Ivan Fernald: Leerkrachten tasten in het duister (1)
| starnieuws | Door: Redactie
Het besluit om de doorstroming aan voorwaarden te verbinden is ingegeven door de algehele bezorgdheid over de goede afloop van het vernieuwingsproces. Innovatie vereist een mind shift en een breed maatschappelijk draagvlak. ‘Waarom zou ik mij inspannen als ik toch gratis overga’, vroeg menige leerling zich af. Het is niet verwonderlijk dat de noodzakelijke inspanningen uitbleven en de leerresultaten pover waren. Maar er is meer aan de hand.
Leerkrachten waren niet voorbereid op een dergelijke ingrijpende vernieuwing. Zij zijn nog niet bij machte om elk kind dat ongeconditioneerd doorstroomt, een eigen leerweg aan
Hoe zal het verder gaan?
De vernieuwingsgedachte verdient alle ondersteuning, maar het gebrek aan onderzoek vooraf, de klungelige wijze van implementatie en het gemis aan monitoring van het proces om tot heldere evaluatiecijfers te komen, zegt iets over het planningsvermogen en de beperkte uitvoeringscapaciteit van het Ministerie van Onderwijs, Wetenschappen en Cultuur (MinOWC). Zonder vernieuwing zullen er geen verbeteringen in het onderwijs optreden. Het moet echter goed worden voorbereid en professioneel worden uitgevoerd. Daar schort het in behoorlijke mate aan. MinOWC doet er goed aan om de randvoorwaarden te scheppen voor succesvolle implementatie.
Geen rapport onderwijscongresMinister Ori heeft sinds 2 oktober 2023, nadat de automatische doorstroming werd aangehouden, geen instructie meer uitgestuurd hoe het dan verder moet. Het onderwijsveld is in het ongewisse over de voortgang van de vernieuwing. Met veel fanfare is een 2-daags onderwijscongres aangekondigd en ook daadwerkelijk gehouden op 6 en 7 oktober 2023. Het thema was: ‘Samen Onderwijs Toekomst Bouwen’. Nationale en internationale onderwijsprofessionals, onderwijsadviseurs, personen uit het bedrijfsleven en ngo’s hebben zich via interactieve sessies gebogen over de (toekomstige) onderwijsvisie: Waar moeten wij naartoe met het Surinaamse onderwijs? Wat is goed aan het onderwijsstelsel? Wat zou beter kunnen? Hoe komen wij daar?
Onderwijs is een topprioriteitsgebied. Het biedt bouwstenen voor welvaart en welzijn. Hoe is het mogelijk dat tot heden het verslag van het onderwijscongres niet is vrijgegeven, maar slechts voor enkele ingewijden beschikbaar is? Wij weten dus niet welke conclusies en aanbevelingen gedaan zijn en welke maatregelen in het verschiet liggen. Zelfs de ‘position papers’ en slides zijn, ondanks de plechtige beloften, niet verstrekt aan de deelnemers. Die hadden betrekking op: (1) Beroepsonderwijs, (2) Hoger Onderwijs, (3) Algemeen Vormend Onderwijs, (4) Speciaal Onderwijs, (5) Early Childhood Development (ECD), (6) Volwasseneneducatie (Lifelong learning), (7) Kunst en Cultuureducatie en (8) Meertaligheid.Het is teleurstellend en zelfs beschamend dat er noch vanuit het parlement, noch door de onderwijsvakbonden of de media naar het rapport gevraagd wordt. Dit is illustratief voor de nonchalance en desinteresse voor de sector onderwijs. Kunnen we het ons veroorloven om achterover te leunen en af te wachten wat er met ons onderwijs gebeurt? Beslist niet.
Behoefte aan duidelijkheidTheoretische verhandelingen die te berde zijn gebracht tijdens het onderwijscongres zijn interessant, maar onderwijsgevenden in het veld hebben vooral enorme behoefte aan de vertaalslag naar de concrete klassensituatie. Wanneer zullen er effectieve trainingen plaatsvinden in differentiatietechnieken? Is er een methode die daarop aansluit? Leerkrachten weten niet welke veranderingen zullen worden doorgevoerd. Sommige basisscholen hebben geen rapporten verstrekt over het 1e kwartaal van het schooljaar 2023-2024.
Leerkrachten worden bestookt met vragen van ouders waarop zij geen bevredigend antwoord kunnen geven. Het voortgangsrapport is al driemaal gewijzigd. Het gonst van de geruchten dat in leerjaar 9 er nieuwe beroepsvakken zullen zijn, waaronder sector Media en communicatie, sector Landbouw, Natuur en Visserij en sector Handel en Dienstverlening. Er is nog steeds een schrijnend tekort aan praktijklokalen en de vakleerkrachten liggen niet voor het oprapen. In leerjaar 10 zal er volgens het oud systeem gewerkt worden. Lopen de leerlijnen dan niet door?
Wat is de norm?Er zijn valide vragen waarop tot op heden geen afdoend antwoord is gegeven. Wat is de graadmeter voor prestatie en volgens welke norm zal de doorstroming worden gereguleerd? Welke score moet een leerling minstens hebben om een voldoende te behalen? Dit wordt in vaktermen ‘de cesuur’ genoemd. Wanneer moet een leerling een klas overdoen? Zal het Ministerie van Onderwijs kiezen voor een landelijke objectieve norm of is er sprake van een relatieve cesuur? In het laatste geval wordt het aantal punten voor een voldoende achteraf bepaald, op basis van de scores van álle kandidaten. Aan de relatieve cesuur kleven een aantal nadelen: als er veel zwakke leerlingen zijn, verhoogt dit de doorstroming (slaagkans/ overgang) van andere kandidaten die wellicht de leerdoelen maar matig beheersen. De vraag is of de einddoelen gehaald worden, want die zijn bepalend voor aansluiting op het vervolgonderwijs of een vakbekwame start in het arbeidsproces. Ivan FernaldHij is gewezen directeur van het IMEAO, parttime docent op het IOLAuteur van de boeken:1. Het roer moet om. Actieplannen voor beter onderwijs 2. Moeizame opbouw en snelle afbraak. Politieke beschouwingen 2010-2020| starnieuws | Door: Redactie