CENTRALE BANK CREËERT RUIM SRD 3 MILJARD VOOR OVERHEID TUSSEN 2014-2018
| dagblad de west | Door: Redactie
“De wereldeconomie ondervond een groeivertraging van 0,2 procentpunt in 2018, waardoor een groei van 3,6% is genoteerd tegenover 3,8% in 2017. Deze reële groeivertraging weerspiegelde zich vervolgens in de afname van de groei van het wereldhandelsvolume, dat met 1,7 procentpunt daalde naar 3,9% in 2018. Deze afname is vooral het gevolg van een handelsconflict tussen de twee grootste economieën van de wereld en de protectionistische maatregelen van de Amerikaanse regering tegenover haar handelspartners.
Ondanks de minder gunstige ontwikkeling van de internationale economie en de handel, vertoonden de goud- en de aardolieprijs een stijging in dit verslagjaar”, aldus governor Maurice Roemer in
“Deze groei is onder andere het resultaat van een reëel volume toename in de sectoren bosbouw, visserij, goud en aardolie. Dit is een duidelijk teken dat de Surinaamse economie de recessie in 2015 en 2016 volledig achter zich heeft gelaten. De jaareinde-inflatie, gemeten aan de hand van de consumentenprijsindex, bedroeg 5,4% in 2018 tegenover 9,2% in 2017.
Overheidsfinanciën
“De Surinaamse overheidsfinanciën bleven evenals de voorgaande vier jaren een punt van zorg. Het tekort van ongeveer 8,0% van het bbp in 2018 bleef zorgwekkend hoog.
Voor de periode 2014-2018 wordt een gemiddeld tekort van ongeveer 9,2% van het bbp genoteerd en dit is voor de Surinaamse economie onhoudbaar. Het tekort is voornamelijk gefinancierd via het bankwezen, wat heeft geleid tot een grote exposure van de bancaire sector naar de overheid toe. Daarnaast is het tekort ook gefinancierd met buitenlandse leningen”, aldus Roemer. Het gevolg hiervan is volgens de bankpresident, dat dit een grote druk heeft gelegd op de terugbetalingscapaciteit van de Surinaamse economie. Daarnaast bevestigd hij, dat het niet snel adresseren van de zorgwekkende toestand van de overheidsfinanciën een bron van macro-economische ontwrichting vormde. “De relatieve stabiliteit in 2018 bleef hierdoor fragiel”.
Beleidsraamwerk
Het monetaire beleid van de Bank, vervat in een nieuw beleidsraamwerk, waarbij monetaire aggregaten als anker voor prijsstabiliteit dienen, is volgens Roemer onverkort voortgezet. “In 2018 was er sprake van liquiditeitsvernietiging ten behoeve van de overheid. In 2017 bedroeg de liquiditeitscreatie ten behoeve van de overheid ongeveer SRD 1,5 miljard. De liquiditeitstoename in 2018 was meer het gevolg van liquiditeitstoevoer uit het buitenland. In de periode 2014-2018 is een bedrag van ongeveer SRD 3,0 miljard aan liquiditeiten ten behoeve van de overheid gecreëerd. Deze verruiming van de liquiditeiten bleef in de economie hangen en heeft mede gezorgd voor grote druk op de wisselkoers”, zegt de governor.
2018
In 2018 kreeg ons land te maken met een zeer ongunstige ontwikkeling, die de economie in haar greep hield. In april 2018 is namelijk een euro-geldzending van euro 19,5 miljoen door de Bank ten behoeve van de algemene banken in Nederland door de FIOD in beslaggenomen. In afwijking van artikel 34 lid 2 van de Bankwet, is in het onderhavig verslag een zeer uitgebreide jaarrekening opgenomen in plaats van de verkorte vorm van de jaarrekening. Hiermede wordt voorzien in de kritische aanbevelingen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF), alsook van overige relevante stakeholders.
“Het resultaat over 2018 is positief, t.w. SRD 77.413.426. Dit positief resultaat is bereikt dankzij de aanpassing van de rente van de geconsolideerde Staatsschuld III, op basis van de aanpassing in de geconsolideerde Staatsschuld IV in 2020 met terugwerkende kracht naar 2015”, bevestigt Roemer.
Het vermogen van de Bank
Tot slot stelt de governor, dat op basis van de resultaten over 2016, 2017 en 2018 het vermogen van de Bank bijgesteld zal moeten worden. “De verwachting is dat het resultaat over 2019 positief zal zijn. Het resultaat van de Bank zal in 2020 en 2021 helaas wederom omslaan naar negatief. De depreciatie van de SRD in 2020 en 2021 heeft een enorme negatieve impact op het resultaat van de Bank, voornamelijk vanwege de negatieve positie van de Bank in USD en euro, veroorzaakt door het kasreserve debacle t.w.: de besteding van de vreemde valuta kasreserves van de algemene banken in 2019 voor diverse doeleinden en de totstandkoming van een terugbetalingsovereenkomst ad. USD 140,7 miljoen en euro 40,2 miljoen met rente aan de banken in mei 2020, naast het ring-fencen van het resterend deel van de vreemde valuta kasreserveverplichting. De aanwezige internationale reserves van de Bank zijn namelijk onvoldoende ten opzichte van de totale verplichtingen aan de banken, alsook ten behoeve van overige vreemde valuta verplichtingen”, benadrukt de bankpresident. Daarnaast zegt hij, dat de koersaanpassingen ook tot gevolg hebben dat de vermogenspositie van de Bank zal moeten worden bijgesteld. “Zonder de depreciaties zou het resultaat van de Bank op basis van de voorlopige cijfers over 2020 en 2021 wel een positief verloop hebben.”
| dagblad de west | Door: Redactie