Strafeisen in zaak mishandeling arrestanten cellenhuis Geyersvlijt
| ABCSuriname | Door: Redactie
De strafzaak tegen de vijftien verdachten, waaronder politieambtenaren (KPS), leden van de Beveiligings- en Bijstandsdienst Suriname (BBS) en het Korps Penitentiaire Ambtenaren (KPA), die ervan verdacht worden betrokken te zijn bij de mishandeling van arrestanten in het cellenhuis van politiepost Geyersvlijt, is onlangs voortgezet door de kantonrechter. De zaak stond voor requisitoir. Van de vijftien verdachten waren zeven aanwezig.
De officier van justitie heeft bewezen geacht de strafbare feiten onder 1B, 2B en 3B van de dagvaarding. Deze feiten betreffen opzettelijke mishandeling met als gevolg zwaar lichamelijk letsel van drie arrestanten.
Het opzettelijk toebrengen van zwaar lichamelijk letsel, zware mishandeling, heeft
De officier van justitie heeft tevens bewezen geacht de eenvoudige mishandeling van 16 arrestanten zoals ten laste gelegd onder 4 van de dagvaarding en de vernieling van medicamenten en voedingsmiddelen, zoals onder 5 ten laste gelegd.
Naar de mening van de officier is verzet zijdens de arrestanten niet vast komen te staan. Van enige strafuitsluitingsgrond is daarom geen sprake. Er is volgens de officier buitensporig geweld gebruikt tegen de arrestanten.
Tegen de verdachte L.T. is een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 11 voorwaardelijk gevorderd,
Tegen de overige veertien verdachten is een gevangenisstraf van 12 maanden waarvan 11 voorwaardelijk geëist, onder aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht en een geldboete van SRD.5.000,=, te vervangen door 3 maanden hechtenis.
Op 8 mei 2024 zal de strafzaak worden voortgezet met het pleidooi van de advocaten die de verdachten bijstaan. De advocaten zullen dan reageren op hetgeen de officier van justitie in het pleidooi naar voren heeft gebracht.
| ABCSuriname | Door: Redactie