DOSSIER BLAUWMEER – DEEL 4 DE SAMENZWERING
| united news | Door: Redactie
De Centrale Bank van Suriname (CBvS) en NV Panaso zijn in 2018 een overeenkomst aangegaan waarbij voor 20 miljoen Amerikaanse dollar Panaso een perceel van circa 575 hectare aan de CBvS had verkocht.
Deze overeenkomst werd getekend door de toenmalige governor van de Centrale Bank van Suriname, Robert van Trikt en de Chief Executive Officer (CEO) Armand Achaibersing en Chief Financial Officer (CFO) Mario Merhai beiden van Assuria. Volgens de betrokken partijen was deze transactie bedoeld om De Surinaamsche Bank, mede-eigenaar van Panaso, die op dat moment in grote problemen verkeerde, te behoeden van ondergang.
Het omvallen van de bank zou volgens
Op 29 juni 2011 ging toenmalig minister van Ruimtelijke
In een reconstructie van ‘deze corruptieve frommeldeal’ hebben naar verluidt personen met de initialen R.K., en notaris D.A. een belangrijke rol vervuld. Zij interesseerden enkele van hun cliënten die grondhuurpercelen naar eigendom wilden omzetten. Het betrof cliënten wiens gronden niet lagen in de door de regering aangewezen zes pilotgebieden, veel te groot waren om in aanmerking te komen voor conversie of een ander doel hadden dan ‘bebouwing en bewoning’. R.K. en D.A. zouden tegen betaling van een bedrag in euro’s per vierkante meter ervoor kunnen zorgen dat de conversie van grondhuur naar eigendom geregeld werd. Volgens de conversiewet kwamen terreinen groter dan 2500 vierkante meter niet in aanmerking voor conversie.
Geïnteresseerden moesten de koopsommen storten op een bankrekening bij De Surinaamsche Bank Met de vergaarde miljoenen euro’s kocht R.K. de plantage Tempoca van de familie Biharisingh voor 1.2 miljoen euro. De plantage werd toen ten name van Latour Corporation gesteld.
Corrupte politici ten top
De groep bood vervolgens een zogenaamde ruilovereenkomst ter ondertekening aan toenmalig minister van Ruimtelijke Ordening, Grondbeleid en Bosbeheer, Martosatiman aan.
Deze overeenkomst is door notaris D.A. opgesteld en volgens deskundigen “juridisch-technisch waardeloos.” Het waren twee onbevoegde partijen die een nietige overeenkomst met elkaar waren aangegaan.
Minister Martosatiman had de opdracht om de ruilovereenkomst te tekenen van een invloedrijke politicus gekregen, zonder dat de regering hierover toestemming had gegeven. Volgens de Grondwet bestaat de regering uit de president, vicepresident en raad van ministers.
Ondanks dat de ruilovereenkomst ongeldig was schreef de toenmalige Glis-bewaarder de foute akte toch in, omdat hem was beloofd dat een aan hem behorend areaal te Koewarasan ook zou worden geconverteerd.
Na de Tempoca-ruil werd een tweede poging gedaan om ook andere, nog grotere lappen grondhuurarealen op een frauduleuze wijze te converteren naar eigendom. De door notaris D.A. opgestelde ruilovereenkomst die reeds door R.K. was ondertekend werd aangeboden aan de minister van ROGB, Steven Relyveld en die vroeg advies aan notarissen, onder wie Chris Calor. Hij wees de minister erop dat de overeenkomst niet deugde en tegen de wet was. Ondanks aandringen van een invloedrijke groep politici en anderen bezweek Relyveld niet onder druk en weigerde zijn handtekening te plaatsen. Zelfs niet toen deze personen thuis bij een zeer invloedrijke politicus bijeen waren gekomen en Relyveld werd gevraagd om mee te werken. Hij hield echter voet bij stuk dat hij zijn vingers niet aan een onwettige zaak zou branden. Dit heeft onder andere ertoe geleid dat deze minister uiteindelijk uit de regering ging.
De perikelen rond de plantage Tempoca speelden trouwens al vóór 2011. Er was een dispuut tussen bewoners en de familie Biharising, die destijds de nieuwe eigenaar was geworden voordat het aan Latour Corporation werd verkocht. De regering begon hierover een rechtszaak, maar verloor die. Op vragen van een lokaal medium reageerde toenmalig president Desi Bouterse in juli 2011 dat een deel van de grondproblematiek in het district Para was opgelost. De regering, zo zei Bouterse, had plantage Tempoca weer in staatsboezem teruggebracht, doelende op de ruilovereenkomst. Samen met de bewoners zou het gebied nu tot ontwikkeling worden gebracht.
Het staatshoofd bevestigde dat het Kabinet van de President enkele van de lang slepende grondperikelen naar zich had toegetrokken om versneld een oplossing te bewerkstelligen. “We hebben de zaak inderdaad naar ons toegetrokken en samen met ROGB hebben we het probleem opgelost, in dier voege dat we de grond weer in de boezem van de staat hebben gebracht. Samen met de mensen uit Para willen we een project ontwikkelen, waarbij we aan de tegenpartij een ander stuk grond ter beschikking hebben gesteld”, zei Bouterse.
Rechter in de fout
In 1999 kochten de gebroeders Biharising Plantage Tempoca voor 27.000 euro bij personen in Nederland die beweerden de rechtmatige erfgenamen te zijn. De bewoners van de grond, onder wie de inheemsen van Witsanti, werden in 2007 met ontruiming bedreigd. De staat spande echter een rechtszaak aan tegen de nieuwe eigenaars, omdat het areaal van ruim 667 hectare in allodiaal gebruik was uitgegeven en derhalve nooit als erfenis van de toenmalige gebruikers van de grond kon worden nagelaten. In 2011 verloor de Staat het bodemgeschil, maar toenmalig advocaat Jennifer van Dijk-Silos tekende namens de staat onmiddellijk hoger beroep aan.
Zij reageerde in juli 2011 verbaasd, toen een lokaal medium haar confronteerde met het nieuws dat Tempoca volgens de president weer in overheidshanden was. “Dat is nieuws voor mij. Als ik het wist, had ik geen hoger beroep aangetekend.” De jurist stelde dat ze aan toenmalig minister van ROGB, Michael Jong Tjien Fa, al had voorgesteld om het terrein terug te vorderen, maar dat advies is niet opgevolgd. “De mensen die de grond verkocht hebben, waren niet bevoegd. Van rechtswege waren alle rechten al vervallen”, meende Van Dijk-Silos.
Het vonnis waarbij de staat in het ongelijk is gesteld kwalificeerde ze als “een grote onrechtvaardigheid” en “heel slechte rechtspraak.” Op geen enkele stelling van de Staat was de rechter ingegaan. De uitspraak kwam erop neer, dat de personen die verkocht hadden het areaal hadden geërfd en dus gerechtigd waren het te verkopen. “Met deze uitspraak is de poort wagenwijd opengezet en kan heel Holland hier komen en grondverkopen”, stelde Van Dijk-Silos toen. In januari 2011 had president Bouterse bij de beëdiging van Jerry Miranda als districtscommissaris van Para, aangekondigd dat de plantage Tempoca weer in handen van de staat zou komen. Dat is met de ruil die later middelpunt van het Blauwmeer-schandaal zou worden, ook gebeurd.
Notaris Calor stelt in een notitie dat De Surinaamsche Bank vanaf het moment dat hij advocaten en notarissen had geschreven over de nietigheid van de ruilovereenkomst van 2011 wist dat zij geen eigenaar is van het Blauwmeer-areaal. “DSB/Assuria heeft deze kat in de zak op een slimme manier en tegen beter weten in doorgeschoven naar de CBvS voor 20 miljoen USD”, stelt hij.
UNITEDNEWS
GERELATEERD AAN: DOSSIER BLAUWMEER DEEL 3 — DE DEAL
| united news | Door: Redactie