Söötö Baaku Sistema, in het nationaal landbouwbeleid is geen optie meer, maar een noodzaak. Dit model bewijst dat voedselsoevereiniteit, economische weerbaarheid en ecologische duurzaamheid hand in hand kunnen gaan.
Concreet bevelen we aan:
Door deze stappen te zetten, kan Suriname niet alleen haar voedselsoevereiniteit herwinnen, maar ook het binnenland transformeren tot een bron van innovatie, trots en toekomstbestendigheid. Het is tijd om het potentieel van de gemeenschappen zuidelijk van het Cordonpad te erkennen — niet als achterland, maar als voorhoede van een nieuwe landbouwvisie.
Immers, wat winnen we er bij om in een afhankelijkheidspositie te blijven die ons jaarlijks honderden miljoenen euro’s kost?
Deel 2 bespreekt hoe buurlanden als Amapa en Guyana er in slaagden voedselsoevereiniteit te creëren, evenals beleidslijnen voor de kustdistricten en het creëren van perspectieven voor jongeren Deel 3 behandelt innovatieve en verantwoorde landbouw in het licht van de volksgezondheid
Bronnen
[1] FAO tevreden over agrarische telling in Suriname
[2] https://stvs.sr/nieuws/2025/09/grote-vooruitgang-geboekt-bij-uitvoering…
[3] https://www.dbnl.org/tekst/_oso001198301_01/_oso001198301_01_0021.php
[4] Zijn wel onderbouwde stelling is : “.. dat we in het geval van Suriname te maken hebben met een zeer extreme en bijzondere vorm van afhankelijkheid van het buitenland, die in hoge mate (maar niet uitsluitend) bepalend is (geweest) voor het ontstaan van de specifieke maatschappelijke structuur, die hier wordt aangeduid als de plantagestructuur…”
[5] https://vsbstia.org/?p=9479
[6] https://www.srherald.com/ingezonden/2018/04/01/saamaka-verbeterde-rijst…- aandacht/?fbclid=IwY2xjawMn3jdleHRuA2FlbQIxMQBicmlkETFwUTR4UXpXOEM5TlFub01HAR5Al1xYUWvuqPexBR8ZYkh9h8GvlxNtzw_E0dscCu0aXftySK3jvFE2UxaOfA_aem_FdcHeaW718xnSi2mwSI9kA
[7] https://schoonengroensuriname.sr/initiatief/permacultuur/
[8] https://eyesonsuriname.com/nl/regeneratieve-landbouw-het-kweken-van-vee…
[9] https://www.dbsuriname.com/2025/03/13/celos-stimuleert-agroforestry-als…
UNITEDNEWS
| united news | Door: Redactie