• vrijdag 04 October 2024
  • Het laatste nieuws uit Suriname

DE SURINAAMSE OLIEDROOM (4)

| united news | Door: Redactie

foto: Een voorbeeld van het contract van Staatsolie met de Internationale Oliemaatschappijen | Auteur: Armand Snijders

Heeft Suriname nu wel of geen goede deal met TotalEnergies gesloten over de toekomstige oliewinning? Dat is de vraag die iedereen stelt en waarop het antwoord grotendeels vaag is.

De overeenkomst wordt door Staatsolie niet prijsgegeven. Dat is eigenlijk heel vreemd, want de olie is van Suriname en is, net zoals alle andere natuurlijke hulpbronnen, van het Surinaamse volk.

Aan de ander kant: De Nationale Assemblee is wel op de hoogte van de inhoud dus je zou van de volksvertegenwoordigers mogen verwachten dat zij aan de bel

trekken als de deal ten nadele van de Surinamers is.

Maar iedereen weet dat Assembleeleden doorgaans eerst aan hun eigen belangen en die van familie en partijgenoten denken en daarna aan die van de kiezers, die hen in het parlement hebben gezet. Dus daar is bitter weinig vertrouwen in, reden dat Surinamers liever de overeenkomst met eigen ogen willen zien. Vast staat in ieder geval wel dat Blok 58 de komende twintig jaar tussen de zestien en 26 miljard dollar moet opleveren voor Suriname. Het zal uiteindelijk afhangen van wat de naar schatting zevenhonderd miljoen vaten olie zullen opleveren. TotalEnergies zegt

dat eerst negen miljard dollar zal moeten worden geïnvesteerd om het blok tot ontwikkeling te brengen en uiteindelijk de olie te kunnen ‘oogsten’.

Staatsolie, dat een belang van twintig procent in het blok heeft, zal dus met een eigen bijdrage van 1,8 miljard dollar moeten inkomen. Het bedrijf is nu het hoofd aan het breken hoe dat gefinancierd moet worden. De grootste zorg bij veel mensen is echter dat de regering – met de staat Suriname als de aandeelhouder van Staatsolie NV – de vruchten al wil plukken nog voordat deze rijp zijn.

President Santokhi heeft al meermalen aangegeven dat hij al voor 2025 op de een of andere manier een voorschot op de latere opbrengsten wil hebben. Want in het laatste jaar van zijn regeerperiode, waarin het sociale programma teleurstellend slecht is uitgepakt, wil hij de bevolking nu wat teruggeven voor alle offers die het heeft gebracht. Iedereen begrijpt dat hij dat geld hoogstwaarschijnlijk zal gebruiken om projecten en projectjes te financieren om vooral bij zijn eigen VHP-aanhang in een goed blaadje te komen.

Niet voor niets heeft Staatsolie-directeur Annand Jagesar in het verleden al meermalen gewaarschuwd dat uiteindelijk alleen goed beheer van de olie-inkomsten alle Surinamers welvaart zullen brengen. Alleen het feit al dat hij dat steeds blijft benadrukken, betekent eigenlijk dat hij er geen vertrouwen in heeft dat de huidige leiders van dit land er ook voor zullen zorgdragen dat de opbrengsten vooral bij de burgers terecht komen.

De verwachting is daarnaast dat de olietoekomst een spin-off effect zal hebben voor de nationale economie. In buurland Guyana bijvoorbeeld, waar de olie-industrie ook pas sinds enkele jaren is opgebouwd, profiteren vooral toeleveranciers en de horeca daarvan. De vele expats moeten immers ook voorzien worden van hun natje en hun droogje. Dat zal in Suriname niet anders zijn.

Voor lokale ondernemers is dat absoluut een plus. Maar voor de doorsnee Surinamer kan dat wel eens ongunstig uitpakken. Want de ervaring heeft geleerd, dat ondernemers hun prijzen gaan opdrijven als er meer buitenlandse gasten zijn. Nu al zie je dat veel horecabedrijven hun waren in US-dollars of euro’s aanprijzen, wat voor veel Surinamers vaak een drempel is.

Terwijl Staatsolie haar zaakjes redelijk op orde schijnt te hebben voor wat de olietoekomst betreft, lijken andere betrokkenen zich daar minder druk over te maken: ze verheugen zich op de inkomsten maar bekommeren zich nauwelijks om de bijzaken en de randvoorwaarden die nog geschapen moeten worden. Zoals wat de gevolgen voor het milieu zullen zijn van de oliewinning en met name voor de vissers die in de Surinaamse wateren actief zijn en ook een substantiële bijdrage aan de economie leveren.

Uit een uitgebreid onderzoek uit 2015 door de Universiteit van Bergen in Noorwegen is naar voren gekomen dat bijvoorbeeld in het West-Afrikaanse land Ghana de visserijsector grotendeels om zeep is geholpen nadat de olieboringen daar voor de kust begonnen. In buurland Guyana speelt zich daar momenteel hetzelfde af, waardoor veel vissers uit dat land hun heil zoeken in Suriname. En hier dreigt nu hetzelfde te gebeuren als in andere landen waar aan oliewinning wordt gedaan. Maar of daar überhaupt in opdracht van de verantwoordelijke autoriteiten onderzoek wordt gedaan, mag worden betwijfeld.

En zijn er in het contract met TotalEnergies eventuele veiligheidskleppen ingebouwd voor als er daadwerkelijk nadelige gevolgen zijn, zoals in bovengenoemd voorbeeld voor de visserij? Draait de multinational dan voor de kosten op of hebben de gedupeerden dan het nakijken? Datzelfde geldt voor als het bij het oppompen van de olie onverhoopt misgaat en er sprake is van een rampzalige vervuiling van de Oceaan en de Surinaamse kust. Houden de autoriteiten daar wel rekening mee? Ook dat zijn zaken waarvan de bevolking graag wil weten of die goed zijn vastgelegd.

Dus of Suriname klaar is voor de oliehausse, of er een waterdichte deal is gesloten en of de voordelen uiteindelijk zullen opwegen tegen de nadelen, zal de toekomst moeten uitwijzen.

OPINIE

 

 

| united news | Door: Redactie