Surinaamse Nederlanders over AOW-gat: ‘Nederland heeft ons zand in de ogen gestrooid’
| het parool | Door: Tahrim Ramdjan
Ze wonen in Nederland, zijn geboren in het koninkrijk, maar hebben geen volledig AOW-pensioen. Oudere Surinaamse Nederlanders vallen nog altijd tussen de wal en het schip.
Het doet Iwan Leeuwin, voorzitter van het Overkoepelend Orgaan Bestrijding AOW-gat Surinaamse (ex-)rijksgenoten, veel. “De mensen om wie het gaat, gaan dood. Ze hebben recht op hun geld, ze lijden armoede, ze verliezen de hoop.” Hij heeft het over het zogeheten ‘AOW-gat’, waar ongeveer 31.000 oudere Surinaamse Nederlanders mee te maken krijgen.
Gijs Vonk, hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Rijksuniversiteit Groningen, legt uit: iedereen bouwt volgens de Algemene Ouderdomswet (AOW) 2 procent pensioen op in een periode
(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
van vijftig jaar voorafgaande aan het bereiken van de pensioenleeftijd. Enige voorwaarde: ingezetene van Nederland zijn.
In de wettekst stond tot de jaren negentig dat dit ingezetenencriterium geldt voor ‘inwoners van het Rijk’. Het probleem: bij de pensioenberekening van Surinaamse Nederlanders die naar Nederland zijn gekomen, tellen niet de jaren tussen de invoering van de AOW in 1956 en de Surinaamse onafhankelijkheid in 1975. Afhankelijk van het geboortejaar kan een Surinaamse Nederlander zo tot wel 36 procent aan pensioen mislopen. Maar hoe is dat te rijmen met hun positie voor 1975, toen zij ook inwoners waren van het Koninkrijk der Nederlanden?
Politieke
(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});
wil
Volgens Vonk heeft de wetstekst altijd gedoeld op ingezetenen van Nederland. Meerdere rechtszaken hierover kwamen tot aan Hoge Raad en de Commissie voor Gelijke Behandeling. “Allemaal stellen ze dat de wetssystematiek klopt, en dat het AOW-gat rechtmatig is.”
Politicoloog Niels Ras, tevens stadsdeelcommissielid in Noord, zegt daarover: “Meerdere bewindspersonen hebben zich al over dit probleem gebogen, maar stuitten steeds op juridische problemen.” Volgens Ras moet er eerst duidelijkheid komen over de juridische mogelijkheden. “Daarna gaat het om politieke wil om dit onrecht op te lossen.”
Hetzelfde speelde bij Marokkaanse en Turkse gastarbeiders uit de jaren zestig, zegt Mies Westerveld, emeritus hoogleraar socialezekerheidsrecht aan de Universiteit van Amsterdam. “Ook mensen die een groot deel van hun leven in Nederland hebben gewoond en gewerkt.”
Mede daarom is in 2010 een bijstandsregeling – de aanvullende inkomensvoorziening ouderen (AIO) – ingesteld om te voorkomen dat ouderen onder het sociaal minimum raken. De Amsterdamse wethouder Rutger Groot Wassink (Diversiteit) heeft vorig najaar hierover met minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) overlegd: hij wil dat ouderen die het nodig hebben automatisch de AIO krijgen, zegt zijn woordvoerder.
Rijksgenoten
Er is nog een ander probleem: ontvangers van de AIO mogen niet langer dan dertien weken per jaar buiten Nederland verblijven, terwijl veel Surinaamse Nederlanders met regelmaat teruggaan naar het vaderland. Daarnaast, erkent de wethouder, zijn weinig Surinaamse Nederlanders op de hoogte van hun rechten.
Hoogleraar Vonk ziet kansen om het probleem op te lossen als de staat dat wil, zonder het systeem af te breken. “Het verschil tussen een Surinamer enerzijds en een Marokkaan of Turk anderzijds, is dat Surinamers ex-rijksgenoten zijn. Daarmee is de juridische positie van Surinaamse Nederlanders wezenlijk anders.”
Leeuwin: “We vragen geen bloedgeld, alleen waar de mensen recht op hebben.” Hij denkt ook dat de 400 jaar oude relatie tussen Nederland en Suriname mee moet tellen. “Wij baseren ons op de rechten die we hebben opgebouwd.”
Winston Kout, voorzitter van het 30 junicomité, strijdt al meer dan twintig jaar tegen het AOW-gat. “Ik vind het vreselijk gemeen.” Kout wijst erop dat de Surinaamse Nederlanders AOW-rechten konden inkopen toen ze naar Nederland verhuisden, maar dat velen daar niet van op de hoogte waren. “Ik schrok ervan. Het volk wist niet dat het speelde.”
In april zou de problematiek in de Tweede Kamer behandeld worden, na Kamervragen van CDA en D66. Dat debat is door de coronacrisis echter uitgesteld tot 24 september. Kout blijft optimistisch. “Het kost tijd, maar ik bespeur bij de overheid en de Kamer een wil om het probleem op te lossen.”
Roy Ristie.BEELD NOSH NENEH
‘Vernederende tweedeling’
Roy Ristie (66)
Kwam in 1977 naar Nederland
“Ik ervaar elke regeling die mij als Nederlander anders treft dan anderen, als discriminatie. Het kan niet zo zijn dat er twee soorten Nederlanders zijn. Dat werkt een tweedeling van de samenleving in de hand. Dat moeten we als samenleving niet willen, want dat zegt wat over ons beschavingsniveau. Dat vind ik persoonlijk ook vernederend.
Ik merk het in mijn portemonnee, maar dat is voor mij niet het belangrijkste. Het gaat hier vooral om mijn welzijn, mijn mentale gezondheid. Dat staat op nummer één. En zodra ik in mijn welzijn wordt aangetast, voel ik dat. Discriminatie voel ik. Er wordt een onterecht, niet-functioneel onderscheid gemaakt wordt tussen mensen, waardoor de één zijn bewegingsvrijheid meer wordt aangetast dan de andere. Dat brengt het AOW-gat ook met zich mee.
In het westen wordt de portemonnee als norm opgevat. Maar als je hetzelfde verdient als je buurman, wil dat nog niet zeggen dat je je in dezelfde positie bevindt.”
Hellen Felter.BEELD NOSH NENEH
‘Zand in de ogen gestrooid’
Hellen Felter (75)
Kwam in 1962 naar Nederland
“Ik heb altijd gedacht dat de AOW ook voor de overzeese gebieden gold: ik heb het toentertijd nog nagezocht, maar kon nergens vinden dat deze alleen voor inwoners van Nederland gold. Voor mijn gevoel heeft Nederland altijd een manier gevonden om ons zand in de ogen te strooien.
Ik moet door het tekort in mijn AOW-opbouw nu letten op de kleintjes. Uit eten kan nog net: het feit dat onze kinderen elke maand een restaurant mogen uitkiezen om heen te gaan, is een traditie die ik toch graag in stand wil houden. Maar een boekje of een muziekplaat kopen? Dat kan ik nu niet zomaar doen.
Het is niet eerlijk: ik heb mijn hele leven lang hard gewerkt en nooit van staatssteun geleefd. Ik heb altijd mijn stem over de AOW-problematiek laten horen, maar de overheid legt ons gewoon aan de kant, omdat we niet in haar straatje passen. Wie te kritisch is op de overheid, wordt overgeslagen: zo voelt het.”
Mildred Ellis.BEELD NOSH NENEH
‘Geboren onder Nederlandse vlag’
Mildred Ellis (66)
Kwam in 1978 naar Nederland
“Sinds februari ben ik met pensioen, daarvoor werkte ik nog in de weekends. Financieel ben ik achteruit gegaan door het AOW-gat. Ik vind het onrechtvaardig dat ze ons hebben gekort. Alles is natuurlijk voor mij moeilijker geworden.
Het gaat niet alleen om iets kopen, bij alles dat je betaalt moet je langer nadenken voordat het kan. Als ik bijvoorbeeld een aanvulling op mijn ziektekostenpolis moet afsluiten, moet ik altijd een regeling treffen omdat ik het niet in één keer betalen.
Ik weet niet wat voor afspraken Nederland en Suriname destijds hebben gemaakt, tijdens de Onafhankelijkheid. Maar wij, die dan voor 1975 geboren zijn? ik vind niet dat wij ingekort horen te worden op onze AOW. Dat vind ik niet eerlijk. Mijn buurman zei tegen mij: ‘Als ik in Australië zou wonen, en ik zou weer hierheen komen, dan hadden ze mij gekort.’ Maar ik ben geboren onder de Nederlandse vlag.”
| het parool | Door: Tahrim Ramdjan