• maandag 15 December 2025
  • Het laatste nieuws uit Suriname

ZAL DE SURINAAMSE MUNT STIJGEN IN WAARDE?

| united news | Door: Redactie

Het recente bericht in Times of Suriname dat de Surinaamse dollar (SRD) in kracht zal toenemen door de verwachte offshore olieproductie in Blok 58, klinkt als een verademing. Het Staatschuldenplan 2026 schetst twee duidelijke toekomstbeelden: een geleidelijke, maar onhoudbare schuld-bbp-ratio van 96% zonder olie (boven het wettelijke plafond van 60%), en een rooskleurige 43% met olie vanaf 2028. Hoewel deze projecties hoop geven, is het cruciaal om de aannames en afhankelijkheden in deze analyse kritisch onder de loep te nemen.

Het hele optimisme is gebaseerd op één fundamentele en onzekere variabele: de start en omvang van de offshore olieproductie in 2028,

gekoppeld aan een stabiele olieprijs. Het Staatschuldenplan gaat uit van een gemiddelde olieprijs van USD 72,5 per vat in de periode 2025-2029. De realiteit, zoals het oorspronkelijke artikel vermeldt, is dat de marktprijs momenteel onder de USD 60 per vat verhandeld wordt. De vraag is dan ook: wat gebeurt er met de schuld-bbp-ratio als de gemiddelde olieprijs substantieel lager uitvalt dan USD 72,5? De verwachte instroom van ‘oliedollars’ en daarmee de verwachte versterking van de SRD staat of valt bij deze prijs. Elk structureel tekort aan deze verwachte inkomsten zal de projectie van 43% tenietdoen.

Daarnaast creëert de zware leuning op

inkomsten uit olie een klassieke ‘Dutch Disease’ (Hollandse Ziekte) risico. Een sterke SRD door olie-inkomsten maakt Surinaamse producten en diensten (zoals landbouw en toerisme) duurder voor het buitenland, waardoor deze sectoren minder competitief worden.

De economische basis wordt dan smaller en volledig afhankelijk van de grillen van de internationale oliemarkt. Dit is geen duurzame groei. Voldoende diversificatie en versterking van niet-oliegebonden sectoren zijn essentieel om de economie te beschermen tegen toekomstige olieprijsschokken.

Tot slot begint de drastische verbetering van de schuld-bbp-ratio pas vanaf 2028. Dit betekent dat de regering de komende drie jaar (2025-2027) de financiën zodanig moet beheren dat de schuld niet onbeheersbaar wordt in de aanloop naar de olie-inkomsten. De schuld-bbp-ratio stijgt in 2025 door kapitaalinjecties en het overheidstekort. Zonder strenge fiscale discipline tot 2028 kan de schuld alsnog te hoog oplopen, waardoor de toekomstige oliedollars primair gebruikt moeten worden voor schuldaflossing in plaats van voor duurzame ontwikkeling of het opbouwen van een stabilisatiefonds.

Het Staatschuldenplan 2026 is geen garantie; het is een beleidsinstrument dat het beste scenario schetst op basis van cruciale aannames. Ja, de Surinaamse munt kan in kracht toenemen en de schuld kan beheersbaar worden. Maar dit is alleen het geval als de offshore productie exact volgens schema en verwachting in 2028 van start gaat, de internationale olieprijs structureel hoog blijft, en de overheid de periode tot 2028 overbrugt met een strenge en transparante begroting. Als analisten moeten we de projectie van 43% schuld-bbp-ratio beschouwen als een doel in plaats van een zekerheid. De regering is nu aan zet om niet alleen de olieproductie te realiseren, maar ook om het land te beschermen tegen de valkuilen van onzekere olieprijzen en het gevaar van de ‘Hollandse Ziekte’. Zonder een robuust plan voor diversificatie en transparant beheer van de oliedollars, blijft de SRD kwetsbaar.

UNITEDNEWS

| united news | Door: Redactie