Stilletjes zijn Kamerleden met een kleur uit het parlement verdwenen
| Trouw.nl | Door: Wilma Kieskamp
Beeld Werry Crone| Zwarte Nederlanders laten hun stem krachtig horen, maar in het parlement zijn ze niet vertegenwoordigd. Daar zit de laatste jaren geen enkel Kamerlid van Surinaamse, Antilliaanse of Afrikaanse achtergrond. Oud-Kamerleden vertellen waarom dat steekt. Zelf kijken ze terug met gemengde gevoelens.
Jij wordt de eerste zwarte bisschop van de Antillen, zei de moeder van Hubert Fermina vaak tegen hem in zijn jeugd. Het was een droom die wel enige verbeeldingskracht vergde. Fermina (72) groeide op op Curaçao. Voor een zwart jongetje in de jaren vijftig en zestig waren de hoogste functies ver buiten bereik, elke aanmoediging om tóch in je eigen
Zijn moeders droom kwam uit, zij het in iets andere vorm. In 1994 werd Hubert Fermina het eerste Kamerlid van Antilliaanse afkomst, voor D66. Nog steeds voelt hij die verantwoordelijkheid drukken, van de eerste zijn, van alle ogen op zich gericht weten.
“Ik kijk er heel positief op terug”, zal Hubert Fermina telkens zeggen, tijdens het videogesprek vanuit de serre van zijn woning in Amersfoort. Hij wil dat blijven benadrukken, juist omdat hij ook met teleurstellingen te kampen heeft gehad.
Hubert Fermina (1948) , D66-Kamerlid van 1994 tot 1998. Beeld Werry
Verdwijnen door de achterdeur
Fermina hoorde tot de eerste lichting zwarte Kamerleden. Hij kende als volksvertegenwoordiger maar een paar voorbeelden: in 1986 het Molukse Kamerlid John Lilypaly bij de PvdA, die het spits afbeet, nadat er veertig jaar lang geen enkel Kamerlid was met een migratieachtergrond. In 1992 volgde het Surinaamse Kamerlid Ram Ramlal bij het CDA; kort daarna dus Fermina bij D66. Makkelijk hadden ze het niet. De meesten verdwenen na één termijn geruisloos door de achterdeur.
“We zijn met alle liefde ontvangen, dat zeker wel. Politieke partijen waren destijds erg op zoek naar ‘allochtoon’ talent, zoals het toen heette. Aan de ene kant kreeg je kansen. De sfeer in het land was toen heel sterk: allochtonen moesten ‘geholpen’ worden. Dat was een wit perspectief van goed doen. Aan de andere kant was dat heel ongemakkelijk. Ik wilde gewoon beoordeeld worden op mijn capaciteiten, op wat ik zelf meebreng. Eigenlijk wat zwarte mensen nu vragen met Black Lives Matter, en waar eindelijk gehoor voor is.”
Voor D66 was hij al raadslid geweest, wethouder, Statenlid. Maar het werk in een fractie vergde kennis van tradities en ongeschreven wetten, en lijntjes met anderen die hij niet had. “De bal rolde niet zo snel mijn kant op, zal ik maar zeggen. Ik bracht ook een andere manier van werken mee. ‘Hubert is weer op stap’ werd er dan gezegd, ‘we horen hem te weinig met moties en amendementen’.” De media doopten hem het ‘feestende Kamerlid’.
Zwarte Kamerleden waren vaak kwetsbaar
Fermina zette zich in voor Antilliaanse zaken, zorg, homorechten, gehandicapten. Hij regelde dat transseksuele asielzoekers een medische behandeling kregen. “Dat lag nogal gevoelig, toen.” Zelf is hij alles overziende tevreden over wat hij heeft kunnen bereiken. Eind augustus verschijnt zijn biografie ‘Mijn Waarheid’, ook over de jaren dat hij directeur was van het antiracismebureau LBR.
Met de relatief ‘softe’ portefeuilles die ze kregen, waren zwarte Kamerleden vaak kwetsbaar. In 1998 kwam lijsttrekker Els Borst hem persoonlijk vertellen dat hij voorbij was, na één termijn. “Ik kwam niet meer op de lijst. Ze vond het zo jammer, ze had me altijd gesteund: ‘Hubert, je kan het!’” Maar het doek viel.
‘Ik zie minder moed’
Kathleen Ferrier, oud-Kamerlid van het CDA, maakte heel andere tijden mee, unieke tijden, achteraf, waarin politieke partijen zich veel meer inspanden voor diversiteit. In 2002 kwam ze in de Tweede Kamer. “Het CDA had de moed mij zonder veel politieke ervaring op plek acht te zetten. Moed die ik tegenwoordig wat minder zie, niet alleen bij het CDA maar bij alle partijen.”
Ferrier (63) groeide uit tot een van de succesvolste zwarte Kamerleden. Ze diende drie termijnen, van 2002 tot 2012, en is ook na haar Kamerlidmaatschap een belangrijke maatschappelijke stem. Ze legt een verband met de open houding en veranderingsbereidheid die politieke partijen toen hadden, ook haar eigen CDA.
“Rond het jaar 2000 is een periode geweest dat politieke partijen echt werk maakten van afspiegeling. In het CDA was dat mede door toedoen van fractievoorzitter Jaap de Hoop Scheffer en partijvoorzitter Marnix van Rij. Zij luisterden echt.
“Ik was eerst nog wat terughoudend; als zwarte vrouw en vertegenwoordiger namens de migrantenkerken had ik al zo vaak meegemaakt dat we wel ergens aan tafel werden genodigd, maar vervolgens niet lastig mochten zijn en over de agenda niets te zeggen kregen. O wee als we met eigen onderwerpen en eigen oplossingen kwamen. Dat was meestal niet de bedoeling.” Maar het CDA van toen had de deuren opengezet. “De partij was zeer serieus bezig met inclusiviteit en afspiegeling”, vertelt Ferrier vanuit haar werkkamer in Leusden, waar ze naar terugkeerde na jarenlang in Hongkong gewerkt en gewoond te hebben.
Sinds 2017 geen Surinaamse of Antilliaanse Nederlanders meer in het parlement
Niet alleen bij het CDA, ook bij andere partijen zag de Tweede Kamer er begin deze eeuw een stuk minder ‘wit’ uit dan nu. In 2006 en 2010 waren er nog vier Surinaamse en Antilliaanse Kamerleden. Sinds 2017 zit er niet één Surinaamse of Antilliaanse Nederlander meer in het parlement, voor het eerst. Stilletjes verdwenen ze uit beeld.
Als partijen een Kamerlid verkiesbaar stelden met een andere culturele achtergrond, waren dat steeds vaker Turkse en Marokkaanse Nederlanders. Zij zijn met veertien Kamerleden in de afgelopen periode relatief zelfs iets oververtegenwoordigd. In Surinaamse kringen wordt weleens verzucht: wij zijn te goed geassimileerd, politieke partijen zien ons niet meer.
Soms raakten zwarte Kamerleden in opspraak. PvdA-Kamerlid John Leerdam, moest in 2012 aftreden nadat hij zich door radio-dj Giel Beelen domme uitspraken liet ontlokken. Van andere fracties waren Kamerleden er net zo hard ingetrapt. Zij hoefden niet weg. Veel zwarte Kamerleden hadden het gevoel dat fouten hen extra hard werden aangerekend. Als rolmodel lag alles wat ze deden onder het vergrootglas.
‘De focus kwam op moslims te liggen’
Ook Kathleen Ferrier had het soms moeilijk. “Als een Fries of Limburgs Kamerlid opkwam voor belangen van de eigen provincie, vond iedereen dat prachtig. Maar als ik zoiets deed voor Surinaamse Nederlanders, lag dat meteen gevoelig. Bijvoorbeeld toen ik niet met de fractie mee wilde stemmen over behoud van AOW voor biculturele Nederlanders die langere tijd in hun land van herkomst verbleven. Dat waren heftige discussies.
Kathleen FerrierBeeld Werry Crone
“Wat ik ook pijnlijk vond, was hoe na de moord op Pim Fortuyn politieke partijen steeds negatiever werden over alles wat met multiculturaliteit te maken heeft. De focus kwam vooral op moslims te liggen.” Turkse en Marokkaanse Nederlanders kwamen nog wel op de lijst bij diverse partijen, Surinaamse en Antilliaanse kandidaten steeds minder, tot ze geheel verdwenen uit het parlement.
De zwarte gemeenschap zorgde vaak voor morele support. Vrouwen van de Ghanese kerk wilden Ferrier graag kleden voor Prinsjesdag. Ze ontwierpen een enorme, Ghanees geïnspireerde hoed, zo groot als een karrewiel. Zo wilden de vrouwen haar bedanken voor het rolmodel dat ze voor de zwarte gemeenschap was. Ferrier vond de hoed veel te groot. “De Kamerleden die achter mij zaten, hebben de hele Troonrede niet kunnen zien. Maar de maaksters zeiden: geen denken aan dat wij de rand inkorten. Jij zit daar voor ons! Jij maakt ons zichtbaar! Mijn Kamerlidmaatschap heeft voor mensen uit de migrantenkerken veel betekend, merkte ik steeds. Er zijn zelfs kinderen naar me genoemd. Het gaat om het idee dat ook mensen zoals zij in de Tweede Kamer konden komen.”
De Mexicaanse regering onderscheidde Ferrier voor haar inzet voor democratische vrijheden en haar rol als ‘dissident’ in de discussie over de samenwerking met de PVV.
Tanja Jadnanansing (1967) PvdA-Kamerlid van 2010 tot 2016.Beeld Werry Crone
Accent bijvijlen
In 2010 kreeg PvdA-Kamerlid Tanja Jadnanansing nog het advies om haar Surinaamse accent bij te vijlen, na haar maidenspeech in de Tweede Kamer. “Twitter ontplofte, niet over mijn verhaal over kansengelijkheid in het onderwijs. Het ging alléén maar over mijn accent”, zegt ze.
Journalisten spelden haar naam verkeerd, iets wat Kamervoorzitter Khadija Arib in 2016 nog fijntjes memoreerde, toen Jadnanansing (53) afscheid nam, het laatste Surinaamse Kamerlid. Ze was met 28.700 voorkeurstemmen gekozen; goed voor bijna twee zetels. Tegenwoordig is ze stadsdeelvoorzitter van Amsterdam-Zuidoost.
Als Kamerlid streed ze voor betere toegang tot stageplekken voor kinderen met een andere culturele achtergrond. Ze is teleurgesteld dat zoveel jaar later het probleem nog steeds bestaat. “Tijdens mijn Kamerlidmaatschap zochten veel multiculturele jongeren contact. ‘Wij hebben nog wel meer op onze lijstjes staan’, zeiden ze. Dat waren al die kwesties die sinds Black Lives Matter nu in de media besproken kunnen worden, eindelijk.”
‘Er is zoveel politiek talent’
Vaak krijgt ze vragen: hoe kan het dat er na haar geen andere Surinaamse politici zijn opgestaan? Jadnanansing vindt dat de vraag te vaak nog aan de Surinaamse Nederlanders zelf gesteld wordt. “Dan maak je het wel simpel, alsof het bij hen ligt. Vraag het eens aan de voorzitters van de politieke partijen, zou ik zeggen. Er loopt alleen al in Amsterdam Zuidoost zoveel politiek talent rond, is ook bij de demonstraties van Black Lives Matter wel weer gebleken. De talentscouts van politieke partijen hadden zo hun slag kunnen slaan, met wat ik aan sterke toespraken en organisatietalent heb gezien bij de jonge generatie.”
Ook Hubert Fermina van D66 en Kathleen Ferrier van het CDA zeggen: bij de komende parlementsverkiezingen kan het niet weer gebeuren dat de kandidatenlijsten zo wit zijn. “Er wonen alleen al één miljoen christenen met een migratieachtergrond in Nederland”, zegt Ferrier. “Ik hoop op veel meer aandacht voor de gedeelde geschiedenis van Nederland en de voormalige koloniën, en voor hoe die geschiedenis doorwerkt in het heden. Ik zie daar sinds Black Lives Matter ook veel meer aandacht voor, maar dat moet niet iets tijdelijks zijn. Politieke partijen kunnen het niet meer maken om met witte kandidatenlijsten te komen.” Een volgend kabinet moet wat Ferrier betreft dringend een betere afspiegeling zijn van het land.
Haatberichten op sociale media
Kandidaten zijn er, het is soms een kwestie van op andere manieren naar die mensen zoeken, is hun advies. “Ga eens praten met cabaretier Jörgen Raymann. Hij is mede-oprichter van de organisatie ‘Dat Ding van Ons’. Daar komt de hele voorhoede van jong Surinaams-Nederlands talent bij elkaar”, zegt Tanja Jadnanansing. “Wat wel een ding is: veel jongeren krijgen ook buiten de politiek mooie kansen waar ze van invloed kunnen zijn. In het bedrijfsleven, in bestuursfuncties. Waar het afbreukrisico minder groot is dan in de Tweede Kamer. Ik hoor veel jongeren aarzelen over wat ze op sociale media aan haatberichten te wachten staat als ze de politiek in zouden gaan. Ook daar moeten partijen over nadenken.” Ze hoort anderzijds ook veel Surinaamse Nederlanders elkaar aanmoedigen de politiek in te gaan, meer dan eerder.
Hubert Fermina was lang van de weg van de geleidelijkheid en samen met de benen op tafel een oplossing vinden. Maar op zijn 72ste, met een ziekte in zijn lijf, begint hij toch ongeduldig te worden. “Over gelijke kansen is al zo lang gepraat, met zoveel geduld. De nieuwe generatie, zie ik, wil dat er nu echt iets verandert. Dat alle kleuren ertoe doen: zwart, wit, rood, grijs, homo, hetero. Dat moeten we echt terug gaan zien op de kandidatenlijsten voor de Tweede Kamer. Ik denk dat we toe zijn aan echte verandering. Van het hart.”
Correctie: In een eerdere versie van dit artikel stond de naam van Tanja Jadnanansing foutief gespeld.
| Trouw.nl | Door: Wilma Kieskamp