• donderdag 14 November 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

CHINA VREEST TRUMPS IMPORTTARIEVEN | ZWAKKE ECONOMIE VERDER ONDER DRUK

| united news | Door: Redactie

Bron: BNR nieuws

China heeft alle reden om bezorgd te zijn over Donald Trumps dreigementen om de importtarieven op Chinese goederen met 60 procent te belasten, schrijft Bloomberg.

De Chinese economie is namelijk veel kwetsbaarder dan tijdens Trumps eerste termijn. China kampt met een veelkoppige draak: een vastgoedcrisis, een grote exportafhankelijkheid, industriële overcapaciteit, een zware schuldenlast en een zwakke binnenlandse consumptie.

Zo moet China een ongekende vastgoedcrisis het hoofd bieden. Waar de vastgoedmarkt in 2018 nog ijzersterk was en een kwart van de economische activiteit stuwde, daar is de sector sinds 2021 sterk gekrompen – en in het verlengde daarvan ook de inkomsten

van lokale overheden die nu met hoge schulden kampen. En hoewel Beijing hun fiscale hulp biedt, is de schuldenlast dermate hoog dat China minder goed in staat is om te reageren op externe financiële schokken.

Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) schat de totale schuld van de Chinese overheid op 147 biljoen yuan (omgerekend 19,3 biljoen euro). Worden daar de schulden van huishoudens en bedrijven aan toegevoegd, dan loopt die schuld op naar meer dan 350 biljoen yuan, ruwweg drie keer de omvang van de economie.

Zwakke binnenlandse vraag en schulden

De lage lonen en pensioenen, de hoge jeugdwerkloosheid en een zwak sociaal vangnet

hebben ertoe geleid dat de binnenlandse consumptie laag is. De bestedingen van de Chinese huishoudens bedragen minder dan 40 procent van het bbp. Om die binnenlandse consumptie te stimuleren, kan de overheid of zich dieper in de schulden steken, of inzetten op koopkrachtverbetering van de huishoudens. Bijvoorbeeld door een verhoging van de pensioenen en uitkeringen en door huishoudens en bedrijven anders te belasten.

Focus op maken, niet op consument

De economische focus van Beijing ligt tot nu toe echter op verbetering van de deels exportafhankelijke maakindustrie, zoals die van de elektrische voertuigen, zonnepanelen en batterijen. Die exportafhankelijkheid wordt nu een achilleshiel, China heeft immers geen enkele invloed op de buitenlandse vraag en van de binnenlandse vraag moet de Chinese industrie het niet hebben.

Een industriële overcapaciteit dreigt, niet in de laatste plaats omdat de Chinese overheid de afgelopen jaren middelen vanuit de vastgoedsector naar de productiesector heeft overgeheveld in plaats van naar de consumenten. Dat heeft op zijn beurt weer geleid tot deflatie van de fabrieksprijzen.

Devaluatie yuan

Devaluatie van de yuan is geen echte optie voor de Chinezen. Toen de Verenigde Staten en China in 2018 en 2019 in hun eerste grote handelsruzie belandden, devalueerde China de yuan. Daarmee werd het goedkoper voor China om te exporteren en kon het land Trumps handelstarieven enigszins

ondervangen. Om een importtarief van 60 procent te ondervangen zou China de yuan echter met 18 procent moeten devalueren. China riskeert dan het chagrijn van andere handelspartners die als antwoord op die devaluatie misschien ook wel hogere importtarieven zouden kunnen gaan heffen. Daarmee zou China nog verder van huis zijn.

Covid en Oekraïne; eenmalige buitenkansjes

Ten slotte spelen de gevolgen van de Covidpandemie en de oorlog in Oekraïne de Chinezen parten. Tijdens de pandemie strooide de Amerikaanse overheid met biljoenen aan stimuleringsmaatregelen, waaronder gelduitkeringen aan consumenten. Die spendeerden dat deels aan Chinese goederen. Die goederen raakten ook in Rusland in trek nadat Moskou van veel westerse markten werd afgesloten. Covid en Oekraïne waren echter eenmalige meevallers voor de Chinese economie waar het land nu niet meer op kan rekenen.

UNITEDNEWS|ECONOMIE

 

| united news | Door: Redactie