• vrijdag 17 May 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

HOEFDRAAD EIST HOF VAN JUSTITIE OM VERVOLGING OPENBAAR MINISTERIE TE STOPPEN

| united news | Door: Redactie

Foto:Ex-minister Gillmore Hoefdraad van Financiën en advocaat Murwin Dubois | Auteur: Wilfred Leeuwin.

Had Ex-minister Gillmore Hoefdraad van Financiën wel of niet vervolgd en veroordeeld moeten worden op basis van zijn in staat van beschuldiging stellen door De Nationale Assemblee in 2021?

Deze vraag is nu ter discussie in de hoger beroep strafzaak, die de ex-minister heeft aangespannen tegen zijn veroordeling voor zijn betrokkenheid in de geruchtmakende zaak van de Centrale Bank van Suriname (CBvS).

De advocaat van Hoefdraad, Murwin Dubois, heeft maandag in een repliek tegen het vervolgingsapparaat verwezen naar een vrijwel identieke zaak in Ecuador, waar het Inter-Amerikaans Hof voor de

Rechten van de Mens een uitspraak over heeft gedaan.

Deze uitspraak, ofwel jurisprudentie, van het Inter-Amerikaans Hof voor de Rechten van de Mens concludeert Dubois, betekent dat het proces om Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen ongegrond is, terwijl ook zijn rechten zijn geschonden.

Op basis van deze uitspraak concludeert Dubois dat het Openbaar Ministerie al in het prille begin geen enkele bevoegdheid had de gewezen minister te vervolgen en te veroordelen. Daarom eist hij van het Hof van Justitie dat de vervolging (OM) niet ontvankelijk wordt verklaard omdat die geen enkele ondersteuning geniet in de wet.

In het geval van Ecuador

blijkt dat de Ecuadoriaanse overheid, bij het willen ontslaan of afzetten van rechters, een eerlijk proces daarvoor in al zijn facetten heeft geschonden. In die zaak gaat het net als in het geval van Hoefdraad om het recht van de persoon in kwestie om zich te verdedigen middels hoor en wederhoor en het Ne bis in idem-beginsel, dat is het tot twee keer toe voor hetzelfde feit iemand willen vervolgen of tegen de persoon willen procederen.

Nebis in idem-beginsel

In het geval van Hoefdraad, dat volgens Dubois alle vergelijkingen heeft met het geval in Ecuador, waarin het Amerikaans Hof uiteindelijk heeft ingegrepen, gaat het erom dat De Nationale Assemblee op verzoek van de procureur-generaal (toen Roy Badjnath Panday) negatief heeft geoordeeld en besloot dat Hoefdraad niet in staat van beschuldiging werd gesteld nadat hij zich in het parlement had verweerd.

Dit werd gedaan op basis van de ‘Wet In staat van beschuldiging stellen Politieke en gewezen politieke Ambtsdragers (WIPA). In datzelfde jaar (20 juli 2020) heeft de PG wederom op basis van dezelfde feiten die Hoefdraad van verweten werd een tweede verzoek ingediend bij het parlement om hem in staat van beschuldiging te stellen. Dit verzoek werd toen wel toegewezen, waarna de strafzaak begon.

Het Inter-Amerikaans Hof oordeelt steevast dat het ne bis in idem-beginsel altijd gewaarborgd moet blijven, zoals ook is vastgelegd in het Amerikaans Verdrag Voor de Rechten van de Mens en het Verdrag inzake de Burgerlijke en politieke Rechten van de mens.

Hoefdraad heeft eerder een civiele rechtszaak aangespannen tegen de staat en het parlement om zijn in staat van beschuldiging aan te vechten. Die zaak is enkele keren uitgesteld omdat de advocaat van de staat en het parlement steeds om uitstel vroeg. Deze zaak is tot nu toe niet meer op de behandelrol geplaatst.

Veroordeeld

Hoefdraad werd op 17 december 2021 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 12 jaar en een geldboete van SRD 500.000, of te vervangen met nog eens 12 maanden celstraf. Nog voordat die strafzaak begon, vluchtte Hoefdraad en is tot op heden onvindbaar voor de justitie. Een poging om hem op te laten sporen door Interpol liep op niets uit.

Interpol heeft toen in een lijvig document verwoord dat op basis van het verweer dat Hoefdraad heeft gedaan bij deze internationale politieorganisatie en het, ondanks herhaaldelijk vragen naar informatie aan de justitie, tot de slotsom is gekomen dat het vervolgen van Hoefdraad politiek gemotiveerd is en dat zij op basis van haar statuten niet kan meewerken aan het verzoek van Suriname of het Openbaar Ministerie.

Interpol verwijderde de ex-minister dan ook van haar opsporingslijst en verbood Suriname gebruik te maken van haar kanalen om Hoefdraad op te sporen.

Hoor beginsel

In het proces dat door De Nationale Assemblee is gestart nadat er een tweede verzoek van de procureur-generaal werd ingediend, is net als in het geval van Ecuador, het rechtsbeginsel van het horen van een persoon of verdachte tegen wie beschuldigingen zijn opgeworpen, niet nageleefd.

Het Inter-Amerikaans Hof verwijst in de jurisprudentie naar artikel 8 van het Amerikaans verdrag en benadrukt dat de persoon in kwestie ruim de mogelijkheid moet hebben op een hoor proces. Bij de tweede aanvraag van de procureur-generaal aan het parlement om Hoefdraad in staat van beschuldiging te stellen, heeft dat hoor proces niet plaatsgevonden.

Dubois heeft maandag in zijn repliek de civiele rechter voorgehouden dat de rechtszekerheid zoals die wordt gewaarborgd, ook in het ordentelijk reglement van het parlement ernstig is geschonden en niet is nageleefd.

Het Openbaar Ministerie, in deze zaak zelf vertegenwoordigd door de procureur-generaal, zal op 28 februari ingaan op de repliek van Dubois. Eerder was het Openbaar Ministerie het al niet eens dat Hoefdraad hoger beroep werd toegewezen door het Hof van Justitie om zijn veroordeling aan te vechten. Het Hof verleende de veroordeelde ex-minister echter wel toegang in hoger beroep te gaan.

UNITEDNEWS

 

 

| united news | Door: Redactie