BORDO: ‘ER IS EEN OPLICHTERSBENDE OP HET MINISTERIE VAN GBB’
| dagblad de west | Door: Redactie
Joel ‘Bordo’ Martinus, directeur van het Nationaal Indoor Stadion (NIS), zei gisteren in gesprek met Trishul Broadcasting Network, dat er een oplichtersbende op het ministerie van Grondbeleid en Bosbeheer (GBB) is. ‘’Het ministerie wordt nu beheerd door iemand van Abop, maar er gebeuren een paar dingen waar ik niet van houd’’, zei Bordo. Hij gaf aan dat hij van de partij houdt en daarom zal praten.
Ook wil hij niet dat Abop-voorzitter tevens vicepresident Ronnie Brunswijk, schande krijgt. Martinus zei dat hij bezig is hard bewijs te vergaren tegen deze bende. Hij kan zich niet voorstellen dat er mensen zijn die
Martinus deelde mee dat bepaalde mensen een strafblad op hun naam hebben voor fraude, oplichting en het inpikken van gronden van anderen. Hij haalde aan dat het niet kan dat arme burgers een landmeter betalen om een stuk land te meten om vervolgens een aanvraag te doen. “Wanneer de aanvraag is gedaan, zijn er mensen die de grond inpikken. Die dingen ga ik niet pikken. Die mensen waren thuisgezet, nu krijg ik te horen dat ze bij het ministerie werken. Die dingen maken me boos.
Als er een bende is op GBB in jas en das, dan moeten we ze opdonderen, omdat armen struggelen om aan geld te komen om een landmeter te betalen en een aanvraag te doen, om vervolgens gebeld te worden dat het perceel niet uitgegeven kan worden. Maar iemand anders krijgt het wel. Die mensen moeten meteen weg gaan. Ik heb de namen al gehoord, maar ik ga het onderzoeken”, zei Martinus. De regering had beloofd veel te doen voor het volk. Met name de Abop zou zich richten op het verdelen van gronden. De partij was voor de verkiezingen al bezig met het project met een zekere verkavelaar. Martinus zei dat het project een beetje spanningen met zich meebracht en daarom gestopt is. De plek zou gekocht worden. De verkavelaar had reeds een deel van dat geld ontvangen, maar na onderzoek bleek dat er een hypotheek was genomen op de grond. Een deel was ook verkocht. Om problemen te voorkomen, vroeg Brunswijk het project stop te zetten. Het ministerie heeft in de afgelopen periode honderden percelen uitgegeven. Volgens Martinus is dat niets. Hij is van mening dat wanneer hij praat over het verdelen van gronden, het niet gaat om mensen die 40 jaar terug een perceel hadden aangevraagd. “De jongeren moeten een perceel krijgen. Dat had ik beloofd tijden de verkiezingscampagne.”
Volgens hem is dat het recht van elke Surinamer. Martinus stelde dat de economische situatie slecht is, maar dat er niet betaald wordt voor het bos. “Als de overheid geen geld heeft om de gebieden open te kappen en schoon te maken, laten ze mij de percelen geven. Laat mij die schoonmaken en verdelen voor de mensen. De regering moet me niet boos maken. Als ik boos word, ga ik dingen zeggen. Wat beloofd was, moet gedaan worden. Er moet geen ruimte zijn voor mensen om de percelen te verkopen. De burgers moeten de percelen krijgen. Als de minister de ruimte niet krijgt om haar werk te doen, moet ze haar mond openmaken”, aldus Martinus.
| dagblad de west | Door: Redactie