• vrijdag 27 December 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Boek Onder de paramariboom; 'Ik heb mijn eigen identiteit nu omarmd'

| blendle.com | Door: MARJOLIJN DE COCQ

In zijn tweede roman Onder de Paramariboom gaat Johan Fretz op een roadtrip door het Suriname van zijn moeder. Het blijkt meer deel van hem dan gedacht. 'Ik heb er in het verleden omheen gedanst. Nu wilde ik het hele verhaal vertellen.'

Hij heeft het pleasen behoorlijk achter zich gelaten, constateert Johan Fretz (32) als hij kijkt naar zijn nieuwe boek Onder de Paramariboom en de theatervoorstelling waaraan hij gelijktijdig werkte: De zachtmoedige radicaal. "Ik heb echt gemaakt wat ik wilde maken. Ik merk dat het me minder uitmaakt wat de wereld ervan vindt. Toen ik een jaar of 25 was,

was het altijd: mag ik, mag ik, zien ze me wel? Natuurlijk is het spannend dat dit boek nu de wereld ingaat. Maar voor mij is het een ontdekking dat als je iets doet wat heel dicht bij je staat, het minder pijn doet als mensen het misschien niet mooi vinden. Ik denk niet langer: ben ik nou een theatermaker die schrijft of een schrijver die spreekt of een spreker die schrijft? Dit boek is een omarming van mijn identiteit, die ook tegengestelde werelden omvat. Ik maak wat ik maak en begin die vrijheid steeds meer te voelen." Lacht. "Nou
ja, de demonen liggen natuurlijk altijd om de hoek. Maar toch: ik ben er minder gevoelig voor als mensen het affakkelen."

Het boek is gebaseerd op de reis die u op uw 29ste met uw moeder maakte naar Suriname. U had lang uw Surinaamse achtergrond genegeerd en stond daar toen pas voor open. Een persoonlijk verhaal, maar u hebt gekozen voor de romanvorm. Waarom?

"Heel veel is gestoeld op de realiteit, maar toch stond de verbeelding voorop. Daarom heet ik in het boek ook Johannes. Dat is weliswaar mijn officiële naam, maar niemand noemt me zo. Johannes uit Dordrecht, hoeveel Hollandser kan je het hebben? Het past in de Surinaamse verhalencultuur, het vertellen van tori's - iets is wel gebeurd, maar je maakt er vooral een mooi verhaal van en waar de werkelijkheid fictie wordt, doet er niet zo toe."

Ik had wel erg te doen met de kleine Johannes in Dordrecht, die zo graag 'een van jullie' wil zijn. U schetst een moeilijke jeugd met ouders die een weerbarstige relatie hebben.

"Het is een heel heftige tijd geweest waarin ik al vroeg de zorgeloosheid heb moeten loslaten. Om het hoofd boven water te houden, wilde ik niet zijn waar ik vandaan kwam. Dat had niets te maken met ras of kleur, maar met een moeder die psychisch gek was en een vader die zoop. Ja, dat doet pijn. Door het in het boek vorm te geven, zag ik eigenlijk pas in hoe klein, hoe jong ik toen was. Ik heb duidelijk geen veilige basis gehad. Misschien dat daar ook die pleaserigheid vandaan kwam: mag ik ergens bij horen? Ik ben weggerend van waar ik vandaan kom, tot het moment kwam dat ik niet langer kon wegrennen. Je bent nou eenmaal de optelsom van waar je vandaan komt."

Dus vanwege uw Surinaamse moeder wilde u uw Surinaamse kant niet zien?

"Maar door me met haar te verzoenen was dat niet meer nodig. Door haar daar in Suriname te zien bloeien, zo warmbloedig en anders. Toen zag ik in hoe je kunt ontsporen als je vanuit Suriname ineens in Dordrecht terechtkomt en later Almere. 'Ze hebben me in de koelcel gezet,' zegt mijn moeder daarover, 'een wonder dat ik niet bevroren ben.' Het proces van verzoening was al een paar jaar gaande, maar het is daar in Suriname gecompleteerd."

U schrijft heel open over de problemen van uw ouders, wat vinden ze van het boek?

"Ik heb er in het verleden best omheen gedanst, ik schreef wel over ze maar altijd in sjablonen: die Surinaamse moeder, die Haagse vader, leuke types. Nu wilde ik het hele verhaal vertellen. Het is heel pijnlijk geweest, maar uiteindelijk ook goed gekomen. Uiteindelijk overleeft de liefde tussen de ouders en tussen de moeder en zoon. Toen mijn moeder was begonnen met lezen appte ze eerst dat ik hun namen moest veranderen. Toen ze het uit had, hoefde dat niet meer. Ja, het is een eerbetoon aan hun liefde, ondanks en dankzij dat roerige leven. Ik ben ze ook dankbaar: je hecht met terugwerkende kracht aan de dingen die geweest zijn. Je kunt wel boos blijven over die veiligheid die ontbrak, maar ze hebben me ook diepte gegeven door me al heel vroeg als gelijkwaardige te zien."

Bij de titel Onder de Paramariboom dacht ik eerst: o nee, een woordspeling...

"Nee, het is wat het is: de verbeelding van een kind. Als mensen me vroegen waar mama vandaan kwam, zei ik: Uit de Paramariboom. Dat is een boom aan de andere kant van de zee en in die boom groeien zwarte mensen zoals mama en Ruud Gullit."

U beschrijft hoe u lang als vanzelfsprekend in een 'Amsterdams coconnetje' leefde. Maar nu erkent u uw 'dubbelbloed'. Hoe heeft dat u veranderd?

"De discussie over kleur, de zwart-wittegenstelling - pas de afgelopen jaren begon ik mezelf de vraag te stellen: hoe moet ik mij hiertoe verhouden? Ik ben zo Hollands als wat. Maar niet helemaal. Waarom duw ik dat van me af? Wil ik blank zijn? Heb ik iets te bewijzen? Ik voel me nu nog steeds zo Hollands als wat, dat is geen millimeter veranderd. Maar ik heb er een hele wereld bijgekregen. Mijn Surinaamse kant is er nu ook. Het heeft me completer gemaakt. Je kunt ook niet compleet zijn als je een deel van jezelf wegduwt."

"Misschien is het ook daardoor dat ik nu durf autonomer te zijn. Ik heb me met mijn identiteit verzoend. Er loopt zo veel verschillend bloed door mijn aderen. Identiteit is niet iets wat is afgebakend. Maar als je beter weet wie je bent, waar je vandaan komt, is er ook minder pretentie en gezwollenheid nodig. Omdat de kern zo simpel is. Je komt allemaal uit de buik van je moeder en that's it. Dat is voor mij ook de sleutelscène van de roman, dat de moeder Bonnie kom je buiten spelen zingt voor haar zoon en hij in haar ogen leest dat hij haar toekomst is. Dat identiteit niet meer is dan een optelsom van tijd en afstand die we afleggen."

Is die reis naar Suriname daarom de belangrijkste gebeurtenis in uw leven geweest?

"Het is een onmisbare stap geweest, maar die had ik niet kunnen zetten zonder de bouwstenen ervoor. Er is heel veel ruis nu weggevallen. Ik wil me niet meer overschreeuwen, ik wil niet te veel op die zeepkist staan, niet vervallen in sentimentele retoriek. Ik was een beetje van mijn koers afgedreven, had me te veel als hardcore opiniemaker naar de meningenhoek laten trekken. Ik kom nog steeds soms naar de talkshowtafel, maar nu vertel ik een mooie tori, met muziek, dat is een andere rol die me zeer bevalt."

"Ik kon vroeger nogal eens strooien met termen als idealisme, activisme, dromen. Maar wat betekenen die woorden? Het zijn vooral clichés. Nu durf ik net als de grootvader in het boek de grote kracht in te zien van de kleinste vertellingen. De preekstoel in te ruilen voor de vertelstoel. Doordat ik in Suriname heb ontdekt dat die zachtmoedigheid, dat hart van mij, er wel degelijk toe doet, dat het er mag zijn, durf ik ook radicaal voor die zachtmoedigheid te gaan staan. Dat is het nieuwe vertrekpunt voor mijn zoektocht als schrijver en als mens."

'Ik ben zo Hollands als wat. Maar ik heb er een hele wereld bijgekregen'

Johan Fretz is schrijver, theatermaker en sinds 2013 columnist van Het Parool. Hij schreef in 2011 Fretz 2025, over een jonge idealist die in 2025 een gooi naar het premierschap doet. De roman was de basis voor de cabaretshow Revolte!, die hij samen met Marcel Harteveld onder de naam De Gebroeders Fretz maakte. Parallel met het verschijnen van Onder de Paramariboom (maandag) gaat Fretz het theater in met de voorstelling De zachtmoedige radicaal, waarin hij een gepolariseerd Nederland op het hakblok legt en het publiek meeneemt op zijn reis door Suriname. De première is op 4 maart in De Kleine Komedie.

| blendle.com | Door: MARJOLIJN DE COCQ