• dinsdag 23 April 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

Nederland moet helpen Suriname succesvol te maken

| nrc.nl | Door: Redactie

Bezoek president Santokhi

Commentaar

‘Ik sta thans voor u als symbool van het nieuwe begin in Suriname.” Met deze woorden richtte de Surinaamse president Chan Santokhi zich vorige week tot Nederlandse parlementariërs. De oud-commissaris van politie, in de jaren zeventig opgeleid in Apeldoorn, beloofde vorig jaar met zijn verkiezingsoverwinning niet alleen een einde te maken aan tien jaar wanbeleid door zijn voorganger Desi Bouterse, maar ook aan tien jaar diplomatieke radiostilte tussen Suriname en Nederland.

Dit is het dagelijkse commentaar van NRC. Het bevat meningen, interpretaties en keuzes. Ze worden geschreven door een groep redacteuren, geselecteerd door de hoofdredacteur. In de commentaren laat

NRC zien waar het voor staat. Commentaren bieden de lezer een handvat, een invalshoek, het is ‘eerste hulp’ bij het nieuws van de dag.

Demissionair premier Mark Rutte noemde het vierdaagse werkbezoek dat Santokhi vorige week aan Nederland bracht, inclusief een ontmoeting met de koning, „historisch” en die kwalificatie is in dit geval zeker van toepassing. Het laatste Surinaamse staatshoofd dat Nederland bezocht was Ronald Venetiaan in 2008. Bouterse, president tussen 2010 en 2020, liet zich niet zien, mede door een veroordeling wegens drugshandel en zijn rol in de Decembermoorden.

Suriname was een kleine driehonderd jaar een kolonie en is sinds 1975

een onafhankelijke staat. Het land heeft 580.000 inwoners, en er zijn nog eens 360.000 Nederlanders van Surinaamse afkomst. In beide landen wordt Nederlands gesproken. „Wie kent niet de roti-rol”, vroeg Santokhi vrijdag in Amsterdam, tijdens het uitspreken van de Anton de Komlezing. Suriname en Nederland zijn tot elkaar ‘veroordeeld’. Zolang Bouterse aan de touwtjes trok, was het moeilijk om invulling te geven aan die band. In die periode had Nederland verschillende keren géén ambassadeur in Paramaribo. Ook de nauwe samenwerking tussen Amsterdam en Suriname raakte onder Bouterse verbroken. Daarvoor was de Nederlandse hoofdstad betrokken bij tal van bouw- en renovatieprojecten in Suriname. Dat stokte na 2010. Nu wordt de draad weer opgepakt – en dat is zonder meer goed nieuws.

In eigen land stuit Santokhi alweer op de nodige teleurstelling. Van zijn campagnebeloftes is nog te weinig terechtgekomen. Suriname wordt nog steeds geplaagd door armoede, corruptie, criminaliteit en een loodzware staatsschuld. De coronacrisis, die hard toesloeg in het land, heeft de zaak er niet beter op gemaakt. Dat Santokhi familie en vrienden op cruciale posten heeft neergezet, ook niet. In Amsterdam werd de president door een handjevol demonstranten opgewacht – deels aanhangers van Bouterse.

Toch zou het een vergissing zijn om een te afwachtende houding aan te nemen, zoals eerder gebeurde met Venetiaan. Als Santokhi faalt, kan Bouterse net als indertijd via democratische weg terugkomen. De Surinamers gaan zelf over wie ze kiezen als president en het is aan Santokhi om te bewijzen dat hij écht wil breken met het verleden, maar een terugkeer naar Bouterse zou diplomatieke achteruitgang betekenen en ook in geopolitieke zin onwenselijk zijn. In de afgelopen jaren heeft Suriname zich diep in de schulden gestoken bij China, dat geïnteresseerd is in grondstoffen, zoals tropisch hout en goud. Een nieuwe, ongezonde afhankelijkheidsrelatie dreigt.

Hulp uit Nederland is een gevoelig onderwerp. Bij de onafhankelijkheid in 1975 werden zogeheten verdragsgelden overeengekomen, maar in de jaren daarna bleken die vaak een drukmiddel als er iets in Suriname gebeurde wat Nederland niet beviel. Hoe begrijpelijk dat misschien soms ook was, Nederland moet Suriname behandelen als een gelijkwaardige partner, zoals de Surinamers zelf ook vragen. Nederland moet gezien de bijzondere band genereuzer zijn dan het met andere landen zou zijn, maar paternalisme achterwege laten.

 

| nrc.nl | Door: Redactie